26 800 VI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2000

nr. 26
MOTIE VAN HET LID NICOLAÏ C.S.

Voorgesteld 3 november 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het regelmatig voorkomt dat:

– het openbaar ministerie geen TBS eist, hoewel de psychiatrische rapportage over een zedendelinquent daartoe wel aanleiding geeft;

– de rechter geen TBS oplegt aan een zedendelinquent hoewel het openbaar ministerie dat wel eist;

– de rechter TBS van een zedendelinquent wel beëindigt hoewel de behandelende instelling dit afraadt;

verzoekt de regering, de achtergronden en oorzaken van deze gegevens te onderzoeken en te analyseren;

verzoekt de regering tevens, de Kamer een plan van aanpak voor te leggen waarin wordt aangegeven hoe, met inachtneming van de onafhankelijke beoordeling van de rechter, bevorderd kan worden:

– dat TBS met dwangverpleging vaker wordt opgelegd aan plegers van ernstige zedendelicten;

– dat tot TBS veroordeelde zedendelinquenten pas vrijkomen als er geen reëel gevaar voor recidive meer is;

– dat dwangmedicatie ruimer wordt toegepast;

– dat er een effectief volgsysteem voor in vrijheid gestelde TBS-veroordeelden komt,

en gaat over tot de orde van de dag.

Nicolaï

Kalsbeek

Dittrich

Naar boven