29 372
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/54/EG, (PbEG L 176), verordening nr. 1228/2003 (PbEG L 176) en richtlijn nr. 2003/55/EG (PbEG L 176), alsmede in verband met de aanscherping van het toezicht op het netbeheer (Wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer)

nr. 45
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SAMSOM C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 41

Ontvangen 27 mei 2004

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel JJa, wordt als volgt gewijzigd:

I

De aanhef komt te luiden: Na artikel 31a worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

II

Na artikel 31b wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 31c

1. De in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, bedoelde regels staan toe dat er op verzoek van een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, een meter ter beschikking wordt gesteld, waarmee zowel de aan het net onttrokken elektriciteit als de ingevoede elektriciteit kan worden gemeten, indien het een afnemer betreft die duurzame elektriciteit opwekt.

2. Voor afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, die per jaar minder dan 3000 kWh duurzame elektriciteit produceren berekent de netbeheerder de stand van de in het eerste lid bedoelde meter, ten behoeve van de jaarlijkse rekening van de leverancier, door de verbruikte elektriciteit te verminderen met de opgewekte elektriciteit.

Toelichting

Kleinverbruikers hebben volgens de Elektriciteitswet recht op een redelijke vergoeding voor de door hen op duurzame wijze geproduceerde en op het net ingevoede elektriciteit.

Door dit amendement wordt het voor deze kleinverbruikers makkelijker om gebruik te maken van deze regeling en daarmee wordt de productie van duurzame elektriciteit door kleingebruikers gestimuleerd. Het amendement betreft twee delen:

– Kleinverbruikers kunnen op verzoek een meter van de netbeheerder of het meetbedrijf krijgen, die zowel de aan het net onttrokken elektriciteit als de ingevoede elektriciteit meet. De meterstand wordt bepaald op basis van deze meter. Bedoelde meter kan ook de gangbare draaistroommeter zonder terugloopbeveiliging zijn.

– De netbeheerders moeten de jaarlijkse stroomrekeningen van afnemers die per jaar minder dan 3000 kWh duurzame elektriciteit produceren gaan baseren op de door hen geleverde én de door de kleinverbruiker aan het net geleverde duurzame elektriciteit.

Samsom

Hessels

De Krom

Vendrik

Naar boven