26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 249 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2010

De Kamer is enkele malen informatie toegezegd over de actualisering van de kostenramingen voor het project Vervanging F-16. In de brief van 23 september jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 246) is uiteengezet dat Defensie nog in afwachting was van door de Amerikaanse overheid goedgekeurde kosteninformatie voor de Conventional Take-Off and Landing (CTOL-)versie van de F-35, waarvoor Nederland belangstelling heeft. Wel is toen al de verwachting kenbaar gemaakt dat de gevolgen van de ontwikkelingen in de Verenigde Staten voor het project Vervanging F-16 aanzienlijk zouden zijn. Defensie heeft de formele informatie eind september ontvangen en op grond daarvan de actualisering van de kostenraming voltooid. Er is een grondige analyse nodig geweest om vast te stellen welke kostenstijgingen in de Verenigde Staten gevolgen hebben voor het Nederlandse project. Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de actualisering.

De geactualiseerde raming van de Nederlandse investeringskosten komt uit op een stijging van € 1,4 miljard ten opzichte van het huidige projectbudget van € 6,2 miljard (stand begroting 2011). Dit is een stijging van meer dan 20 procent. De uitgangspunten van het project, zoals het planningsaantal van 85 toestellen, zijn bij deze actualisering niet gewijzigd. In de jaarrapportage 2009 is gemeld dat dit voorjaar, in plaats van een verlaging van het projectbudget, een tijdelijke projectreserve van € 100 miljoen is ingesteld. Daarvan is € 52,4 miljoen gebruikt om een deel van de prijsstijging op te vangen. Het andere deel (€ 47,6 miljoen) was reeds benut als defensiebijdrage aan de business case die in mindering is gebracht op het projectbudget.

Kosteninformatie F-35 programma

De jaarrapportage van 13 april jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 232) van het project Vervanging F-16 over het jaar 2009 vermeldde de verwachting van de Director of Cost Assessment and Program Evaluation (D-CAPE) van het Amerikaanse ministerie van Defensie dat de Average Procurement Unit Cost (APUC) van de F-35 zou stijgen met 14 tot 37 procent. Deze APUC-raming bevat de gemiddelde prijs van de drie versies van de F-35 over de gehele productieperiode die ook de geraamde Amerikaanse investeringen in onder meer gronduitrusting, simulators en initiële reservedelen omvat.In de jaarrapportage is ook uiteengezet dat Defensie haar kostenramingen normaliter baseert op informatie van Selected Acquisition Reports (SAR) van het Amerikaanse ministerie van Defensie. De SAR-informatie over 2009 was echter niet op tijd beschikbaar voor verwerking in de jaarrapportage. In de jaarrapportage is tevens aangekondigd dat Defensie de financiële ramingen voor het project zou herijken nadat de D-CAPE actuele kosteninformatie over het F-35 programma aan het Congres zou hebben verstrekt.

In de loop van het jaar is het F-35 programma in overeenstemming met de Nunn-McCurdy-wet in de Verenigde Staten opnieuw gecertificeerd en heeft de D-CAPE de ramingen van de totale Amerikaanse investeringskosten gevalideerd. Dit is door mijn ambtsvoorganger in de brief van 9 juli jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 244) toegelicht. Daarin is ook uiteengezet dat zonder aanvullende informatie de gevolgen van de gestegen ramingen in de Verenigde Staten niet konden worden bepaald voor de ramingen van het Nederlandse project.

In de brief van 9 juli jl. is ook gemeld dat het Pentagon de doorlichtingen van het F-35 programma zou voortzetten met het oog op de voortgang van de productie van toestellen en van de testfase om de dit voorjaar herijkte planning van de SDD-fase te monitoren en zo nodig aanvullende maatregelen te nemen. Deze onderzoeken zijn voor een deel gereed maar nog niet vastgesteld. Het Pentagon werkt nog aan een nieuwe kostenanalyse. Deze betreft enerzijds een geactualiseerde raming van de D-CAPE en anderzijds een «should cost analysis» met streefgetallen. Logischerwijs heeft de actualisering van de Nederlandse cijfers daarop nog geen betrekking.

Geactualiseerde kostenraming project Vervanging F-16

De geactualiseerde raming van de kosten van het Nederlandse project berust op de SAR-2009 en op de relevante onderdelen van de CAPE-ramingen. In afwachting van de CAPE-ramingen voor de exploitatiekosten van de F-35 zijn de exploitatiekosten nog niet geactualiseerd.

In de SAR-2009 nemen vrijwel alle kostenposten toe vanwege gestegen grondstoffenprijzen en loonkosten in de Verenigde Staten. Ook zijn op grond van de benodigde productietijd van de eerste toestellen de kosten van vliegtuigen en motoren hoger geraamd. Zoals gemeld in Kamerstuk 26 488 nr. 217 hebben de Verenigde Staten de aanschaf van 122 vliegtuigen vertraagd. Ook andere partnerlanden hebben eind vorig jaar hun geplande bestelreeks voor F-35 toestellen gewijzigd. Dit is gemeld op 20 november 2009 (Kamerstuk 26 488, nr. 205). Hierdoor zijn in totaal 72 vliegtuigen in de productieplanning naar achteren verschoven. Deze aanpassingen hebben een negatief effect op de «productieleercurve» en hebben tot gevolg dat vooral vliegtuigen in de eerdere productiejaren duurder zijn geworden. Ten slotte is een nieuwe schatting gemaakt van de behoefte aan en de prijzen van gereedschappen, testapparatuur en andere vliegtuiggebonden apparatuur. Ook deze kostenposten zijn groter geworden.

De hogere ramingen van de D-CAPE ten opzichte van de SAR-2009, voor zover die voor Nederland van toepassing zijn, betreffen de volgende aspecten. De D-CAPE hanteert een conservatievere schatting van de voordelen van meerjarige contracten met een groot aantal vliegtuigen dan in de SAR-2009 en houdt het op 1 procent in plaats van 5 procent. Overigens is het Amerikaanse Congres van mening dat bij meerjarige contracten moet worden gestreefd naar een besparing van 10 procent. Ten opzichte van de SAR-2009 houdt de D-CAPE voorzichtigheidshalve rekening met een winstmarge voor hoofdleveranciers die 2 procent ruimer is. D-CAPE hanteert anders dan de SAR-2009 reeds de uurtarieven van 2010. Als gevolg van de afwijkende aannames komen ook de ramingen van D-CAPE voor reservedelen van de F-35 hoger uit dan in de SAR-2009.

Tot slot

Zoals in september jl. al werd verondersteld, valt de aangepaste raming van de investeringen ten behoeve van het project Vervanging F-16 aanzienlijk hoger uit dan het huidige projectbudget. Het regeerakkoord voorziet in een verlaging van het defensiebudget. In het vroege voorjaar van 2011 zal ik in een beleidsbrief uiteenzetten wat daarvan in meerjarig perspectief de gevolgen zijn voor de omvang en de samenstelling van de krijgsmacht. Een herijking van het project Vervanging F-16 zal daarvan deel uitmaken.

De Minister van Defensie, J. S. J.Hillen

Naar boven