27 807
Patiënten/consumentenbeleid

nr. 15
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2002

In de procedure-vergadering van 10 april 2002 heeft de Vaste Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevraagd vóór 15 april a.s. de Kamer te berichten over het gestand doen van de toezeggingen gedaan tijdens het overleg over de nota patiënten/consumentenbeleid «Met zorg kiezen» op 18 maart jl. Bij deze brief vindt u een bijlage gevoegd waarin per toezegging aan is gegeven hoe deze zal worden uitgevoerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. M. Vliegenthart

Toezeggingen nota-overleg Patiëntenbeleid d.d. 18 maart 2002

Nota «Met zorg kiezen»:

Toezegging 1:

De minister zal periodiek rapporteren over de voortgang van de activiteiten die in de nota «Met zorg kiezen» staan vermeld.

Uitvoering toezegging 1:

Jaarlijks zal over de voortgang van activiteiten die in de nota «Met zorg kiezen» staan vermeld worden gerapporteerd. De eerste rapportage zal verschijnen in het najaar van 2002.

Toezegging 2:

De minister is bereid om een financiële paragraaf aan de nota toe te voegen en aan de Kamer te leveren.

Uitvoering toezegging 2:

De financiële paragraaf zal medio mei 2002 aan de Tweede Kamer worden gezonden.

Toezegging 3:

De staatssecretaris zegt toe dat ze de brieven van de NPCF en de CG-raad systematisch zal nalopen om voor onderwerpen die betrekking hebben op terrein van VWS te bezien hoe hier mee om te gaan.

Uitvoering toezegging 3:

In de eerste rapportage over de nota «Met zorg kiezen» zal worden opgenomen of en hoe de opmerkingen uit de brieven van NPCF en CG-raad over onderwerpen op het terrein van VWS zullen worden meegenomen in het beleid.

Informatievoorziening:

Toezegging 4:

De minister zal ervoor zorgdragen dat de zorgaanbieders, verzekeraars en de patiënten/consumentenbeweging in 2002 per sector of per doelgroep informatieconvenanten sluiten over medische – en zorgmogelijkheden, kwaliteit en prestaties van aanbieders en verzekeraars.

Uitvoering toezegging 4:

Komend half jaar zullen met partijen de mogelijkheden worden verkend om te komen tot goede afspraken. Naar verwachting kunnen eind 2002 deze convenanten per sector worden afgesloten.

Toezegging 5:

De minister zal als partijen niet tot overeenstemming komen over deze convenanten onmiddellijk overgaan tot een wettelijke plicht. In de Wet op de Informatievoorziening die er komt kan dit punt worden meegenomen.

Uitvoering toezegging 5:

In de brief aan de Tweede Kamer over de informatievoorziening in de zorg komt het onderwerp consumenteninformatie aan de orde. In deze brief wordt ook aandacht besteed aan het wettelijk kader op het gebied van informatievoorziening. De verwachting is dat deze brief eind april naar de Tweede Kamer wordt verstuurd.

Toezegging 6:

De minister zal in haar beleid meenemen dat er naast digitale informatie ook informatie op schrift nodig is.

Uitvoering toezegging 6:

Dit is een doorlopend punt van aandacht bij het uitvoeren van het beleid ten aanzien van consumenteninformatie.

Toezegging 7:

De minister zal het onderwerp de ordening van de informatievoorziening voor de patiënt/consument meenemen in haar visie op de informatievoorziening die zij over 1 maand aan de Kamer zal sturen.

Uitvoering toezegging 7:

Eind april 2002 zal de Tweede Kamer per brief worden geïnformeerd over de visie van de minister op informatievoorziening in de zorg. De brief schetst de aanpak van drie opgaven:

1. Ondersteunen zorgvrager met informatie ten behoeve van vraagsturing (consumenteninformatie);

2. Functioneren van markten via transparantie en vergroting beschikbaarheid van gegevens;

3. Toezicht op en verantwoording over publieke belangen.

Toezegging 8:

De minister zal nagaan of anderen voorzien in wetenschappelijke informatie, bijvoorbeeld over geneesmiddelenbeleid, voor patiënten/consumenten. Is dit niet het geval dan zal zij bezien of deze informatie kan worden meegenomen in de Gezondheidskiosk.

Uitvoering toezegging 8:

Met de belangrijkste partners voor informatie over de geneesmiddelen in de Gezondheidskiosk, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter Bevordering der Pharmacie en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie, en met het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, zal overleg worden gevoerd of deze informatie op dit moment beschikbaar is. Is dit niet het geval dan zal worden bekeken of deze informatie via de Gezondheidskiosk kan worden ontsloten. In het najaar 2002 zal over deze bevindingen worden gerapporteerd.

Patiëntenfonds:

Toezegging 9:

De minister zegt toe dat de structurele subsidiëring van de ouderenorganisaties van VWS volledig mee zal gaan naar het Patiëntenfonds. De minister zal de Kamer hierin inzicht verschaffen voordat dit geëffectueerd.

Uitvoering toezegging 9:

Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan een overgangsprotocol voor de overgang van de ouderenorganisaties naar het Patiëntenfonds. In dit protocol is onder andere voor de toekomstige subsidiëring van de ouderenbonden een meerjarige subsidiegarantie opgenomen. Dit is gebaseerd op het huidige subsidieniveau dat met ingang van 2002 met 10% is verhoogd. Het protocol zal in ieder geval voor 1 januari 2003 worden getekend. Zodra het protocol is vastgesteld zal dit in afschrift aan de Tweede Kamer worden gezonden.

Marktmeesterschap:

Toezegging 10:

De minister zal de Kamer een notitie laten toekomen over het marktmeesterschap.

Uitvoering toezegging 10:

Deze notitie wordt in april naar de Tweede Kamer gezonden.

Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ):

Toezegging 11:

De minister zal de wetswijzigingen van de WKCZ met betrekking tot het opdragen van het toezicht op de wet aan de Inspectie en het opheffen van de geheimhoudingsplicht van klachtencommissies tegenover de Inspectie in april aan de ministerraad voorleggen.

Uitvoering toezegging 11:

Op 5 april jl. is de ministerraad akkoord gegaan met de wetswijzigingen van de WKCZ. Het voorstel van wet wordt heden aan de Raad van State ter advisering voorgelegd.

Toezegging 12:

De minister zal in overleg met de NVZ Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en patiëntenorganisaties een gesprek aangaan over de onafhankelijkheid van klachtencommissies. De minister wil de NVZ ertoe brengen om de klachtencommissies van zoveel mogelijk onafhankelijke leden te voorzien, bij voorkeur 100%.

Uitvoering toezegging 12:

In het komende overleg met de NVZ (voor 1 juni 2002) zal dit punt tezamen met de toezegging op het terrein van de WMCZ, om namelijk aan de ziekenhuizen duidelijk te maken dat alle ziekenhuizen een cliëntenraad dienen te hebben, aan de orde worden gesteld.

Toezegging 13:

De minister zegt toe dat in het onderzoek van het NIVEL naar de ontevredenheid van klagers in het kader van de WKCZ gekeken zal worden naar de onafhankelijkheid van de klachtencommissies.

Uitvoering toezegging 13:

Dit punt wordt meegenomen in het onderzoek waarvoor het NIVEL inmiddels van ZON/MW een vervolgopdracht heeft gekregen om verder onderzoek te doen naar de oorzaken van de «ontevreden» klagers. Het onderzoek zal over ongeveer 1,5 jaar gereed komen.

Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ):

Toezegging 14:

De staatssecretaris zal bij het implementatieplan rondom de WMCZ aandacht besteden aan de medezeggenschap/cliëntenparticipatie in het gecoördineerd ouderenwerk.

Uitvoering toezegging 14:

Dit punt wordt meegenomen in het implementatieplan dat voor de zomer zal worden opgesteld.

Toezegging 15:

De staatssecretaris zegt toe dat het begrip «instelling» in de WMCZ wordt vervangen door het begrip «zelfstandig optredend organisatieverband».

Uitvoering toezegging 15:

Zoals in het standpunt op de evaluatie vermeld zal dit punt, tezamen met de andere punten waarvoor wijziging van de wet noodzakelijk is, zoals uitbreiding van het verzwaard adviesrecht, worden meegenomen in een voorstel tot wetswijziging dat nog voor de zomer aan het kabinet zal worden voorgelegd.

Toezegging 16:

De staatssecretaris zal de samenhang tussen Kwaliteitswet en WMCZ bezien en nagaan of deze samenhang beter en gemakkelijker geregeld kan worden.

Uitvoering toezegging 16:

Dit punt wordt meegenomen in het implementatieplan dat nog voor de zomer zal worden opgesteld

Toezegging 17:

De staatssecretaris zal het verzwaard adviesrecht uitbreiden naar alle zaken die te maken hebben met de directe levenssfeer van cliënten (fusies, verhuizingen, huisregels).

Uitvoering toezegging 17:

Zie hiervoor bij toezegging 15.

Toezegging 18:

De staatssecretaris zal het arrest over het ontslag van een cliëntenraad in de GGZ doen toekomen aan de Kamer.

Uitvoering toezegging 18:

Is gerealiseerd bij brief van 3 april 2002 (VWS-02-479)

Toezegging 19:

De staatssecretaris en de minister zullen in het overleg met de ziekenhuizen benadrukken dat elk ziekenhuis een cliëntenraad moet hebben. Zij zullen er naar streven dat dit wordt opgenomen in het handvest van de NVZ.

Uitvoering toezegging 19:

In het komend overleg met de NVZ voor 1 juni 2002 zal dit punt aan de orde worden gesteld.

Toezegging 20:

De staatssecretaris zal ten behoeve van de koepels van zorgaanbieders formuleren waaraan de instellingen dienen te voldoen ten aanzien van punten waarover onduidelijkheid bestaat, bijvoorbeeld medezeggenschap als de cliënt een PGB heeft.

Uitvoering toezegging 20:

Het hebben van een PGB heeft geen invloed op de verplichting een cliëntenraad in te stellen. In het kader van het implementatieplan zullen alle vragen waarover nog onduidelijkheid bestaat worden meegenomen.

Toezegging 21:

De staatssecretaris zal binnen één maand de Kamer haar reactie geven op de brief van LOC, LPR en LSR.

Uitvoering toezegging 21:

Brief is in voorbereiding. 17 April is er nog een ambtelijk overleg met het LOC, LPR en LSR.

Toezegging 22:

De staatssecretaris zal de Kamer een overzicht doen toekomen van wetswijzigingen van de WMCZ die zij voorstelt.

Uitvoering toezegging 22:

Na de instemming van het kabinet met de voorgenomen wetswijziging WMCZ zal een overzicht van de voorgenomen wijzigingen aan de Kamer gezonden worden.

Kwaliteitswet:

Toezegging 23:

De minister zal begin april 2002 een wetswijziging van de Kwaliteitswet naar de Ministerraad sturen waarin een wetswijziging wordt aangebracht om de verslaglegging over de FONA-registratie verplicht te stellen.

Uitvoering toezegging 23:

Op 5 april jl. is de ministerraad akkoord gegaan met de wetswijzigingen van de Kwaliteitswet zorginstellingen. Het voorstel van wet wordt heden aan de Raad van State ter advisering voorgelegd.

Toezegging 24:

De minister wil bezien of ze via een AMvB in de wetswijziging kan verankeren dat alle complicaties gepubliceerd moeten worden in een jaarverslag. De minister informeert de Kamer deze kabinetsperiode op het punt van de AMvB.

Uitvoering toezegging 24:

De minister is tot de conclusie gekomen dat met de voorgenomen nadere regels voor de kwaliteitsjaarverslaglegging en mits daarmee landelijke vergelijkingen tot stand komen, in feite aan de openheid over complicaties op het niveau van ziekenhuizen en per specialisme ook landelijk is voldaan. De voorgestelde optie om de openbaarheid van complicatieregistratie via een AmvB in de Kwaliteitswet te verankeren komt daarmee te vervallen. De Kamer zal hierover nog worden geïnformeerd.

Implementatieproject Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Geneeskunst (KNMG) met betrekking tot Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO):

Toezegging 25:

De minister heeft geld gereserveerd voor het implementatieproject van de KNMG met betrekking tot de WGBO.

Toezegging 26:

De minister zegt toe dat er in het implementatieproject van de KNMG met betrekking tot de WGBO ook aandacht zal zijn voor de bewaartermijn van dossiers.

Toezegging 27:

De minister zal in het KNMG-implementatieproject rondom de WGBO de suggestie laten meenemen dat de patiënt na 10 jaar eigenaar wordt van zijn/haar (medische) gegevens. Als uit het KNMG-project blijkt dat dit een goede suggestie is, zal dit in een wetswijziging worden opgenomen.

Uitvoering toezegging 25, 26 en 27:

De KNMG is over deze punten geïnformeerd. De KNMG is nog bezig met het voorbereiden van het implementatie project.

No fault-compensation:

Toezegging 28:

De minister zal het onderzoek van Zon-Mw over «no fault-compensation» dat in de eerste helft van 2002 wordt verwacht naar de Kamer sturen tezamen met een standpunt.

Uitvoering toezegging 28:

Als het rapport gereed is, zal de minister dit aan de Kamer zenden.

Medische ombudsman:

Toezegging 29:

De minister zal de KNMG en de NPCF vragen het idee rondom een medische ombudsman uit te werken en aan te geven waar op dit gebied de lacunes zitten. Ze zal deze organisaties vragen dit binnen één maand te doen. Verder zal ze uitzoeken of een dergelijk idee geen overlap vertoont met taken van andere actoren, bijvoorbeeld de IGZ. Ze zal hierover terugrapporteren aan de Tweede Kamer en de Kamer op dat moment haar oordeel over een medische ombudsman geven. Als er geen overlap is staat zij in principe positief ten opzichte van dit idee.

Uitvoering toezegging 29:

Inmiddels is aan de KNMG en aan de NPCF gevraagd of zij op korte termijn in overleg met elkaar tot een nadere uitwerking willen komen van het voorstel voor een medische ombudsman, zodat ook van de kant van VWS tot een oordeel gekomen kan worden over dit voorstel en er tevens gekeken kan worden of er sprake is van overlap met andere actoren.

Complicatie-registratie

Toezegging 30:

De minister zal er voor zorgen dat de resultaten 2002 van de complicatieregistratie Heelkunde na afloop van 2002 op landelijk niveau gepubliceerd worden.

Toezegging 31:

De minister zal er voor zorgen dat er vanaf 2004, na afronding van het onderzoek bij Heelkunde, op patiëntkenmerken gecorrigeerde openbare complicatieregistraties in de ziekenhuizen komen.

Toezegging 32:

De minister zal ervoor zorgen dat de Vereniging voor Heelkunde de NPCF betrekt bij het naar buiten brengen van gegevens over de complicatie-registratie.

Uitvoering toezegging 30, 31 en 32:

In april 2002 zal een en ander worden besproken met de Orde van Medisch Specialisten en de NVZ.

Klachtopvang:

Toezegging 33:

De minister zal nagaan of de huisartsenposten zijn aangesloten bij de klachtenprocedure van de IKG's. De minister zal bij de patiënten/consumentenbeweging nagaan of er problemen zijn op dit gebied.

Uitvoering toezegging 33:

Nog voor de zomer zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd.

Toezegging 34:

De minister zal een definitieve keuze maken in de financiering van de IKG's als de resultaten van het onderzoek van het Patiëntenfonds naar de financiering van de IKG's is afgerond.

Uitvoering toezegging 34:

Het onderzoek van het Patiëntenfonds is verbonden aan vier pilots gericht op kwaliteitsverbetering van IKG's. Het onderzoek moet ook duidelijkheid scheppen over de benodigde financiële middelen voor landelijke implementatie van deze kwaliteitsverbeteringsmethoden. Eind 2002 worden de resultaten van het onderzoek verwacht, dan zal de minister de Tweede Kamer berichten.

Digitale systemen in gezondheidszorg:

Toezegging 35:

De minister zal ervoor zorgdragen dat het NICTIZ bevordert dat de verschillende digitale systemen in de gezondheidszorg onderling kunnen communiceren.

Uitvoering toezegging 35:

De missie van NICTIZ is ondersteuning van de totstandkoming van een betere informatievoorziening rondom en voor de patiënt/cliënt met behulp van ICT met als doel de kwaliteit en doelmatigheid van de zorgprocessen te verhogen. Het realiseren van onderlinge communicatie tussen systemen is daarbij het hoofdinstrument. Het NICTIZ doet dit dus al.

Naar boven