28 741
Jeugdcriminaliteit

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2005

Hierbij doe ik u toekomen het rapport «Individuele Traject Begeleiding op papier en in de praktijk van PI Research»1. Het onderzoek betreft de programma-evaluatie van de Individuele Traject Begeleiding (ITB): een vorm van (jeugd)reclassering die opgelegd kan worden als alternatief voor (een deel van een) detentie. Er zijn twee modaliteiten: ITB-HK voor harde kern-jongeren en ITB-CRIEM voor first offenders van allochtone afkomst. Beide modaliteiten zijn onderzocht. Dit onderzoek stond niet op zichzelf maar heeft een plaats binnen de context van de activiteiten van het actieprogramma Jeugd terecht en in het bijzonder de Erkenningscommissie gedragsinterventies Justitie.

Programma-evaluatie ITB

Een programma-evaluatie vindt veelal plaats voorafgaand aan een effectevaluatie. Doel van een programma-evaluatie is het achterhalen van de programmatheorie: wat is kenmerkend voor de aanpak en wat zijn de werkzame factoren van de ITB? Verder is onderzocht hoe ITB in de praktijk uitgevoerd wordt en in hoeverre die uitvoering overeenstemt met het «papieren» programma. De evaluatie maakt duidelijk welke knelpunten zich in de praktijk voordoen en welke bijstellingen in de uitvoering van het programma nodig zijn om het optimaal te laten functioneren.

Resultaten en conclusies

• De onderzoekers concluderen dat het ontwerp van beide ITB-programma's redelijk veelbelovend is. Beide bevatten een aantal elementen die volgens de What works-uitgangspunten aantoonbaar effectief («werkzaam») zijn. Voorzover ITB lijdt aan omissies en onvolkomenheden zouden deze – naar het oordeel van de onderzoekers – gemakkelijk zijn te repareren. De What works-literatuur biedt hiervoor voldoende aanknopingspunten.

• De inhoud van ITB komt in de praktijk in grote lijnen overeen met de bedoelingen van het programma. Enkele kanttekeningen zijn op hun plaats.

– In afwijking van de programmaopzet worden slechts zelden doelen gesteld die zijn gericht op de ouders en de relatie van de jongere met zijn ouders. Hetzelfde geldt voor (de rest van) het netwerk rondom de jongere. Er wordt in de praktijk van ITB-CRIEM weinig aandacht gegeven aan «het leven tussen twee culturen»; doelen gericht op het verwerven van biculturele competentie worden nauwelijks gesteld.

– Bij ITB-HK blijkt dat de intensiteit van het persoonlijk contact in het begin van de begeleiding over het algemeen minder frequent is dan in de methodiekbeschrijving wordt voorgeschreven.

• De uitvoering van ITB is niet geheel in overeenstemming met het programma; behalve de methodiek gaat het dan ook om de doelgroep.

– Het is onvoldoende duidelijk of bij ITB-HK wel de beoogde jongeren terecht komen en er zijn indicaties dat ITB-CRIEM juist een zwaardere doelgroep bedient dan is beoogd.

– Het opleggen van ITB-HK aan meerderjarigen (18–24 jr) gebeurt in de praktijk nauwelijks.

– De verschillende verschijningsvormen van ITB zetten de programma-integriteit onder druk. Verschillen tussen het «beschreven programma» en het «bedreven programma» kunnen afbreuk doen aan de effectiviteit omdat bepaalde onderdelen die verondersteld worden effectief aan de uitkomst bij te dragen, niet of niet geheel overeenkomstig de oorspronkelijke bedoeling worden uitgevoerd. De continuïteit en kwaliteit van het programma zijn evenmin gediend met een dergelijke program drift. Daarnaast bestaat er ongelijkheid door arrondissementale verscheidenheid.

• De onderzoekers stellen vast dat de documenten waarin ITB-HK en ITB-CRIEM officieel zijn vastgelegd en die als methodiekbeschrijving worden aangeduid, feitelijk niet als zodanig fungeren. De documenten in kwestie beschrijven de achtergrond, het kader, de doelstelling van het programma en de interventies die kunnen worden ingezet. Waar het aan ontbreekt, zijn concrete aanwijzingen in de vorm van: handelingsrichtlijnen, do's & dont's, die door uitvoerende hulpverleners en hun begeleiders gebruikt zouden kunnen worden in de dagelijkse werkuitvoering.

Voor de verdere inhoud van de programma-evaluatie verwijs ik u naar het rapport. De bevindingen van het onderzoek onderschrijf ik. Het onderzoek geeft aanleiding tot enkele opmerkingen.

Beleidsreactie

• Ik zal in overleg treden met het IPO om te bewerkstelligen dat de provincies en grootstedelijke regio's de Bureaus Jeugdzorg aansporen de aanbevelingen van de onderzoekers uit te voeren. Daarbij gaat het om een aantal verbeteringen in de werkwijze van het begeleidingsproces om te komen tot een gedegen en systematische verzameling van cliëntspecifieke informatie.

• Daarnaast zal ik met het IPO bespreken op welke manier bewerkstelligd kan worden dat de Bureaus Jeugdzorg een actiever publiciteitsbeleid voeren met ketenpartners in de eigen regio om de instroom van jongeren in kwalitatief en kwantitatief opzicht te bevorderen. De juiste jongeren dienen gebruik te kunnen maken van een programma als ITB. De MOgroep zal gevraagd worden te bezien op welke wijze zij de publiciteitsactie kan faciliteren. Voorts zullen de hoofdkantoren van de ketenpartners gewezen worden op de mogelijkheden van ITB.

• Overigens zal een aantal andere activiteiten met betrekking tot de verbetering van ITB verricht worden.

– De omschrijving van ITB als bijzondere voorwaarde in een AMvB in wetsvoorstel gedragsbeïnvloeding jeugdigen. Daarna een circulaire met de omschrijving van het juridisch kader en toegestane modaliteiten.

– Een mogelijke herziening/aanpassing van de methodiekbeschrijvingen maken.

– De besluitvorming over de voortzetting van de programmaonderdelen ITB na onderzoek. Dat geldt ook voor uitbreiding ITB-CRIEM naar autochtone jongeren (in dat geval wellicht gekoppeld aan een naamswijziging). Daarbij blijven de inzet op de allochtone doelgroep en herkomst als risicofactor van belang.

– De voorlegging van de ITB-activiteiten aan de Erkenningscommissie gedragsinterventies Justitie.

• Ik zal conform de aanbeveling van de onderzoekers bezien op welke manier een vergelijkend onderzoek verricht kan worden. Daarbij zal ik ook de overweging meenemen om een analyse te laten maken van de behoefte aan ITB voor jongvolwassenen. De bevinding van de onderzoekers dat er te weinig aandacht geschonken wordt aan de interculturele aspecten van de problematiek van de doelgroep van ITB-CRIEM is aandachtspunt bij dit onderzoek. Verbeteringen op dit onderwerp is ook voor de doelgroep van ITB-HK nuttig.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven