26 800 VI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2000

nr. 22
MOTIE VAN DE LEDEN HALSEMA EN DITTRICH

Voorgesteld 3 november 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat een toenemend aantal van de gedetineerden in de gevangenissen en huizen van bewaring (volgens onderzoek thans 80%) lijdt aan een psychische of persoonlijkheidsstoornis;

overwegende, dat behandeling van deze gedetineerden kan leiden tot een meer verantwoorde terugkeer in de samenleving en een verminderde kans op recidive, maar dat deze behandeling tijdens de detentie slechts mondjesmaat wordt gegeven;

voorts overwegende, dat de Penitentiaire beginselenwet – overeenkomstig het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten – gedetineerden recht geeft op behandeling;

ten slotte overwegende, dat het van belang is om tot een afgewogen programma te komen voor behandeling en begeleiding van gestoorde delinquenten zowel tijdens als na afloop van de detentie;

verzoekt de regering om op korte termijn een commissie van justitiële en gezondheidsdeskundigen in te stellen, die voorstellen doet om een dergelijk behandelprogramma vorm te geven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Halsema

Dittrich

Naar boven