29 754
Terrorismebestrijding

nr. 148
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 april 2009

Hierbij ontvangt u de derde openbare publicatie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst over dierenrechtenextremisme: «Dierenrechtenextremisme in Nederland – gefragmenteerd, maar groeiende».1 Deze publicatie is een actualisering van de publicaties die de AIVD respectievelijk in 2004 en 2007 over dit onderwerp heeft uitgebracht («Dierenrechtenactivisme in Nederland – Grenzen tussen vreedzaam en vlammend protest», en«Dierenrechtenactivisme in Nederland – Springplank voor Europa»).

Achtereenvolgens wordt in deze publicatie ingegaan op de volgende (belangrijkste) trends die de AIVD heeft waargenomen in de afgelopen periode:

– de verschuiving in definities;

– de verwevenheid van dierenrechtenactivisme en extremisme;

– de fragmentatie van gelijktijdige groei van dierenrechtenactivisme en extremisme;

– de toename in het gebruik van geweld en als bedreigend ervaren actiemethoden;

– het belang van de internationale dimensie;

– het sterke veiligheidsbewustzijn van dierenrechtenextremisten;

– de uitbreiding van de doelwitten waartegen dierenrechtenactivisten en extremisten zich richten.

In een concluderende paragraaf wordt tenslotte ingegaan op de (achtergronden van de) effectiviteit van acties van dierenrechtenextremisten.

Manifest

Daarnaast heb ik tijdens het vragenuur van 17 maart jl. aan u toegezegd om u voor het Algemeen Overleg van 8 april te informeren over het manifest dierenrechtenextremsime.

Het manifest zoals opgenomen in de brief aan uw Kamer van 3 maart jl. past in een breder kader van maatregelen om de aanpak van dierenrechtenextremisme te intensiveren. In de beeldvorming hieromtrent zijn helaas misverstanden ontstaan. Daarom wil ik graag toelichten wat mij daarbij voor ogen staat.

In samenwerking met georganiseerde dieren(rechten)organisaties, wil ik graag komen tot een tekst waarin duidelijk wordt dat het nastreven van dierenwelzijn op legale wijze moet gebeuren. Het doel is om beter zichtbaar te maken dat dierenrechtenextremisten alleen staan in (de verdediging van) hun illegale acties. Hoewel het slechts om een kleine groep mensen gaat, weten zij de indruk te wekken dat er grote organisaties bestaan die illegale acties uitvoeren of deze steunen. Door één front te vormen wordt voor het grote publiek dan duidelijk dat dierenrechtenorganisaties ten onrechte vereenzelvigd worden met de acties van deze kleine groep extremisten.

Daarnaast vind ik het belangrijk dat de slachtoffers van extremisme een hart onder de riem wordt gestoken. Slachtoffers kiezen er vrijwel altijd voor om niet publiekelijk te vertellen wat voor impact de acties hebben op hun (privé-)leven, uit angst voor vervolgacties. Daardoor is hun positie in de beeldvorming onderbelicht gebleven.

De tekst kan geheel vrijwillig ondertekend worden door dierenbeschermings- of dierenrechtenorganisaties. Zij blijven ook na ondertekening geheel vrij in de doelen die zij nastreven. Aan het ondertekenen van het manifest komt vanzelfsprekend geen enkele vorm van dwang of beloning door de overheid te pas.

Het manifest is een middel om de doelen die ik hierboven beschreven heb, te realiseren. Ik sta open voor alle voorstellen voor andere vormen waarmee we diezelfde doelen kunnen bereiken.

Op dit moment vinden er constructieve gesprekken plaats tussen vertegenwoordigers van mijn ministerie en vertegenwoordigers van een breed palet aan dierenrechtenorganisaties waarbij we gezamenlijk zoeken naar de beste vorm hiervoor. Vanzelfsprekend informeer ik uw Kamer over de uitkomst van mijn dialoog met de dierenrechtenorganisaties.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

G. ter Horst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven