26 900
Defensienota 2000

nr. 37
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 8 mei 2001

Hierbij bied ik u mede namens de minister van Buitenlandse Zaken een notitie aan over de positie van het Politiek en Veiligheidscomité en het Militair Comité binnen de Europese Unie. Ik heb deze notitie toegezegd naar aanleiding van een vraag van mevrouw Van Ardenne-Van der Hoeven tijdens het Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Defensie over het Europees Veiligheids en Defensie Beleid (EVDB) van 31 januari jl. (26 900, nr. 36).

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

Notitie over de positie van het Politiek en Veiligheidscomité en het Militair Comité binnen de Europese Unie

Inleiding

Tijdens de Europese Raad van Helsinki (1999) zijn de EU-lidstaten overeengekomen permanente structuren in stellen ten behoeve van het EVDB en van de Helsinki Headline Goal. Het gaat met name om het Politiek en Veiligheidscomité (PSC) en het Militair Comité van de Europese Unie (EUMC). Hierover zijn, zoals overeengekomen in Helsinki, tijdens de Europese Raad van Nice (9 en 10 december 2000) nadere afspraken gemaakt, die zijn vastgelegd in het Franse voorzitterschapsrapport en wat het PSC betreft, op Nederlands aandringen, ook in het Verdrag van de Europese Unie. Het PSC is permanent verklaard op 20 januari jl.; het EUMC op 9 april jl.

PSC

Het PSC krijgt een centrale rol bij de besluitvorming over en de uitvoering van de Petersbergtaken (crisisbeheersingstaken); ook het signaleren van crises («early warning») en het doen van aanbevelingen terzake behoren tot de verantwoordelijkheden van het PSC. Bij zijn werkzaamheden wordt het PSC geadviseerd door het EUMC en het Comité voor Civiele Aspecten van Crisisbeheersing (CCCM). Uiteraard zal ook de Hoge Vertegenwoordiger een aansturende rol vervullen. Hij kan in tijden van crisis het PSC voorzitten. Als het gaat om de uitvoering van EU-besluiten kan het PSC richtlijnen geven aan het EUMC en aan het CCCM.

Het PSC, waarin de EU-lidstaten zijn vertegenwoordigd op hoog ambtelijk/ambassadeursniveau, dient wat het EVDB betreft als voorportaal van de Algemene Raad (AR), die besluiten neemt en de politieke verantwoording draagt. De AR kan, met name in tijden van crises, het PSC een vergaand mandaat verlenen voor besluiten met het oog op de politieke controle en strategische richtlijnen voor EU-geleide operaties. Hierdoor kan het PSC, uiteraard onder politieke aansturing vanuit de hoofdsteden, slagvaardig reageren en snelle besluiten nemen, wat het crisisbeheersingsvermogen van de EU ten goede komt. Nederland heeft, zoals bekend, met succes aangedrongen op de opneming in het verdrag van deze mogelijkheid. Ook wordt de gang van zaken rondom de besluitvorming over crisisbeheersingsoperaties vastgelegd in interne besluitvormingsprocedures van de EU. Verschillende institutionele actoren zijn immers op grond van hun taken en bevoegdheden betrokken bij de EU-besluitvorming. Nederland zet zich ook in dit verband in voor goede afspraken, met – binnen de institutionele structuur van de EU – een centrale rol voor het PSC als uitgangspunt.

EUMC

Het EUMC bestaat uit de EU-Chefs-van-Defensiestaven (doorgaans vertegenwoordigd door hun militaire vertegenwoordigers) en geeft – gevraagd en ongevraagd – militair advies aan het PSC. Het EUMC stuurt alle militaire activiteiten in EU-verband aan, waaronder de werkzaamheden van de Militaire Staf van de Europese Unie (EUMS). Het PSC kan het EUMC richtlijnen geven voor de uitvoering van EU-maatregelen. De voorzitter van de EUMC is aanwezig bij vergaderingen van de AR en van het PSC als daar wordt overlegd over besluiten met militaire implicaties. Wanneer de AR besluiten dient te nemen zal het PSC adviezen van het EUMC «onversneden», vanzelfsprekend passend in een door het PSC vast te stellen politiek kader, voorleggen aan de ministers.

Conclusie

De werkverhouding tussen het PSC en het EUMC/EUMS is grosso modo vergelijkbaar met de relatie tussen Noord-Atlantische Raad in permanente zitting (op ambassadeursniveau) en het Militair Comité van de Navo. Niettemin bestaan er belangrijke verschillen, die zijn terug te voeren op de inpassing van de (nieuwe) permanente structuren in de reeds bestaande EU-constructie. Het spreekt vanzelf dat bij crisisbeheersingstaken, zoals de EU die wil gaan uitvoeren, politieke en militaire instrumenten en doelstellingen nauw op elkaar moeten zijn afgestemd. Dat vereist optimale afstemming tussen de politieke en militaire organen van de EU. De Nederlandse inspanningen zijn erop gericht goede afspraken te maken over de besluitvorming, waarbinnen het PSC en het EUMC optimaal kunnen functioneren.

Naar boven