29 689
Herziening Zorgstelsel

nr. 88
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 april 2006

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft verzocht1 om een reactie op de brief van de Federatie van Ouderverenigingen en de CG-raad d.d. 28 maart over de positie van de no-claimteruggaaf binnen de buitengewone uitgaven. Mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voldoe ik via deze brief aan dat verzoek.

De in 2005 ingevoerde no-claimregeling loopt als volgt mee in de buitengewone uitgaven. In de nominale ZFW-premie is een no-claim ter waarde van € 255 opgenomen. Indien een ZFW-verzekerde in 2005 minder dan € 255 aan kosten heeft gemaakt (kosten voor huisarts, verloskundige en kraamhulp uitgesloten) krijgt deze verzekerde het verschil terug. Per saldo zijn als ziektekosten in 2005 dan ook de betaalde nominale ZFW-premie minus de terugontvangen no-claim aftrekbaar. Indien er geen recht bestaat op de no-claimteruggave zal de nominale ZFW-premie volledig voor aftrek in aanmerking komen.

Doordat zowel voor de uitbetaling van de no-claim als voor de aangifte inkomstenbelasting 1 april de uiterste datum is, kan het in de praktijk in sommige situaties lastig zijn om op correcte wijze de buitengewone uitgaven mee te nemen in de aangifte IB 2005. Een mogelijke onduidelijkheid over de precieze hoogte van het bedrag aan no-claimteruggave dat moet worden meegenomen bij de berekening van de buitengewone uitgaven doet zich alleen voor bij verzekerden met beperkte kosten; dit wil zeggen minder dan € 255. Belastingplichtigen die niets hebben geclaimd weten al dat ze de volledige teruggave krijgen. Belastingplichtigen die veel hebben geclaimd weten al dat ze niet in aanmerking komen voor een teruggave. Overigens zullen naar verwachting weinig belastingplichtigen die in aanmerking komen voor een gedeeltelijke no-claimteruggaaf (en dus niet veel hebben geclaimd bij hun ziektekostenverzekering) tegelijkertijd wel zoveel ziektegerelateerde uitgaven hebben dat ze boven de drempel van de buitengewone uitgavenregeling uit komen. Op de website van de Belastingdienst zal worden opgenomen op welke wijze met de no-claimregeling rekening moet worden gehouden bij de berekening van de buitengewone uitgavenaftrek. Uiteraard is ook de Belastingtelefoon hierover geïnformeerd. Belastingplichtigen die vanwege onduidelijkheid over de hoogte van de no-claimteruggaaf geen correcte aangifte voor het jaar 2005 hebben gedaan kunnen hun aangifte op dit punt aanvullen.

Vanaf 2006 doet bovengenoemd probleem zich niet meer voor. Met de invoering van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel wordt zowel bij de zorgtoeslag als de buitengewone uitgaven uitgegaan van de gemiddelde premie Zvw inclusief een gemiddelde no-claimteruggaaf in plaats van de werkelijk betaalde premie Zvw en werkelijke no-claimteruggaaf. Op deze wijze blijft de prikkel voor burgers in het nieuwe zorgstelsel om kritisch te zijn ten aanzien van de prijs van aangeboden verzekeringspolissen intact.

De Federatie van Ouderverenigingen en de CG-raad halen in hun brief de volgende zin aan uit de nota naar aanleiding van het verslag1: «Burgers die geen of slechts een gedeeltelijke no-claimteruggaaf ontvangen, kunnen het bedrag aan niet-ontvangen no-claimteruggaaf in aftrek brengen.». Dit is in zoverre correct weergegeven dat in 2005 het bedrag aan niet ontvangen no-claimteruggaaf onderdeel is van de betaalde nominale ZFW-premie en dit bedrag derhalve aftrekbaar is voor de buitengewone uitgaven. In antwoord op een vraag van de leden van de CDA-fractie uit de Eerste Kamer is deze systematiek nog eens uiteengezet2. De in de brief van de Federatie van Ouderverenigingen en de CG-raad weergegeven reactie van de Belastingdienst is hiermee in lijn. Het volgende voorbeeld geeft een verduidelijking. Stel iemand betaalt een nominale ZFW-premie van€ 400 en maakt zo veel gebruik van onder het ZFW-basispakket vallende zorg dat er geen recht bestaat op de no-claimteruggaaf. Bij de buitengewone uitgaven kan nu € 400 opgevoerd worden. Hiermee wordt, in antwoord op de in de brief gestelde vraag, bevestigd dat voor 2005 alle meerkosten die samenhangen met het mislopen van de no-claimteruggaaf aftrekbaar zijn als buitengewone uitgaven. Deze meerkosten bestaan uit een netto hogere nominale ZFW-premie die opgevoerd kan worden bij de buitengewone uitgaven. De meerkosten lopen ook automatisch mee in de Tegemoetkomingsregeling buitengewone uitgaven (TBU) ter compensatie van een eventueel verzilveringsprobleem.

In het voorstel van de Federatie van Ouderverenigingen en CG-raad zou naast de € 400 aan nominale ZFW-premie tevens € 255 aan misgelopen no-claimteruggaaf opvoerbaar zijn bij de buitengewone uitgaven, totaal dus € 655. Deze € 655 is hoger dan de werkelijk betaalde zorgkosten van € 400. Feitelijk is hier sprake van een dubbele aftrek. Eerst wordt de no-claim via de nominale ZFW-premie opgevoerd bij de buitengewone uitgaven, later wordt deze via een niet-ontvangen no-claim nog eens opgevoerd. Dit voorstel voor een dubbele aftrek voor personen met weinig of geen recht op de no-claimteruggaaf zou circa 110 mln euro kosten.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

bij afwezigheid,

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

VWS-06–584.

XNoot
1

Tweede Kamer, Kamerstukken 2003–2004, 29 483, nr. 8.

XNoot
2

Eerste Kamer, Kamerstukken 2004–2005, 29 483, C.

Naar boven