Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2005-2006
KST90085
2005-2006
30 190
Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband
met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden
Nr.
4
VERSLAG
Vastgesteld 28 september 2005
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft
de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin
gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord,
acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam
voorbereid.
I Algemeen
1. Inleiding
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het onderhavige wetsvoorstel. Zij stemmen van harte in met de doelstelling
te komen tot een verdere decentralisatie van de totstandkoming van de arbeidsvoorwaarden.
Dit draagt in de ogen van deze leden bij aan de vergroting van de autonomie
van de scholen in het voortgezet onderwijs.
De leden van de fractie van D66 hebben met interesse kennisgenomen van
het voorliggende wetsvoorstel. Alvorens akkoord te gaan met het wetsvoorstel
hebben zij nog enkele vragen aan de regering.
Ook de leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling
kennisgenomen van het wetsvoorstel, dat beoogt verdere decentralisatie van
de totstandkoming van de arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderwijs mogelijk
te maken. Deze leden hebben op dit moment slechts de behoefte één
vraag te stellen.
2. Overleg met centrales en Werkgeversverbond VO
De leden van de CDA-fractie informeren of het overleg met werkgeversorganisaties
en de centrales van onderwijspersoneel ook tot een unanieme overeenstemming
heeft geleid over de verdere uitwerking van de decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden.
Deze leden vragen of die overeenstemming er tevens is over het schrappen van
de meeste rechtspositionele voorschriften en het daarbij behorende
ontwerpbesluit gebaseerd op artikel 38a van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Zo ja, met welk resultaat?
3. Convenant decentralisatie voortgezet onderwijs
De leden van de CDA-fractie constateren dat er een convenant wordt gesloten
over de invulling van de decentralisatie. Daarin worden ook afspraken gemaakt
over de arbeidsvoorwaardenmiddelen en de looptijd. Formeel is de regering
dan wel niet meer betrokken bij het overleg over de rechtspositie van het
onderwijspersoneel, maar wordt de ruimte voor zelfstandig overleg in de sector
materieel niet beperkt door een dergelijk convenant, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie stemmen in met de gedachte dat het goed is
om het totstandkomen van de arbeidsvoorwaarden te decentraliseren. Deze leden
constateren echter dat de kaders van de decentralisatie worden vastgelegd
in een decentralisatiebesluit dat is gebaseerd op een convenant dat door alle
betrokken partijen wordt ondertekend. De leden van deze fractie vragen wanneer
het decentralisatiebesluit opgesteld gaat worden en op welke wijze de Kamer
hierbij nog wordt betrokken.
De leden van de fractie van de ChristenUnie willen weten of in het Convenant
decentralisatie voortgezet onderwijs, waarin de concrete afspraken over de
invulling van de decentralisatie worden vastgelegd, tevens wordt ingegaan
op de wijze waarop de aanwezige deskundigheid op het ministerie van OCW ter
beschikking wordt gesteld aan het veld.
4. Waarborgen
Met de regering hechten de leden van de CDA-fractie aan voldoende «checks
and balances» voor het waarborgen van de kwaliteit van het onderwijs
en de beheersing van de kosten. Kan de regering die «checks and balances»
nog eens toelichten? De aan het woord zijnde leden vragen de regering ook
aan te geven of de verdere decentralisatie de kleine schoolbesturen niet onnodig
zou kunnen benadelen. Vraagt decentralisatie niet een hoge mate van bestuurskracht
en leidt het niet tot oneerlijke concurrentie tussen instellingen, zo vragen
deze leden. Een kaderstellende CAO kan dat effect nog verder versterken en
mogelijk leiden tot een ongewenste schaalvergroting. De leden van deze fractie
vragen de regering deze zorg weg te nemen.
Ook de leden van de D66-fractie vragen wat de «checks and balances»
precies zijn waar de regering over spreekt. Op welke wijze wordt de kwaliteit
van het onderwijs gewaarborgd tegen beheerste kosten? Zij willen weten welke
ruimte er blijft voor afspraken op schoolniveau en welke «checks and
balances» zijn er voor dat overleg. Welke rol vervullende leraren in
het overleg op schoolniveau? Hoe wordt voorkomen dat het management zichzelf
enorme bonussen toebedeelt zoals in het hoger beroepsonderwijs is gebeurd,
zo vragen deze leden.
5. Uitvoeringsgevolgen
De leden van de CDA-fractie hechten eraan dat het nieuwe decentralisatiebesluit
ruimte geeft voor differentiatie, flexibiliteit en een vermindering van de
administratieve lastendruk en verzoeken de regering aan te geven of het onderhavige
wetsvoorstel ook werkelijk daartoe zal leiden en vooral ook tot meer ruimte
aan de scholen voor eigen beleid.
II Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A, B, C en E
In de memorie van toelichting wordt ook gesproken over ander sectoren.
Zijn er inmiddels ervaringsgegevens van de decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden
uit andere sectoren beschikbaar en zijn die voor alle betrokken partijen positief
te noemen, zo vragen de leden van de CDA-fractie.
Artikel I, onderdeel D
Acht de regering het niet gewenst dat er in alle gevallen een geschillenregeling
komt, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Bestaat anders niet de kans dat
er onnodige impasses ontstaan of er geschillen bij de rechter worden uitgevochten,
zo vragen deze leden.
De voorzitter van de commissie
Aptroot
De griffier van de commissie
De Kler
Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Lambrechts (D66), Hamer (PvdA),
Van Bommel (SP), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Balemans (VVD), Slob (CU), Vergeer
(SP), Tichelaar (PvdA), Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok
(CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Eski (CDA), Aptroot (VVD), Voorzitter,
Smeets (PvdA), Ondervoorzitter, Eijsink (PvdA), Leerdam, MFA (PvdA), Van Miltenburg
(VVD), Kraneveldt (LPF), Hermans (LPF), Van Dam (PvdA), Visser (VVD), Azough
(GL), Roefs (PvdA), Jungbluth (GL).
Plv. Leden: Ferrier (CDA), Bakker (D66), Bussemaker (PvdA), Vacature (SP),
Brinkel (CDA), Hirsi Ali (VVD), Örgü (VVD), Van der Vlies (SGP),
Kant (SP), Dijksma (PvdA), Hessels (CDA), Sterk (CDA), Atsma (CDA), Van Bochove
(CDA), Van Hijum (CDA), Van der Sande (VVD), Verbeet (PvdA), Arib (PvdA),
Stuurman (PvdA), De Krom (VVD), Varela (LPF), Herben (LPF), Adelmund (PvdA),
Nijs MBA (VVD), Halsema (GL), Kalsbeek (PvdA), Vendrik (GL).