nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut ! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 29 april 2003 te
Berlijn totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Bondsrepubliek Duitsland inzake de uitoefening van de Luchtverkeersleiding
door de Bondsrepubliek Duitsland boven Nederlands grondgebied alsmede de gevolgen
van het burgergebruik van de luchthaven Niederrhein op het grondgebied van
het Koninkrijk der Nederlanden ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet
de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan
kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Het op 29 april 2003 te Berlijn totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de uitoefening van de
Luchtverkeersleiding door de Bondsrepubliek Duitsland boven Nederlands grondgebied
alsmede de gevolgen van het burgergebruik van de luchthaven Niederrhein op
het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden, waarvan de Nederlandse
en de Duitse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2003, 85, wordt goedgekeurd
voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
De Minister van Buitenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,