nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2002
In de brief van 18 maart 2002 betreffende het Onderzoek topinkomens in
de (semi-)publieke sector (Kamerstukken 28 000 VII, nr. 53) heeft het
vorige kabinet aangekondigd een commissie in te stellen die het kabinet adviseert
over uiteenlopende beloningsvraagstukken die spelen rondom de beloning van
topfunctionarissen in de publieke sector.
De ministerraad heeft op 8 november jl. ingestemd met de instelling van
de tijdelijke adviescommissie beloning en rechtspositie ambtelijke en politieke
topstructuur. Volgens artikel 6, lid II van de Kaderwet adviescolleges dient
een dergelijk besluit onverwijld aan beide kamers der Staten-Generaal te worden
medegedeeld.
De taakopdracht van de commissie is als volgt:
• De commissie brengt een integraal advies uit over de voorstellen
gedaan in de notitie Rechtspositie politieke ambtsdragers (Kamerstukken 28 479,
nr. 1). Het verschil in positie, afbreukrisico, beloningsgrondslagen en arbeidsmarktpositie
en -perspectief tussen topambtenaren en politieke ambtsdragers is daarbij
een belangrijk aandachtspunt. Tegen deze achtergrond moet de commissie kritisch
de koppelingsmechanismen in de ambtelijke en politieke topstructuur tegen
het licht houden;
Bij brief van 16 oktober jl. heb ik de Tweede Kamer van het voornemen
op de hoogte gesteld om over het geheel van de voorstellen ten aanzien van
politieke ambtsdragers een samenhangend en geobjectiveerd advies van de beloningscommissie
te verkrijgen. (Kamerstuk 28 479, nr.2) Vervolgens zal ik de Tweede Kamer
informeren over het advies en mijn nadere standpuntbepaling.
• Een advies over normen voor inkomenstoeslagen van de ambtelijke
top sector Rijk;
• Het ijken van de beloningspositie (primaire beloning en overige arbeidsvoorwaarden) van de ambtelijke en politieke top in de sector
Rijk aan relevante deelarbeidsmarkten in de markt- en (semi-)publieke sector;
• Een advies over een passende beloning(-sontwikkeling) voor topfunctionarissen
van onder de ministeries ressorterende diensten en publiekrechtelijke zelfstandige
bestuursorganen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes