26 800 VI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2000

nr. 21
MOTIE VAN HET LID HALSEMA

Voorgesteld 3 november 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat behandeling en intensieve begeleiding van ex-gedetineerden bepalend kan zijn voor een succesvolle reïntegratie en afname van recidive;

overwegende, dat dit met name van belang is bij zware (zeden)delinquenten die lijden aan een psychische of persoonlijkheidsstoornis;

overwegende, dat thans deze begeleiding slechts door de rechter kan worden opgelegd als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling, hetgeen alleen mogelijk is bij een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren;

overwegende, dat een proeftijd gedurende welke deze begeleiding kan worden opgelegd, slechts maximaal drie jaar kan duren, hetgeen voor de zwaardere ex-delinquenten met psychische stoornissen vaak te kort is;

verzoekt de regering de wet zodanig aan te passen, dat de rechter ook een voorwaardelijke veroordeling kan uitspreken bij gevangenisstraffen van meer dan drie jaren, en tevens dat de proeftijd op daarbij passende wijze wordt verruimd,

en gaat over tot de orde van de dag.

Halsema

Naar boven