28 074
Wijziging van de Wet luchtvaart inzake de exploitatie van de luchthaven Schiphol

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 februari 2002

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A. Artikel 8.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen f en g worden vervangen door:

f. luchthavenexploitatievergunning: de vergunning, bedoeld in artikel 8.25;

g. exploitant van de luchthaven: de N.V. Luchthaven Schiphol, of, indien dit een ander is, de houder van de luchthavenexploitatievergunning;

2. Na onderdeel g worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

h. inspecteur-generaal: de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat;

i. gebruiker: een luchtvaartmaatschappij, alsmede een persoon of rechtspersoon die vluchten uitvoert, niet zijnde een luchtvaartmaatschappij;

j. raad: de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet.

B

Onder aanduiding van artikel I, onderdeel B, als onderdeel Ba wordt na onderdeel A een nieuw onderdeel B ingevoegd, luidende:

B. Artikel 8.25a wordt vernummerd tot artikel 8.24a.

C

De aanhef van artikel I, onderdeel Ba, komt te luiden: Na artikel 8.24a worden de artikelen 8.25 tot en met 8.25i ingevoegd, luidende:.

D

In artikel I wordt in de artikelen 8.25d, vijfde lid, onderdeel a, en 8.25g, eerste en tweede lid, het woord «luchtvaartuigen» telkens vervangen door: gebruikers.

E

In artikel I wordt in artikel 8.25e, eerste lid, «daarop» vervangen door: bevattende een economische onderbouwing.

F

In artikel I wordt in de artikelen 8.25f, 8.25g, 8.25h, 8.34a en 11.14a «directeur-generaal» telkens vervangen door: raad.

G

In artikel I wordt in artikel 8.25h, tweede lid, de zinsnede «voorzover dat voor de uitoefening van zijn bevoegdheden op grond van deze wet nodig is» vervangen door: indien hij dit voor de uitoefening van zijn taak nodig acht.

H

Na onderdeel F wordt een onderdeel Fa ingevoegd, luidende:

Fa

Na artikel 11.2a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11.2b

1. Tot het toezicht op de naleving van de verplichtingen, voortvloeiend uit de exploitatievergunning, bedoeld in artikel 8.25a, behoort:

a. het periodiek onderzoeken van de luchthaven;

b. het steekproefsgewijs onderzoeken van de door de exploitant van de luchthaven genomen maatregelen.

2. De houder van een exploitatievergunning is verplicht aan voor het houden van het toezicht noodzakelijke werkzaamheden medewerking te verlenen.

I

Na artikel III wordt een artikel IIIa ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIa

1. De eerste vaststelling van tarieven en voorwaarden vindt plaats binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van artikel 8.25d van de Wet luchtvaart.

2. Tot het moment waarop de vaststelling, bedoeld in het eerste lid, plaatsvindt, hanteert de exploitant de tarieven en voorwaarden die golden op de dag voor de inwerkingtreding van artikel 8.25d van de Wet luchtvaart.

3. De exploitant legt het kostentoerekeningssysteem voor de eerste keer aan de raad ter goedkeuring voor binnen drie maanden nadat artikel 8.25g van de Wet luchtvaart in werking is getreden.

Toelichting

Onderdelen A en F

Deze wijzigingen houden verband met de wijziging van de Mededingingswet in verband met het omvormen van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot zelfstandig bestuursorgaan (27 639).

Onderdelen B en C

Deze wijziging is van wetstechnische aard en vloeit voort uit de inpassing van dit wetsvoorstel in de Wet luchtvaart nadat deze is gewijzigd bij de wet tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol (27 603).

Onderdeel D

Aangezien de luchtvaartmaatschappijen gebruik maken van de luchthaven Schiphol is het juister om, zoals in artikel 8.25d, eerste lid, is gebeurd, te spreken van «gebruiker» in plaats van «luchtvaartuigen». Deze wijziging strekt ertoe de terminologie in de artikelen 8.25d, vijfde lid, en 8.25g, eerste en tweede lid, in overeenstemming te brengen met die in artikel 8.25d, eerste lid.

Onderdeel E

Zoals reeds in de toelichting op artikel 8.25e, eerste lid, is opgenomen, zal de exploitant in de toelichting een economische onderbouwing, mede gelet op de kosten, op dienen te nemen van de tarieven en voorwaarden. Bij nader inzien is het juister om reeds in de wettekst zelf dit verplichte onderdeel van de toelichting voor te schrijven. Deze wijziging voorziet daarin.

Onderdeel G

Deze wijziging strekt ertoe duidelijk tot uitdrukking te brengen dat het aan de raad is te beoordelen welke inlichtingen en gegevens nodig zijn voor de uitoefening van zijn taak.

Onderdeel H

De Inspectie Verkeer en Waterstaat zal worden belast met het toezicht op de naleving van de exploitatieverplichting, uiteraard met uitzondering van de toezichtsbevoegdheden van de NMa. In dat licht is het uit oogpunt van rechtszekerheid van belang de toezichthouder, specifieke toezichthoudende bevoegdheden toe te kennen zoals deze ook met het toezicht op andere verplichtingen voortvloeiend uit de Wet luchtvaart in artikel 11.2 zijn neergelegd. De aard van de bevoegdheden is afgestemd op de door de toezichthouder te verrichten taak en proportioneel.

Onderdeel I

Artikel IIIa regelt de gevolgen van de inwerkingtreding van de wet in de situatie dat er nog geen sprake is van op grond van die wet tot stand gekomen en vastgestelde tarieven en voorwaarden. Deze situatie kan maximaal 12 maanden duren. Zolang tarieven en voorwaarden nog niet zijn vastgesteld gelden de tarieven die golden voor het moment dat artikel 8.25d van de wet in werking trad. Aldus is gedurende die overgangssituatie van maximaal één jaar gekozen voor een bevriezing van tarieven en voorwaarden. In het derde lid is bepaald dat het kostentoerekeningssysteem binnen drie maanden na de inwerkingtreding van artikel 8.25g van de wet ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de raad. De totstandkoming van dit systeem is van direct belang voor de vaststelling van tarieven en voorwaarden en zal derhalve in de tijd het eerst dienen te geschieden hetgeen de kortere termijn verklaart. Nadere regeling omtrent goedkeuring vindt plaats bij algemene maatregel van bestuur.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

Naar boven