Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2003-2004
KST76776
2003-2004
29 031
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van richtlijn
nr. 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen
voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom
van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de
inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequentie
van de opvang van deze personen (PbEG L 212)
Nr.
13
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 28 mei 2004
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Onderdeel B van artikel I wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 43a, eerste lid, wordt «binnen zes maanden na afloop
van de tijdelijke bescherming» vervangen door: op een tijdstip gelegen
tussen de ontvangst van de aanvraag en zes maanden na afloop van de tijdelijke
bescherming.
Toelichting
Met deze toevoeging wordt buiten twijfel gesteld dat het mogelijk is om
op de asielaanvraag te beslissen ook voordat de tijdelijke bescherming is
beëindigd. De beschikking dient te worden gegeven op een tijdstip gelegen
tussen de ontvangst van de aanvraag en zes maanden na afloop van de tijdelijke
bescherming.
Wanneer de beslissing uiteindelijk wordt gegeven, is afhankelijk van het
moment waarop over voldoende informatie wordt beschikt om zorgvuldig te kunnen
beslissen. Het streven blijft er op gericht op de asielaanvraag te beslissen
zodra dat op zorgvuldige wijze mogelijk is.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,
M. C. F. Verdonk