29 689
Herziening Zorgstelsel

nr. 150
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 7 augustus 2007

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 4 juli 2007 overleg gevoerd met minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over:

– de brief van 5 juni 2007 inzake het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Zorgverzekering in verband met uitbreiding van de prestaties Zorgverzekeringswet met periodiek preventief tandheelkundig onderzoek voor volwassenen (29 689, nr. 134);

– de brief van 3 juli 2007 ter beantwoording van commissievragen ter zake (29 689, nr. 142).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Van der Veen (PvdA) is blij met de afspraak in het coalitieakkoord dat de periodieke tandheelkundige controle voor volwassenen weer opgenomen wordt in het basispakket. Dit moet de financiële drempel wegnemen die volwassenen mogelijk belet om, samen met hun kinderen, voor periodieke controle naar de tandarts te gaan. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat kinderen in voldoende mate gebruik maken van het tandheelkundige aanbod. Voorkomen is beter dan genezen en goede zorg voor het gebit is met name in de jeugd belangrijk. Het Voorstel eigen risico compliceert de zaak echter. Een eigen risico op tandheelkundige controle werkt averechts. De minister wordt verzocht, de periodieke controle vrij te stellen van het eigen risico.

Het alternatief dat de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) heeft ingediend, spreekt aan en richt zich op wat de PvdA-fractie ook graag wil: zorgen dat kinderen zo snel en zo goed mogelijk bij de tandarts behandeld worden. De NMT wil ook de 18- tot en met 21-jarigen onder de jeugdtandzorg laten vallen, er moet een gericht programma komen voor collectieve preventie, vroegdiagnostiek en het voorlichten en instrueren van de zorgaanbieders. Is de minister bereid, dit voorstel te bezien en een vergelijking te maken van de uitgangspunten en kosten van het NMT-voorstel en het kabinetsvoorstel? Naast de NMT zelf moeten daarbij ook de zorgverzekeraars betrokken worden en de patiënten- en consumentenorganisaties. Als het NMT-model haalbaar blijkt en de leeftijdsgrens opgetrokken wordt, moet er een vrijstelling komen van het eigen risico.

De heer Van Gerven (SP) meent dat alle medisch noodzakelijke en maatschappelijk gewenste zorg in het basispakket van de zorgverzekering zou moeten zitten. Het pakket is nu beperkt en veel mensen zijn voor medisch noodzakelijke zorg aangewezen op de aanvullende verzekering. De SP-fractie meent dat de hele noodzakelijke tandheelkundige zorg evenals zelfzorggeneesmiddelen, fysiotherapie en vruchtbaarheidsbehandelingen via de basisverzekering vergoed zouden moeten worden. Waarom kiest het kabinet ervoor, het basispakket slechts uit te breiden met de pil, de gebitscontrole en het aantal uren kraamzorg? Welke afwegingen hebben hiertoe geleid? De keuze lijkt tamelijk willekeurig.

De minister vindt de zorg voor een goed gebit «bij uitstek binnen de eigen verantwoordelijkheid van de burger» vallen. Wat bedoelt hij met «bij uitstek»? Er zijn steeds meer signalen dat mensen afzien van tandheelkundige zorg omwille van financiële redenen. De minister acht het bemoedigend dat jaarlijks 74% van de volwassenen voor controle naar de tandarts gaat, maar één kwart van de volwassenen doet dat dus niet. Is dat niet veel te veel? De SP-fractie hoort ook steeds weer van mensen die afzien van een bezoek aan de tandarts omdat zij het verschuldigde bedrag niet contant kunnen voorschieten.

In de Telegraaf stond dat steeds meer mensen in plaats van een gedeeltelijke prothese een volledig kunstgebit nemen, omdat het eerste niet, en het tweede wel wordt vergoed. Wat vindt de minister daarvan?

Alleen de gebitscontrole vergoeden is volgens de SP-fractie niet toereikend. Mensen die vrezen een behandeling nodig te hebben, laten zich niet gauw controleren als zij de nodige behandeling toch niet kunnen betalen. Het pakket is dusdanig uitgehold dat er wel gaten moeten vallen. Als de tandheelkundige zorg volledig vergoed zou worden, zouden meer mensen naar de tandarts gaan. Volledige verzekering leidt dus tot betere gebitten.

De minister zegt niet te weten hoeveel mensen om financiële redenen afzien van een aanvullende verzekering. Gaat hij dat onderzoeken? De SP-fractie wil de gebitscontrole niet onder het eigen risico laten vallen. Zij ziet sowieso niets in het eigen risico, dat naar haar mening het volume aan noodzakelijke zorg niet zal afremmen.

De heer Omtzigt (CDA) is verheugd dat het in de afgelopen en huidige kabinetsperiode gelukt is om de stijging van de zorguitgaven te temperen. In de Paarse periode stegen die kosten met 10% per jaar. Tegenwoordig is dat nog maar 5%. Dat is nog te veel, maar het geeft ruimte om de zorg beter te financieren. Het zorgniveau kan de komende 20 jaar alleen gehandhaafd worden als de kostenstijgingen beperkt blijven.

Het moet uit de lengte of uit de breedte komen en dat vereist keuzes. De heer Omtzigt is blij dat het kabinet de pil weer in het basispakket heeft opgenomen – en dan niet alleen voor vrouwen onder de 21 jaar – en dat de kraamzorg weer wordt uitgebreid. Binnen welke termijn worden de behandelprotocollen zodanig aangepast dat de kraamzorg verruimd wordt zoals afgesproken in het regeerakkoord?

De CDA-fractie steunt het verzoek om een vergelijking te maken tussen het NMT-voorstel tot opneming in het basispakket van tandheelkundige zorg voor 18- tot 21-jarigen en het voorstel van het kabinet om alleen de periodieke controle voor volwassenen in het pakket op te nemen. Er moet een zorgvuldige afweging gemaakt worden tussen deze twee alternatieven. Kan de minister zo’n vergelijking binnen een week aan de Kamer doen toekomen? De nieuwe regeling moet immers per 1 januari 2008 kunnen ingaan.

Mevrouw Schippers (VVD) constateert dat het basispakket wordt aangevuld met de tandheelkundige controle voor volwassenen en met de pil en andere vormen van anticonceptie. Het aantal uren kraamzorg wordt eveneens uitgebreid. Daar voegde de minister kort geleden nog «bewegen op recept» aan toe en nog recenter de methodes die mensen kunnen helpen bij het stoppen met roken. En dat terwijl de preventienota er nog moet komen. Het is wachten op de opname van groente en fruit in het pakket.

Met een overschrijding van 1354 mln. heeft deze minister alle ruimte om flink op de collectieve rekening aan de slag te gaan. In plaats van matiging lijkt het bij dit kabinet niet op te kunnen. De premiebetaler krijgt de rekening gepresenteerd in de vorm van forse premieverhogingen. De NMT heeft al voor de verkiezingen laten weten, de opname van de tandheelkundige controle voor volwassenen in het basispakket niet nodig te vinden. Het is een oplossing voor een probleem dat niet bestaat. De minister refereert aan een standpunt van de NMT uit 2003, terwijl dezelfde NMT dat standpunt allang heeft herzien: er is niets aan de hand met de periodieke controle. Een pakketuitbreiding zal geen effect hebben of zelfs negatief uitpakken wanneer zij onder het eigen risico gaat vallen.

De NMT schat al jaren dat 86% van de volwassenen voor controle naar de tandarts gaan. Dat percentage schommelt nauwelijks, ongeacht of de controle in het pakket zit of niet. Wel signaleert de NMT drie risicogroepen. Waarom heeft het kabinet ondanks deze waarschuwing van de NMT gekozen voor uitbreiding van het pakket met de periodieke controle voor volwassenen?

Mevrouw Schippers verwacht van het kabinet een analyse van de drie probleemgroepen en oplossingsvoorstellen. De VVD-fractie is geen voorstander van de pakketuitbreiding met anticonceptiemiddelen en meer kraamzorg. Welk probleem wordt daarmee opgelost? Het is niet te begrijpen dat de anticonceptiepil wel in het pakket zit en condooms niet, terwijl Nederland een laag abortuscijfer heeft en een stijgend aantal mensen met een seksueel overdraagbare aandoening (soa).

Antwoord van de minister

De minister licht toe dat het besluit tot opname van de periodieke tandheelkundige controle voor volwassenen in het pakket was gebaseerd op het feit dat 74% van de mensen die controle ondergaan. De bedoeling was om de resterende 26% daar ook toe te bewegen. Terecht wordt geconstateerd dat veranderingen in de inhoud van het pakket in het verleden niet tot grote gedragsveranderingen hebben geleid. Ten tijde van de Ziekenfondswet maakte 15% van de verzekerden geen gebruik van de periodieke tandheelkundige controle. De opname in het pakket mag geen dwingende noodzaak zijn, maar de minister hoopt er toch de huidige 74% mee te kunnen verhogen. Het gaat om zeer complexe afwegingen die zich afspelen binnen zeer smalle marges.

De minister deelt het vermoeden dat opname in het pakket ook drempelverlagend zou zijn voor kinderen. Naarmate meer volwassenen periodiek hun gebit laten controleren, komen ook meer kinderen bij de tandarts en dat komt de kwaliteit ten goede van de tandheelkundige zorg voor deze belangrijke doelgroep. De minister heeft kennis genomen van het NMT-advies, waarin in feite staat: als je de kwaliteit van tandheelkundige zorg wilt verbeteren, kijk dan ook naar de kwetsbare groep van 18 tot 21 jaar. Gezien de steun die dit voorstel in de Kamer krijgt, zal de minister daar serieus naar kijken. Hij zal proberen dat binnen tien dagen te doen en wellicht al op de dag na dit overleg met een eerste inschatting te komen van de financiële implicaties die realisering van dat voorstel zou hebben.

In de op te stellen vergelijking zal ook de vraag worden meegenomen in hoeverre men iets opschiet met de pakketuitbreiding wanneer het eigen risico weer een andere drempel opwerpt. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de kwetsbare groep van de 18- tot 21-jarigen: men is net het huis uit, eet ongezonder en verwaarloost de tandheelkundige zorg. Die verkenning moet snel gebeuren. Er loopt een voorhangprocedure en de verzekeraars moeten snel duidelijkheid hebben, aangezien zij de polissen voor volgend jaar moeten opstellen. Ook de berekeningen die rondom de verevening moeten plaatsvinden, vergen spoedige afhandeling.

De minister zal proberen daags na dit overleg met een overzicht te komen, maar het is niet uit te sluiten dat meer tijd nodig zal zijn. Het gaat om een bedrag van 186 mln. en waar het eerst de bedoeling was om volwassenen een gratis periodieke tandheelkundige controle te verschaffen, gaat het nu om integrale tandheelkundige zorg voor de doelgroep van 18- tot 21-jarigen.

De NMT werpt de vraag op of de gemeenten niet collectieve aanvullende contracten zouden kunnen afsluiten voor kwetsbare groepen zoals bijstandsgerechtigden. De minister wil daar best met de VNG over spreken, maar het is een verantwoordelijkheid van de gemeenten zelf. Zij hebben die verantwoordelijkheid ook bij de wanbetalers genomen, althans in hoge mate.

Gezien de zich aftekenende trend naar verwaarlozing van de tandheelkundige zorg bij jeugdigen is het belangrijk dat de consultatiebureaus en straks ook de centra voor jeugd en gezin een rol spelen in de voorlichting. Zij moeten de ouders ook wijzen op het feit dat tandheelkundige zorg gratis is voor kinderen van 12 tot 17 jaar. De minister deelt de zorg van de NMT over het feit dat een groep van 400 000 kinderen niet of te laat een beroep doet op de noodzakelijke tandheelkundige zorg.

De pakketuitbreiding zal – ongeacht hoe die eruit komt te zien – financiële gevolgen hebben die de premieontwikkeling zullen beïnvloeden. Als tegelijkertijd het eigen risico met betrekking tot de periodieke tandheelkundige controle wordt afgeschaft, drijft dat de collectieve lasten verder op. De minister schat in dat het bij de doelgroep van 18 tot 21 jaar een stuk minder zou zijn. Hij zal bezien of de lasten die zich aftekenen in verhouding staan tot de gedane voorstellen.

Een eigen risico is drempelverhogend, maar ook andere vormen van noodzakelijke zorg kennen een remgeld in de vorm van een eigen bijdrage of een eigen risico. De minister wil dat ook hiervoor niet uitsluiten, omdat dit nogal wat consequenties zou hebben voor de betaalbaarheid van de zorg. De koopkracht en de financiering van andere belangrijke overheidstaken mogen niet in de verdrukking komen door de premieontwikkeling en de collectieve lastendruk in de zorg.

De minister hoopt dat de maatregelen die ten aanzien van wanbetalers worden genomen ook drempelverlagend zullen werken. Wellicht dat er dan minder onverzekerden zullen zijn die uit vrees om bij de kraag gevat te worden, niet met hun kinderen naar de tandarts gaan. Een breed beleid is noodzakelijk.

Contant betalen is niet nodig wanneer zorgverzekeraars contracten hebben met tandartsen. Dat willen verzekeraars ook graag, omdat zij dan minder administratieve lasten hebben. Verplicht is het echter niet.

Het voorstel om de pil wel en condooms niet op te nemen in het basispakket stoelt op het feit dat dit ooit gangbaar was in de Ziekenfondswet. Dat werd gezien als een soort gewoonterecht en diende op dat punt als maatstaf bij wat in feite neerkomt op het terugdraaien van de pakketversmalling die onder het vorige kabinet heeft plaatsgevonden. De bij de kraamzorg betrokken partijen zijn met elkaar in overleg over een verruiming van de indicatiestelling voor kraamzorguren.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Smeets

Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Clemens


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GroenLinks), Kant (SP), Blok (VVD), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Smeets (PvdA), voorzitter, Van Miltenburg (VVD), Schippers (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Willemse-van der Ploeg (CDA), Van der Veen (PvdA), Schermers (CDA), Van Gerven (SP), Wolbert (PvdA), Heerts (PvdA), Zijlstra (VVD), Van Gijlswijk (SP), Ouwehand (PvdD), Agema (PVV), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Azough (GroenLinks), Van Velzen (SP), Neppérus (VVD), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Verdonk (VVD), Griffith (VVD), Atsma (CDA), Van der Ham (D66), Çörüz (CDA), Gill’ard (PvdA), Jonker (CDA), Langkamp (SP), Jacobi (PvdA), Arib (PvdA), Kamp (VVD), De Wit (SP), Thieme (PvdD), Bosma (PVV), Luijben (SP), Hamer (PvdA) en Ortega-Martijn (ChristenUnie).

Naar boven