26 900
Defensienota 2000

nr. 28
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 17 augustus 2000

Naar aanleiding van mijn toelichting op de voorgenomen samenvoeging van de grondgebonden luchtverdedigingseenheden van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht op de vliegbasis De Peel (kamerstuk 26 900 nr. 25; vergaderjaar 1999–2000) zijn aanvullende vragen gesteld. Gaarne voorzie ik u van nadere informatie omtrent het uitblijven van de beantwoording van deze vragen.

De oorspronkelijke reden voor de samenvoeging van de grondgebonden luchtverdediging was (eind 1998) gelegen in de samenvoeging van de Short Range Air Defence (SHORAD)-eenheden van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht. Hierdoor zouden gemengde land- en luchtmachteenheden ontstaan. In het proces dat heeft geleid tot de Defensienota 2000 is besloten de nog resterende Object Lucht Verdedigings (OLVD) eenheden van de Koninklijke luchtmacht (op de vliegbases Leeuwarden en Twenthe) – die onderdeel zouden vormen van die gezamenlijke SHORAD-eenheid – op te heffen. Inmiddels zijn per 1 april jl. deze eenheden ontheven van hun operationele status en zullen zij per 1 januari 2001 worden opgeheven.

Parallel hieraan doet zich nog een ontwikkeling voor. De Koninklijke luchtmacht buigt zich over de vraag hoe de HAWK PIP III systemen moeten worden vervangen. In de Defensienota 2000 is aangekondigd dat daarbij ook wordt gedacht aan (gebruikte, elders overtollig geworden) Patriot systemen.

Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat ik opdracht heb gegeven tot een nadere studie naar de toekomst van de grondgebonden luchtverdediging. De studie moet inzicht bieden in de mogelijkheden tot rationalisatie van de grondgebonden luchtverdedigingssystemen. Daarbij heb ik als randvoorwaarde gesteld dat nieuw in te voeren systemen bij voorkeur zowel personeelsarm, als eenvoudig en dus goedkoop te onderhouden dienen te zijn. Dit moet leiden tot een reductie van de exploitatiekosten van de grondgebonden luchtverdediging. Deze rationalisatie mag niet ten koste gaan van de operationele eisen die aan de Grondgebonden LuchtVerDediging (GLVD) worden gesteld.

De uitkomsten van de studie zijn van belang voor de voorgenomen samenvoeging van de grondgebonden luchtverdedigingseenheden van de Koninklijke landmacht en de Koninklijke luchtmacht op de vliegbasis De Peel.

De studie zal in het najaar worden afgerond. Ik zal u over de uitkomsten terstond informeren en daarbij de beantwoording van de aanvullende vragen betrekken.

De Minister van Defensie,

F. H. G. de Grave

Naar boven