26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 438 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 6 december 2017

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Defensie over de brief van 19 september 2017 inzake de achttiende voortgangsrapportage van het project Verwerving F-35 (Kamerstuk 26 488, nr. 435).

De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 1 december 2017. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De griffier van de commissie, De Lange

1

Hoe oordeelt u over de voorgenomen verkoop door de Amerikaanse regering van F-35 aan de Verenigde Arabische Emiraten, toestellen waarin ook onderdelen van Nederlandse makelij zijn verwerkt, in het licht van het Nederlandse beleid om geen wapens te verkopen aan de partijen die zich schuldig maken aan de strijd in Jemen? Hoe verhoudt zich dat tot vriendschappelijke betrekkingen die Nederland met andere landen, Israël bijvoorbeeld, in het Midden-Oosten heeft1?

De verkoop van F-35 toestellen door de Verenigde Staten aan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) is nu niet aan de orde en wordt evenmin op afzienbare termijn voorzien.

2

In hoeverre kan de regering invloed uitoefenen op export van de F-35 naar derde landen? Kunt u dat toelichten?

De Nederlandse regering heeft met alle partnerlanden (inclusief de Verenigde Staten) een Memorandum of Understanding (MoU) gesloten voor de productie, instandhouding en doorontwikkeling van de F-35. In dit MoU is vastgelegd dat de Program Executive Officer (PEO) als hoofd van het F-35 programma de partnerlanden consulteert over de verkoop aan derde landen en dat opvattingen over veiligheidsaspecten worden meegewogen.

3

In hoeverre kan de regering de export van onderdelen weigeren, indien gerede aanwijzingen bestaan dat afnemende landen de F-35 inzetten voor taken die niet stroken met het Nederlandse- dan wel EU-wapenexportbeleid?

Nederland is partner in het omvangrijke, multinationale project om de F-35 te produceren en heeft zich ingespannen om gerelateerde activiteiten naar Nederland te halen. Als resultaat van deze inspanningen zal in Nederland naast de productie van onderdelen ook op het gebied van instandhouding een bijdrage worden geleverd in de vorm van een regional warehouse en een motorenonderhoudsfaciliteit op vliegbasis Woensdrecht. Nederland is gebaat bij een onbelemmerde export van F-35 onderdelen. Als geïntegreerde buitenlandpolitieke of veiligheidsafwegingen daartoe aanleiding geven, kan het Nederlandse kabinet de export van onderdelen stopzetten.

4

In hoeverre zijn de bevindingen van de Deense rekenkamer ook voor Nederland relevant, nu deze Rekenkamer heeft geconstateerd dat het Deense parlement niet de juiste gegevens heeft ontvangen over vluchturen en kosten van de F-35? Kunt u dat toelichten2?

De bevindingen van de Deense rekenkamer zijn voor Nederland niet relevant, omdat Denemarken andere uitgangspunten voor het gebruik van de F-35 hanteert.

5

Worden de voorstellen om de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de Defensiematerieelbegroting te vergroten, zoals beschreven in het regeerakkoord, ook van toepassing op de Verwerving F-35? Kunt u dit toelichten?

De voorstellen over de voorspelbaarheid en schokbestendigheid van de defensiebegroting zijn nog in ontwikkeling. Hoe en in welke mate deze van invloed zullen zijn op materieelprojecten is nog niet bekend. De Defensienota zal daarover inzicht verschaffen.

6

Om welke redenen kunt u nu nog niet besluiten over de aanschaf van de zes extra toestellen in de block buy?

7

Kunt u specifiek aangeven wanneer de beslissing zal worden genomen aangaande de aanschaf van de zes extra toestellen in de block buy?

8

Is er op dit moment genoeg investeringsbudget voor de voorziene aanschaf van 37 F35 toestellen? Van welke dollarkoers gaat u uit bij uw beantwoording?

Intussen is besloten dat de zes toestellen in de Block Buy zullen worden aangeschaft. Over (de achtergronden van) dit besluit heb ik op 21 november jl. een brief naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk 26 488, nr. 436).

9

Wat zijn naar uw oordeel de gevolgen voor het gehele F-35 programma en wat zijn de specifieke gevolgen voor de Nederlandse aankoop van F-35's van de oplopende onderhoudskosten van de Amerikaanse F-35?

Is het waar dat deze oplopende kosten thans zijn geraamd op meer dan een biljoen Amerikaanse dollars (1 trillion)? Is het tevens waar dat, ondanks deze oplopende kosten, de onderhoudsdoelstelling niet wordt gehaald3?

De situatie in de Verenigde Staten is niet vergelijkbaar met die in Nederland. Zoals beschreven in de achttiende voortgangsrapportage (Kamerstuk 26 488, nrs. 404, 416, 431 en 435) hebben de Verenigde Staten gekozen voor een langere invoerreeks. De periode waarin de Amerikanen de F-35 vloot in bedrijf houden, wordt daardoor verlengd tot ongeveer 60 jaar. Vanwege deze langere termijn worden de totale kosten van gebruik en instandhouding van de F-35 over de gehele periode hoger. Het Amerikaanse Government Accountability Office (GAO) schat die kosten op $ 1 biljoen. Nederland hanteert een andere invoerreeks en gaat ervan uit tot en met 2053 (dertig jaar gerekend vanaf de levering van toestellen in 2023) met de F-35 te vliegen (zie ook Kamerstuk 26 488, nr. 369).

Zoals eveneens in de laatste voortgangsrapportages (Kamerstuk 26 488, nr. 404, nr. 416, nr. 431, nr. 435) gemeld, blijft de bedrijfszekerheid van de F-35 achter ten opzichte van de planning. Een van de belangrijkste oorzaken die het GAO noemt, is het gebrek aan beschikbare reservedelen dat op zijn beurt mede wordt veroorzaakt door de beperkte reparatiecapaciteit. Zie ook de brief over het recente GAO-rapport die de Kamer zal ontvangen.

10

Is Nederland ook getroffen door het tekort aan reserve-onderdelen, zoals de Amerikaanse Rekenkamer constateerde bij het F-35 programma, een tekort waardoor 22 procent van de F-35's niet kon vliegen4?

11

Verwacht u dat Nederland hinder zal ondervinden van het feit dat de reparatiecapaciteit bij het Amerikaanse F-35 programma zes jaar achterloopt op het geplande schema en de gemiddelde reparatietijden van onderdelen inmiddels zijn opgelopen tot 172 dagen, wat meer is dan een verdubbeling van de doelstelling? Zo ja, tot hoelang zal de vertraging oplopen? Zo nee, waarom niet5

De instandhoudingsproblematiek raakt niet alleen de Amerikaanse toestellen en die van partnerlanden, maar ook de twee Nederlandse testtoestellen. Deze zijn gestationeerd op Edwards Air Force Base (AFB) in Californië en worden soms geconfronteerd met een tekort aan reservedelen. Niettemin halen zij over het algemeen het aantal geplande vlieguren. De eerstvolgende toestellen ontvangt Nederland in 2019, als de acht toestellen die in 2015 zijn besteld worden afgeleverd. Zes daarvan zullen op Luke AFB worden gestationeerd voor de vliegeropleiding en twee op vliegbasis Leeuwarden. Nederland volgt de ontwikkelingen nauwlettend en zal zelf actief een bijdrage leveren aan de instandhouding in de vorm van een regional warehouse en een motorenonderhoudsfaciliteit op Woensdrecht.

12

Wat zijn voor de Nederlandse regering de risico's van het blijvende eigendom en de controle daarover door Lockheed Martin van het ALIS-systeem, zonder welk systeem de F-35 niet kan functioneren? Deelt u de opvatting dat Lockheed Martin een onvoorspelbare partner is? Indien dat niet het geval is, kunt u dat toelichten6?

Lockheed Martin heeft ALIS ontwikkeld. De Amerikaanse overheid heeft het systeem, dat voor een deel bestaat uit commercial of the shelf software, aan Defensie geleverd. ALIS draait op computersystemen waarvan het eigendom en het beheer in handen van Defensie zijn. Ik deel uw opvatting over Lockheed Martin niet.

13

In hoeverre kan de regering invloed uitoefenen op gebruik van de F-35 door partnerlanden als Israël en Turkije? Kunt u dat toelichten?

Israël en Turkije zijn net zoals Nederland soevereine staten die zonder tussenkomst van andere landen beslissen over de inzet van wapensystemen. Wel bestaat uiteraard de mogelijkheid om via bilaterale contacten en diplomatiek verkeer met de desbetreffende landen te communiceren en hen te informeren over de Nederlandse opvattingen.

14

Heeft de delegatie van de Defensie Materieel Organisatie (DMO), die onder leiding van de heer De Waard in oktober 2017 Fort Worth bezocht, gesproken over oplossingen voor hierboven genoemde achterstanden? Zo ja, welke oplossingen worden voorzien? Binnen welke termijn wordt de achterstand ingelopen?

Ja, er is gesproken over het belang van de reservedelenvoorraad in combinatie met de uitbreiding van de reparatiecapaciteit. Navraag bij het Joint Program Office (JPO) heeft uitgewezen dat intussen een groot aantal maatregelen is getroffen dat zowel op de korte als de langere termijn effect gaat sorteren. Nederland houdt dit nauwgezet in de gaten.

15

Is er inmiddels een termijndollarcontract gesloten over toestellen uit de productieserie 11? Zo ja, van welke dollarkoers is hierbij uitgegaan? Zo nee, wanneer wordt dit termijndollarcontract gesloten?

Voor de acht Nederlandse toestellen uit productieserie 11 is in juli 2017 een voorlopig contract gesloten waarmee ongeveer de helft van de totale bestelling is gedekt. Hiervoor is een termijndollarcontract gesloten met een gemiddelde koers van € 1,00 = $ 1,1678. Over het resterende deel van de bestelling wordt nog onderhandeld; het definitieve contract wordt naar verwachting in januari 2018 ondertekend. Een dollartermijncontract wordt binnen vijf dagen na ondertekening van het contract gesloten tegen de dan geldende koers.

Naar boven