26 991
Voedselveiligheid

nr. 75
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juli 2002

In deze brief wil ik u mede namens mijn collega van Volksgezondheid, Welzijn en Sport informeren over de laatste ontwikkelingen rond het aantreffen van het MPA-hormoon in diervoeder en in grondstoffen voor de voedselketen. Door de overdracht van taken aan het nieuwe Kabinet is uw Kamer in de afgelopen weken niet schriftelijk geïnformeerd. Deze brief beoogt deze lacune te dichten.

In mijn laatste brief d.d. 3 juli (Kamerstuk 26 991, nr. 73) kon ik u melden dat 29 varkenshouderijen die gebruik maken van brijvoeder, onder toezicht waren geplaatst. In de afgelopen drie weken is het onderzoek naar de reikwijdte van de vervuiling op volle snelheid gecontinueerd. Dit onderzoek wees uit dat ook varkenshouderijen en pluimveehouderijen die gebruik maken van mengvoer, in aanraking zijn gekomen met vervuild diervoeder.

Via handelaren in grondstoffen voor veevoeder is de MPA-vervuiling, zij het in lage concentraties, ook terecht gekomen bij producenten van voedsel.

De vervuiling heeft langs drie sporen plaatsgevonden:

1. Hoge concentratie MPA in brijvoeder dat is terechtgekomen bij 51 varkensbedrijven;

2. MPA in mengvoeder dat is terechtgekomen bij 516 veehouderijbedrijven en handelaren;

3. MPA dat in lage concentraties is verspreid door een handelaar in melasse (glucosestroop).

Deze feiten hebben mij er toe gebracht onmiddellijk het overleg met de Europese Commissie én het Nederlandse agro-bedrijfsleven te zoeken, teneinde het met MPA vervuilde diervoeder zo snel mogelijk te verwijderen. Met de Europese Commissie zijn afspraken gemaakt over de aanpak om de vervuiling een halt toe te roepen.

Maatregelen

Per spoor zijn passende maatregelen genomen om de verspreiding van MPA te stoppen:

spoor 1:

Vervuilde glucosestroop is verwerkt in brijvoeder en op een 51-tal bedrijven op 59 locaties aan varkens gevoerd. In eerste instantie is in dit spoor de slacht opgeschort van enkele duizenden zelfmengende bedrijven. Op het moment dat de tracering volledig was, is die restrictie opgeheven. De resterende 51 bedrijven waar aangetoond is dat de glucose van Bioland is aangevoerd of daadwerkelijk MPA is aangetroffen zijn onder toezicht van de AID geplaatst en geblokkeerd. Inmiddels is door proefslachtingen aangetoond dat bij 26 bedrijven daadwerkelijk MPA is aangetroffen in het vlees. De Europese Commissie stelt in dit geval dat òf alle dieren die uit deze bedrijven ter slacht worden aangeboden getest worden, òf dat deze dieren worden vernietigd. De keuze hierin ligt bij de veehouder als eigenaar van de dieren.

Gelet op de ingrijpende gevolgen van deze keuze voor de 26 bedrijven, ben ik in overleg getreden met vertegenwoordigers van de agrosector. Afgesproken is dat door het bedrijfsleven een plan wordt opgesteld om de 26 gedupeerde bedrijven de helpende hand te bieden. De sector zelf zal in beginsel zorgdragen voor de financiering van dit plan. Indien nodig wil ik mijn bijdrage leveren in de vorm van een voorfinanciering. In die zin sta ik garant voor de uitvoering van een adequaat plan voor deze ondernemingen.

De bedrijven uit spoor 1 waar geen MPA is aangetroffen, heb ik daarvan inmiddels op de hoogte gesteld. Zij ontvangen op zo kort mogelijke termijn een beschikking van de AID waarmee de onder toezicht plaatsing formeel wordt opgeheven.

spoor 2:

Door een diervoederfabrikant is circa 3000 kg verontreinigde siroop verwerkt in mengvoeder. Deze partij mengvoeder is uitgeleverd aan in totaal 516 varkens- en pluimveebedrijven. Tijdelijk is de slacht en export van deze bedrijven opgeschort geweest. Proefslachtingen hebben uitgewezen dat in de dieren van deze bedrijven geen MPA aanwezig is. Inmiddels is de slacht en export voor deze bedrijven weer vrijgegeven. Als extra controlemaatregelen zullen gedurende 30 dagen proefslachtingen plaatsvinden van 30 dieren per dag. Het diervoeder en de molasse op deze bedrijven dat (potentieel) verontreinigd is, wordt teruggehaald en geweerd uit de voedselketen.

spoor 3:

Het derde spoor start bij een groothandelaar in melasse. Op 29 mei en op 18 juni heeft deze groothandelaar partijen met MPA vervuilde glucosestroop ontvangen. Deze partijen zijn vermengd met de melasse en geleverd aan in totaal 73 diervoederfabrikanten of handelaren. Een ander deel van de melasse is rechtstreeks door de groothandel geëxporteerd naar het buitenland. Deze partijen zijn in het buitenland geblokkeerd. Het diervoeder uit dit spoor is terechtgekomen bij vele duizenden veehouders in Nederland en in het buitenland. Al het diervoeder op deze bedrijven dat geproduceerd is vòòr 10 juli wordt of is inmiddels teruggehaald. Ook is beslag gelegd op enkele opslagtanks van de betrokken groothandelaar om rechtstreekse leveringen aan de levensmiddelenindustrie en verdere leveringen aan de veevoedersector te voorkomen.

Proefslachtingen die op 15 en 16 juli zijn uitgevoerd hebben geen positieve uitslagen opgeleverd. Het vlees van de veehouderijbedrijven in dit spoor is niet vervuild met MPA.

De slacht en export van dieren van bedrijven in spoor 2 en 3 is inmiddels vrijgegeven.

De maatregelen in de verschillende sporen worden uitgevoerd onder toezicht van de betrokken overheidsdiensten en het Productschap Diervoeder (PDV).

MPA in de levensmiddelenindustrie

In de week van 15 juli ontving de Voedsel en Waren Autoriteit-Keuringsdienst van Waren (VWA-KvW) geluiden dat er mogelijk met MPA verontreinigde melasse in levensmiddelen zou zijn verwerkt. Daarnaast ontving de VWA-KvW in dezelfde week bericht van een Nederlandse levensmiddelenfabrikant dat deze MPA had aangetoond in melasse die in sauzen was verwerkt. Het MPA gehalte in de bewuste melasse was 15 ppb, in de sauzen zelf was geen MPA aantoonbaar. Tijdens overleg met de VWA-KvW meldde het bedrijf dat het zelf al vrijwillig een recall had ingezet van alle met verontreinigde melasse geproduceerde sauzen.

De oorsprong van de verontreinigde melasse wees in de richting van de melassedistributeur waar eveneens bovengenoemd spoor 3 is begonnen. Dit en de eerder genoemde geluiden was aanleiding om deze melassedistributeur nogmaals door de VWA-KvW (levensmiddelen) en Algemene Inspectie Dienst (veevoer) te laten onderzoeken waarbij alle tanks werden betrokken die melasse bevatten of daar fysiek mee in verbindingen staan. Deze tanks werden geblokkeerd en bemonsterd. Aan de hand van de monsteruitslagen en de afleveringsadministratie werden de afnemers opgespoord die mogelijk verontreinigde melasse hadden ontvangen. Er bleken 7 levensmiddelenafnemers te zijn maar er kwamen ook nieuwe leveringen aan diervoerfabrikanten boven water die conform bovengenoemd spoor 3 zijn aangepakt. Dit betekent dat steeksproefgewijs varkens zullen worden bemonsterd.

De groep van 7 levensmiddelenafnemers bestond naast de al genoemde sauzenfabrikant uit 5 Nederlandse, 1 Duits en 1 Frans levensmiddelenbedrijven.

Uit nader onderzoek van de VWA-KvW bleek dat aan 4 Nederlandse en het Duitse bedrijf geen verontreinigde melasse was geleverd. De Duitse autoriteiten zijn over de levering aan het Duitse bedrijf via het Europese Rapid Alert Systeem geïnformeerd met het verzoek om de afwezigheid van MPA in de melasse te verifiëren. Het Franse bedrijf had in het geheel geen leveringen ontvangen in de risicoperiode.

Voor deze 6 bedrijven waren derhalve geen nadere maatregelen noodzakelijk.

Aan het resterende Nederlandse bedrijf was door de melassedistributeur echter verontreinigde melasse geleverd waaruit het bedrijf alcohol produceerde. Door het destillatieproces blijft de MPA achter in het destillatierestproduct, de zogenaamde vinasse, en bevat de alcohol geen MPA. Dit is door onderzoek van alcoholmonsters bevestigd. Er is dan ook geen aanleiding om de alcohol aan nadere maatregelen te onderwerpen. Dit is bevestigd na overleg met de Europese Commissie en de Lidstaten in het kader van het Permanente Comité voor de Voedselketen en Diergezondheid.

Zoals gezegd wordt de MPA uit de verontreinigde melasse geconcentreerd in het restproduct vinasse. Ook voor de productie van gist die nodig is voor de fermentatie die aan de destillatie vooraf gaat was verontreinigde melasse gebruikt. Het bijproduct van de gistproductie, het zogenaamde tarwegistconcentraat bleek ook verontreinigd. Deze beide verontreinigde bijproducten werden geleverd aan de diervoederindustrie. Dit leidde tot nieuwe verontreinigingen die conform de aanpak in spoor 3 worden behandeld (steeksproefgewijze behandeling van varkens).

Structurele maatregelen

Ondanks het feit dat er geen gevaren voor de volksgezondheid zijn geweest kwalificeer ik de hele kwestie als buitengewoon zorgelijk. Uit deze MPA-affaire maar ook uit eerdere crises (dioxine, BSE) blijkt hoe kwetsbaar onze voedselproductie is. Voedselveiligheid staat of valt met alle schakels in de productieketen. Het blijkt noodzakelijk dat ondernemers in de agrarische sector garanties stellen aan de producten van hun leveranciers. Zo heeft in dit geval het afnemen van een ingrediënt van veevoeder van een niet-gecertificeerde leverancier geleid tot het in de voedselketen brengen van verboden hormonen.

Het is om deze redenen dat ik vind dat het bedrijfsleven haast moet maken met de opzet van ketengarantiesystemen waarin ondernemers in de voedselketen garanties eisen van hun leveranciers. Ik zal het bedrijfsleven uitnodigen hiertoe zo spoedig mogelijk met een plan van aanpak te komen.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

C. P. Veerman

Naar boven