29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

AG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 17 maart 2019

De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking1 hebben kennisgenomen van de artikel 100-brief inzake de Nederlandse bijdrage ter versterking van de maritieme veiligheid in de Golfregio die op 29 november 2019 naar de Kamer is gestuurd. Naar aanleiding hiervan hebben de leden van de SP-fractie op 11 februari 2020 enkele vragen gesteld aan de Minister van Buitenlandse Zaken.

De Minister heeft op 16 maart 2020 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Van Luijk

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUTENLANDSE ZAKEN, DEFENSIE EN ONTWIKKEILINGSSAMENWERKING

Aan de Minister van Buitenlandse Zaken

Den Haag, 11 februari 2020

De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) hebben kennisgenomen van de artikel 100-brief inzake de Nederlandse bijdrage ter versterking van de maritieme veiligheid in de Golfregio die op 29 november 2019 naar de Kamer is gestuurd. Deze artikel 100-brief geeft de leden van de SP-fractie aanleiding tot het stellen van enkele vragen.

Inbreng SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met zorg kennis genomen van het inmiddels al uitgevoerde voornemen om een fregat naar de Straat van Hormuz te sturen en hebben hieromtrent nog enkele vragen.

In hoeverre hangt naar uw oordeel het welslagen van de missie mede af van de coördinatie met de Amerikaanse maritieme missie ter plekke? Ziet u enige gevolgen van de Amerikaanse liquidatie van generaal-majoor Soleimani voor dit aspect van de missie? Heeft u na deze escalerende aanval van de VS op Iraaks grondgebied, waarover Nederland van de voren niet was ingelicht, in het kader van deze maritieme missie nog voldoende vertrouwen in de nodige samenwerking en afstemming met de VS in de Golfregio? En zo ja, waar is dit vertrouwen op gebaseerd? De Nederlandse regering zegt in te zetten op de-escalatie in de regio. Op grond waarvan meent u dat de maritieme missie naar de Golf een bijdrage kan leveren aan deze de-escalatie in de huidige context waarin één van de twee conflictpartijen, de VS, gekozen heeft voor escalatie en de spanningen in de regio heeft doen oplopen?

De leden van de SP-fractie begrijpen dat Nederland met deze missie militair en diplomatiek een bemiddelende rol wil spelen en vragen u hoe dit zich verhoudt tot de Nederlandse reactie op de Amerikaanse liquidatie van Soleimani? Hoort bij een bemiddelende rol niet ook dat je niet eenzijdig partij kiest en het internationale recht als uitgangspunt blijft nemen, en zo ja hoe verhoudt zich dat tot het getoonde begrip voor de Amerikaanse aanval en de kennelijk reflexieve steun voor de VS?

De Nederlandse regering ziet EMASOH als een brede strategie met inzet op zowel operationeel als diplomatiek spoor. De leden van de SP-fractie begrijpen niet goed waar dit diplomatieke spoor nu precies uit bestaat en vragen u dit zo concreet mogelijk aan te geven. Bestaat het diplomatieke spoor naast het uitzenden van een fregat of is het hier een onderdeel van? De leden van de SP-fractie zien het sturen van een oorlogsschip juist als iets dat op gespannen voet staat met de diplomatie, die voornoemde leden ook als essentieel beschouwen. Hoe ziet u dit precies samengaan in de nu uitgevoerde maritieme missie? Houdt u ook rekening met de mogelijkheid dat Iran de missie zal zien als steun voor het Amerikaanse beleid van maximale druk en (mede daarom) met mogelijke negatieve gevolgen van de missie voor het nucleaire akkoord?

Voorts vragen de leden van de SP-fractie u wat het fregat nu precies gaat of kan doen gegeven de grenzen van het internationale recht? Bent u het eens met de leden van de SP-fractie dat het fregat niet meer kan doen dan heen en weer varen en zo ja, hoe draagt dit dan bij aan de veiligheid in de regio en de-escalatie? Zo nee, welke andere activiteiten zullen of kunnen dan nog ondernomen worden? Kunt u uitsluiten dat Nederland in het kader van deze missie de VS militair bijstaat in het geval van een gewapend conflict tussen de VS en Iran?

Alhoewel de leden van de SP-fractie deze missie politiek niet kunnen steunen, wensen de leden vanzelfsprekend de mannen en vrouwen die er nu op uitgestuurd zijn een veilige missie en een behouden thuiskomst.

De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) zien met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangen deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, E.B. van Apeldoorn

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 maart 2020

Hierbij, mede namens de Minister van Defensie, de antwoorden op de vragen die mij op 11 februari jl. werden toegestuurd door leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, naar aanleiding van de artikel 100-brief inzake de Nederlandse bijdrage ter versterking van de maritieme veiligheid in de Golfregio.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Het kabinet dankt de leden van de SP-fractie voor de inbreng n.a.v. de artikel 100-brief inzake de Nederlandse bijdrage ter versterking van de maritieme veiligheid in de Golfregio. Met belangstelling heeft het kabinet kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie. Bij de beantwoording van de vragen wordt de indeling en de volgorde gevolgd van de schriftelijke inbreng van de leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking.

Inbreng SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met zorg kennisgenomen van het inmiddels al uitgevoerde voornemen om een fregat naar de Straat van Hormuz te sturen en hebben hieromtrent nog enkele vragen.

In hoeverre hangt naar uw oordeel het welslagen van de missie mede af van de coördinatie met de Amerikaanse maritieme missie ter plekke? Ziet u enige gevolgen van de Amerikaanse liquidatie van generaal-majoor Soleimani voor dit aspect van de missie?

Er is bewust gekozen voor inzet in een Europees-geleide maritieme missie, aangezien deze missie een brede strategie omvat met inzet op zowel het operationele als diplomatieke spoor. Hiermee zet de missie geïntegreerd in op zowel preventie van verdere incidenten als op de-escalatie van de regionale spanningen. EMASoH bestaat uit een coalitie van Europese partners en opereert onafhankelijk van het Amerikaanse International Maritime Security Construct (IMSC), waarbij er ten behoeve van deconflictie wel sprake is van coördinatie tussenbeide zodat van elkaar bekend is waar en wanneer geopereerd wordt. Dit draagt bij aan een efficiëntere en effectievere inzet van EMASoH-middelen en is ook van belang voor de communicatie richting de internationale scheepvaart in het gebied.

Er wordt doorlopend een afweging gemaakt van de risico’s omtrent de missie. Op dit moment is er geen aanleiding om de inzet te wijzigen, omdat de gevolgen voor de regionale veiligheidssituatie tot dusver gering zijn gebleken.

Heeft u na deze escalerende aanval van de VS op Iraaks grondgebied, waarover Nederland van de voren niet was ingelicht, in het kader van deze maritieme missie nog voldoende vertrouwen in de nodige samenwerking en afstemming met de VS in de Golfregio? En zo ja, waar is dit vertrouwen op gebaseerd?

Ja. Nederland en de VS zijn bondgenoten en werken ook op het gebied van veiligheid nauw samen. Er is in het algemeen sprake van goede deling van inlichtingen en informatie, zowel bilateraal als in NAVO-verband.

De Nederlandse regering zegt in te zetten op de-escalatie in de regio. Op grond waarvan meent u dat de maritieme missie naar de Golf een bijdrage kan leveren aan deze de-escalatie in de huidige context waarin één van de twee conflictpartijen, de VS, gekozen heeft voor escalatie en de spanningen in de regio heeft doen oplopen?

Het kabinet heeft bewust gekozen voor inzet via EMASoH, aangezien de missie een brede strategie omvat met inzet op zowel het operationele als diplomatieke spoor. Hiermee zet de missie geïntegreerd in op zowel preventie van verdere incidenten als op de-escalatie van de regionale spanningen. Het operationele spoor van de missie beperkt zich tot maritime situational awareness en gaat uit van een «light footprint» bestaande uit maximaal twee schepen en één of meer vliegtuigen met een relatief klein operatiegebied. Hiermee wordt beoogd een preventief effect te sorteren om op die manier bij te dragen aan het voorkomen van verdere acties van welke actor dan ook tegen commerciële schepen en de daarmee samenhangende toename van verder oplopende spanningen.

Naast het operationele spoor, omvat EMASoH ook een diplomatiek spoor. De missie is hiermee nadrukkelijk gericht op de-escalatie, die in de huidige context van regionale spanningen onverminderd van belang blijft. Op initiatief van Nederland is de Nederlandse ambassadeur Jeannette Seppen aangesteld als Senior Civilian Representative (SCR) voor EMASoH. Hierover heb ik de Kamer reeds via het verslag Raad Buitenlandse Zaken van 17 februari 2020 geïnformeerd (kst. 21 501-02-2118). Belangrijkste taken van de SCR zijn: het vergroten van het draagvlak voor de missie in de regio te vergroten en, in nauwe samenwerking met partners, de verschillende visies en behoeften ten aanzien van maritieme veiligheid in de regio in kaart te brengen om zo op zoek te gaan naar vertrouwenwekkende maatregelen teneinde een regionale dialoog te faciliteren. Het werk van de SCR vult de bredere inzet op diplomatieke oplossingen voor de regio goed aan. SCR Seppen vergezelde mij tijdens mijn reis aan de regio, waarmee de start van haar werkzaamheden gemarkeerd is. Het verslag van deze reis doe ik u met deze beantwoording toekomen.

De leden van de SP-fractie begrijpen dat Nederland met deze missie militair en diplomatiek een bemiddelende rol wil spelen en vragen u hoe dit zich verhoudt tot de Nederlandse reactie op de Amerikaanse liquidatie van Soleimani? Hoort bij een bemiddelende rol niet ook dat je niet eenzijdig partij kiest en het internationale recht als uitgangspunt blijft nemen, en zo ja hoe verhoudt zich dat tot het getoonde begrip voor de Amerikaanse aanval en de kennelijk reflexieve steun voor de VS?

Het kabinet heeft begrip getoond voor het feit dat de VS reageerde op recente daden van agressie van Iran, dan wel agressie met Iraanse betrokkenheid. In Irak heeft Soleimani aansturing gegeven aan een veelvoud aan sjiitische milities. Deze milities hebben een belangrijke strijd geleverd tegen ISIS in Irak maar zijn ook in verband gebracht met aanvallen op Amerikaanse en Coalitie-doelwitten in Irak. Het kabinet benadrukt ook de destabiliserende rol van Iran in de regio en de sleutelrol die Soleimani daarin speelde.

Tegelijkertijd betekende de Amerikaanse actie escalatie in een al erg gespannen situatie, en heeft het kabinet opgeroepen tot kalmte en terughoudendheid. Vermindering van spanningen is in eenieders belang.

De Nederlandse regering ziet EMASOH als een brede strategie met inzet op zowel operationeel als diplomatiek spoor. De leden van de SP-fractie begrijpen niet goed waar dit diplomatieke spoor nu precies uit bestaat en vragen u dit zo concreet mogelijk aan te geven. Bestaat het diplomatieke spoor naast het uitzenden van een fregat of is het hier een onderdeel van?

Het diplomatieke spoor vindt parallel aan de operationele inzet plaats en is gericht op het identificeren van manieren om het onderlinge vertrouwen in de regio t.a.v. maritieme veiligheid te versterken. In dat kader is op initiatief van Nederland een SCR aangesteld voor EMASoH. Belangrijkste taken van de SCR zijn: het vergroten van het draagvlak voor de missie in de regio en, in nauwe samenwerking met partners, de verschillende visies en behoeften ten aanzien van maritieme veiligheid in de regio in kaart te brengen om zo op zoek te gaan naar vertrouwenwekkende maatregelen teneinde een regionaal dialoog te faciliteren. Het werk van de SCR vult de bredere inzet op diplomatieke oplossingen voor de regio goed aan.

De leden van de SP-fractie zien het sturen van een oorlogsschip juist als iets dat op gespannen voet staat met de diplomatie, die voornoemde leden ook als essentieel beschouwen. Hoe ziet u dit precies samengaan in de nu uitgevoerde maritieme missie?

De missie zet door inzet op zowel het operationele als het diplomatieke spoor geïntegreerd in op zowel preventie van verdere incidenten als op de afname van de regionale spanningen, waarmee deze in de ogen van het kabinet een nadrukkelijk een de-escalatoir karakter heeft. De Nederlandse inzet via EMASoH is daarmee ondersteunend aan diplomatie.

Houdt u ook rekening met de mogelijkheid dat Iran de missie zal zien als steun voor het Amerikaanse beleid van maximale druk en (mede daarom) met mogelijke negatieve gevolgen van de missie voor het nucleaire akkoord?

In de contacten met Iran is duidelijk gemaakt dat de Nederlandse inzet losstaat van de Amerikaanse maximale drukcampagne. Iran ziet EMASOH niet als deel van de Amerikaanse maximale drukcampagne.

Voorts vragen de leden van de SP-fractie u wat het fregat nu precies gaat of kan doen gegeven de grenzen van het internationale recht? Bent u het eens met de leden van de SP-fractie dat het fregat niet meer kan doen dan heen en weer varen en zo ja, hoe draagt dit dan bij aan de veiligheid in de regio en de-escalatie? Zo nee, welke andere activiteiten zullen of kunnen dan nog ondernomen worden?

De regering deelt het standpunt van de leden van de SP-fractie niet wat betreft de omschrijving van de taken van het fregat. Door de aanwezigheid van het fregat wordt een bijdrage geleverd aan de militaire presentie in de regio, wat de mogelijkheden vergroot om inzicht te krijgen in de situatie ter plaatse. Het betreft dan ook een maritieme «awareness» missie. Ook stelt deze aanwezigheid het fregat in staat om zo nodig schepen in nood te hulp te komen, mede op basis van het recht op zelfverdediging. Op deze manier kan de inzet een positieve bijdrage leveren aan de veiligheid in de regio. Het doel van de missie blijft onverminderd de-escalatie.

Kunt u uitsluiten dat Nederland in het kader van deze missie de VS militair bijstaat in het geval van een gewapend conflict tussen de VS en Iran?

Bij elk optreden en elk gebruik van geweld zullen afwegingen worden gemaakt die rekening houden met de context waarin de situatie zich afspeelt, daarbij ook rekening houdend met de de-escalerende opzet van de missie.

BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2020

In reactie op het verzoek van de Vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken van 2 maart 2020 (2020Z03906/2020D08406) stuur ik u hierbij een verslag van mijn reis naar een aantal landen in de Golfregio. Met deze brief wordt tevens gehoor gegeven aan het verzoek van uw Kamer voor een brief over de relatie met Saoedi-Arabië (2018Z19447).

Nederlandse inzet in de regio

Van 19 t/m 23 februari jl. bezocht ik achtereenvolgens Riyad, Abu Dhabi en Teheran. Aansluitend bracht ik een bezoek aan het hoofdkwartier van de European-led mission for Maritime Awareness in the Strait of Hormuz (EMASoH) waar vier Nederlandse stafofficieren geplaatst zijn en aan het Nederlands fregat Zr. Ms. De Ruyter, waarmee Nederland sinds begin dit jaar bijdraagt aan de missie. Tijdens mijn reis werd ik vergezeld door Senior Civilian Representative voor EMASoH, ambassadeur Jeannette Seppen.

Mijn bezoek stond in het teken van het verminderen van spanningen in de regio en het waarborgen van vrije doorvaart en maritieme veiligheid in de Golf. Zowel Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Iran spelen in de regio een belangrijke rol. In mijn gesprekken heb ik de Nederlandse inzet op de Europees-geleide maritieme missie EMASoH toegelicht. De Nederlandse inspanning gaat gepaard met de inzet van Europese partners. Ik sta in nauw contact met EU-Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell, die een aantal weken voor mij de regio bezocht. Ook sprak ik op 13 februari, voorafgaand aan de reis, met de Amerikaanse Secretary of State Pompeo over de-escalatie van spanningen in de regio.

Saoedi-Arabië

In Saoedi-Arabië sprak ik met Minister van Buitenlandse Zaken Faisal bin Farhan en met Minister van Staat van Buitenlandse Zaken Adel al-Jubeir. Daarnaast bezocht ik een afdeling van een fabriek van Signify waar uitsluitend Saoedische vrouwen werken en sprak ik tevens met een diverse groep vrouwen uit de culturele sector, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld.

Nederland volgt de rol van Saoedi-Arabië in de regio kritisch, met name sinds het uitbreken van het conflict in Jemen. Tegelijkertijd werkt Nederland samen met Saoedi-Arabië om regionale stabiliteit te verbeteren, bijvoorbeeld door deelname aan de anti-ISIS-coalitie en als lid van het Global Counter Terrorism Forum (GCTF). Saoedi-Arabië heeft zich de afgelopen maanden relatief terughoudend en de-escalerend opgesteld, bijvoorbeeld na de aanvallen op olie-faciliteiten op 14 september jl. Nederland en Saoedi-Arabië hebben gedeelde zorgen over de hoog opgelopen spanningen. De Nederlandse boodschap is dat het zoeken naar diplomatieke oplossingen en het aangaan van het gesprek met alle regionale actoren, inclusief Iran, van groot belang is. Ik heb daarbij de Nederlandse inzet middels EMASoH toegelicht, en het doel van de missie om maritieme veiligheid en vrije doorvaart te bevorderen.

Het bezoek aan Saoedi-Arabië bood de gelegenheid het gesprek voort te zetten over andere zaken, zoals de situatie in Jemen, over mensenrechten en over de rechten van vrouwen in het bijzonder. In Jemen is ondanks de diplomatieke inzet van de VN en Saudische contacten met de Houthi het conflict nog steeds gaande. In Riyad was men gezien de recente escalatie van geweld minder optimistisch dan een aantal maanden terug. De inzet van Saoedi-Arabië lijkt evenwel nog steeds een politieke oplossing te vinden voor het conflict. Ik heb in mijn gesprek aandacht gevraagd voor de zorgwekkende humanitaire situatie in Jemen.

De moord op journalist Jamal Khashoggi was eveneens een belangrijk onderwerp van gesprek. Nederland heeft vanaf het begin samen met Europese partners een duidelijke boodschap afgegeven: er moet een eerlijk en transparant proces komen om de verantwoordelijken voor de moord op Khashoggi te bestraffen. Nederland heeft de moord sterk veroordeeld en opgeroepen tot grondig, transparant en geloofwaardig onderzoek en gerechtelijke vervolging van de daders. Deze boodschap is ook tijdens dit bezoek opnieuw duidelijk overgebracht.

Er was tijdens mijn bezoek nadrukkelijk aandacht voor de positie van vrouwen in Saoedi-Arabië. Enerzijds zijn in Saoedi-Arabië positieve stappen te zien: vrouwen mogen nu autorijden, worden aangemoedigd om te gaan werken – de Signify fabriek was daar een voorbeeld van –, en kunnen naar het buitenland reizen zonder toestemming van een mannelijk familielid. Anderzijds zit een aantal vrouwenrechtenactivisten die voor deze vooruitgang gestreden heeft nog steeds in de gevangenis. Ik heb een lijst met mensenrechtenzaken waar Nederland over verontrust is overhandigd aan Minister Bin Farhan. Daarnaast sprak ik over ongewenste buitenlandse financiering. Mijn gesprekspartners hebben de bestaande afspraken over het delen van informatie over financieringsstromen vanuit Saoedi-Arabië naar Nederlandse maatschappelijke en religieuze organisaties herbevestigd.

Nederland zal zich in de relatie met Saoedi-Arabië blijven inzetten om de positieve elementen van de sociale hervormingen in dit land te stimuleren en met Nederlandse kennis en expertise bij te dragen aan diversificatie en verduurzaming van de economie. Tegelijkertijd blijft Nederland de negatieve aspecten adresseren en zal de mensenrechtensituatie hoog op de agenda blijven staan, zowel in bilaterale contacten, in EU-verband als in multilaterale fora zoals tijdens het Nederlandse lidmaatschap van de mensenrechtenraad.

Verenigde Arabische Emiraten

In Abu Dhabi heb ik gesproken met Minister van Buitenlandse Zaken Abdullah bin Zayed. De Verenigde Arabische Emiraten (VAE) delen onze zorgen over de toegenomen spanningen in de regio. Het feit dat de VAE contacten onderhouden met Iran wordt door Nederland aangemoedigd. De Emirati autoriteiten hebben het afgelopen jaar meerdere keren opgeroepen tot de-escalatie en Minister bin Zayed heeft aangegeven dat Europese landen hier een belangrijke rol in kunnen spelen. Ik heb Minister Bin Zayed bedankt voor de rol van de VAE als gastland voor het operationele hoofdkwartier van EMASoH en van Abu Dhabi als thuishaven voor het fregat Zr. Ms. De Ruyter.

Het bezoek aan de VAE was tevens een gelegenheid om andere Nederlandse belangen te bespreken, zoals de bilaterale economische relatie en de Expo 2020 Dubai die later dit jaar begint en waar Nederland inzet op het verbinden van de sectoren water, energie en voedsel.

Ook heb ik de zorgwekkende situatie in Jemen aangekaart. De VAE heeft zijn troepen grotendeels teruggetrokken uit Jemen, maar het is op dit moment nog te vroeg om van een complete en definitieve terugtrekking te spreken. Daarnaast is gesproken over de situatie in Libië. Ik heb mijn zorgen uitgesproken over schendingen van het wapenembargo. Nederland dringt er bij alle landen op aan dit wapenembargo na te leven. In gesprek met Minister Bin Zayed is gesproken over mensenrechten en heb ik in het bijzonder aandacht gevraagd voor de zaak van de veroordeelde mensenrechtenactivist Ahmed Mansoor.

Zoals ook in Saoedi-Arabië heb ik met mijn gesprekpartner in de VAE de zorgen die leven binnen het kabinet en in de Nederlandse samenleving gedeeld over buitenlandse financiering die problematisch gedrag (bijvoorbeeld anti-integratief of antidemocratisch) mogelijk maakt of versterkt. Bestaande afspraken over het delen van informatie hierover zijn door de Emirati autoriteiten herbevestigd.

Iran

Zoals u weet acht ik het van groot belang dat Nederland met Iran in gesprek is en blijft. Nederland is zeer kritisch op Iran op veel terreinen. Alleen door met elkaar te praten kan Nederland de zorgen die we met Iran hebben adresseren. Mijn bezoek aan Teheran paste ook in deze inzet. In Iran heb ik gesproken met Minister van Buitenlandse Zaken Zarif en president Rouhani over het voortbestaan van de nucleaire deal met Iran, het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA). Ik heb Iran wederom opgeroepen om terug te keren naar volledige naleving van de afspraken die gemaakt zijn onder het akkoord. Tevens heb ik benadrukt dat Nederland daad bij woord voegt door aandeelhouder te worden van het ruilhandel mechanisme Instrument in Support of Trade Exchanges (INSTEX), en daarmee de economische aspecten van de deal probeert te implementeren.

Mensenrechten stonden ook in Iran hoog op mijn agenda. De protesten die hardhandig zijn neergeslagen eind vorig jaar in Iran zijn primair aan de orde gekomen. Ik heb daarin duidelijk gemaakt dat grootschalig en buitenproportioneel geweld tegen vreedzame demonstranten onacceptabel is, en dat er geloofwaardig onderzoek en accountability moet komen voor de slachtoffers. Ook de vele mensenrechtenverdedigers die in Iran vastzitten, zoals Sacharov-prijs laureaat Nasrin Sotoudeh, en de onderdrukking van tegenspraak heb ik benoemd. Ik heb ook aandacht besteed aan de situatie van etnische en religieuze minderheden zoals de Baha’i en de vele doodstrafvonnissen, waaronder – zoals toegezegd aan het lid Karabulut (SP) tijdens het Algemeen Overleg Raad Buitenlandse Zaken van 11 februari jl. – de zaak van de heren Alipour en Ostadghader.

Net als in Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten heb ik het met Iran ook gesproken over de regio en de noodzaak van het maken van bredere afspraken voor de lange termijn. Ik heb de Nederlandse zorgen over met name de steun die Iran geeft aan sjiitische milities in Irak, de Houthi in Jemen, het Syrische regime van Assad en Hezbollah in Libanon overgebracht. De rol die Iran speelt in de regio is veelal destabiliserend en leidt tot groot wantrouwen. Tegelijkertijd kan een veilige regio alleen tot stand worden gebracht door de landen in de regio zelf. Het diplomatieke spoor van EMASoH zet daarom ook primair in op maritieme veiligheid. Ik heb de Nederlandse inzet middels EMASoH daarom uitvoerig toegelicht en Nederland zal waar mogelijk in gesprek blijven met Iran omtrent maritieme veiligheid.

Tenslotte heb ik de Nederlandse zorgen geuit over de verdere ontwikkelingen in het ballistische raketprogramma van Iran. Ook de inzet van dergelijke raketten bij aanvallen op legerbases in Irak, waar troepen van de anti-ISIS coalitie gestationeerd waren, baren grote zorgen.

Bezoek hoofdkwartier EMASoH en Zr. Ms. de Ruyter

In het kader van de Nederlandse bijdrage aan maritieme veiligheid in de Golf, bezocht ik ook het hoofdkwartier van EMASoH en het Nederlands fregat Zr. Ms. De Ruyter in Abu Dhabi. Naast het operationele spoor, omvat EMASoH ook een diplomatiek spoor. De missie is hiermee nadrukkelijk gericht op de-escalatie, die in de huidige context van regionale spanningen onverminderd van belang blijft.

Op initiatief van Nederland is de Nederlandse ambassadeur Jeannette Seppen aangesteld als Senior Civilian Representative (SCR) voor EMASoH. Hierover heb ik uw Kamer reeds via het verslag Raad Buitenlandse Zaken van 17 februari 2020 geïnformeerd (kst. 21 501-02-2118). Belangrijkste taken van de SCR zullen zijn om het draagvlak voor de missie in de regio te vergroten en, in nauwe samenwerking met partners, de verschillende visies en behoeften ten aanzien van maritieme veiligheid in de regio in kaart te brengen om zo op zoek te gaan naar vertrouwenwekkende maatregelen teneinde een regionale dialoog te faciliteren. Het werk van de SCR vult de bredere inzet op diplomatieke oplossingen voor de regio goed aan. SCR Seppen vergezelde mij tijdens mijn reis aan de regio, waarmee de start van haar werkzaamheden gemarkeerd is.

Op het EMASoH hoofdkwartier heb ik een nuttige uitwisseling gehad met de Franse commandanten over de Frans-Nederlandse samenwerking op EMASoH. Tijdens mijn bezoek aan het fregat Zr. Ms. De Ruyter heb ik gesproken met het commandoteam over de uitgangspunten van de Nederlandse inzet en de bredere diplomatieke inspanningen van Nederland in de regio. Het bezoek bood ook een goede gelegenheid voor de leiding van de missie om kennis te maken met SCR Seppen en verkennende gesprekken te hebben over hun toekomstige nauwe samenwerking. Ik heb de Nederlandse bemanning bedankt voor hun inzet, hen een succesvolle missie en veilige thuiskomst toegewenst.

Tot slot

Een veilige Golfregio is van groot politiek en economisch belang voor Nederland en Europa en kan alleen tot stand worden gebracht door de landen in de regio zelf. In zowel Saoedi-Arabië, de VAE als in Iran wordt de Nederlandse en Europese inzet op de-escalatie gewaardeerd. Tegelijkertijd is duidelijk dat er in Saoedi-Arabië en de VAE weinig vertrouwen bestaat in verandering van het optreden van Iran in de regio. Iran, dat het terugtrekken van de VS uit JCPOA en de door de VS opnieuw ingestelde sancties als illegaal beschouwd, is teleurgesteld in de opstelling van de EU en heeft op zijn beurt weinig vertrouwen in de intenties van landen in de Golfregio.

Voor een oplossing is opbouw van vertrouwen nodig en dat vergt tijd. Samen met Europese partners probeert Nederland hier door middel van onze diplomatieke en militaire inzet in het kader van EMASoH een bijdrage aan te leveren.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Samenstelling:

Faber-van de Klashorst (PVV), Ganzevoort (GL), Van Apeldoorn (SP) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Jorritsma-Lebbink (VVD), Knapen (CDA), Oomen-Ruijten (CDA), Koole (PvdA), Teunissen (PvdD), Van Rooijen (50PLUS), arbouw (VVD), Van Ballekom (VVD) (1e ondervoorzitter), Beukering (FvD), Bezaan (PVV), Dittrich (D66), Gerbrandy (OSF), Huizinga-Heringa (CU) (2e ondervoorzitter), Karimi (GL), Kluit (GL), Moonen (D66), Otten (Fractie-Otten), Van Pareren (FVD), Vos (PvdA), Van Wely (FVD)

Naar boven