26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

nr. 105
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 18 december 2003

Tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 17 december 2003 heb ik toegezegd u nader te informeren over de financieringssystematiek van de individuele reïntegratieovereenkomst (IRO) in relatie tot de financiering van de reguliere reïntegratietrajecten die het UWV inkoopt bij reïntegratiebedrijven.

In de aanbestedingsprocedure zoals die in 2003 is vormgegeven (boekjaar juli 2003–juli 2004) worden 2 financieringsvormen onderscheiden. Bij contracten voor cliënten met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt geldt 100% resultaatfinanciering. De overeengekomen trajectprijs wordt na het realiseren van een duurzame plaatsing betaalbaar gesteld. Bij contracten voor cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt geldt 50% resultaatfinanciering. De prijs voor het plaatsingsplan en de eerste helft van de prijs voor de toeleiding naar plaatsing wordt bij aanvang betaalbaar gesteld. De tweede helft van de prijs voor de toeleiding en de prijs voor nazorg worden na het realiseren van een duurzame plaatsing betaalbaar gesteld. In de bijlage bij deze brief treft u een overzicht aan waarin per doelgroep de van toepassing zijnde financieringsvorm wordt weergegeven.

Naast een differentiatie in het percentage resultaatfinanciering, is ook differentiatie in de trajectprijs mogelijk. De overeengekomen trajectprijs kan variëren tussen de € 3000 en € 12 000.

Tijdens het Algemeen Overleg is terecht opgemerkt dat de IRO per individueel traject wordt afgesloten, terwijl het bij de reguliere trajecten om grote aantallen gaat. Daarom is de optie naar voren gebracht om een mindere mate van resultaatfinanciering te hanteren. Ik meen dat de bestaande mogelijkheden tot differentiatie toereikend zijn, temeer daar de IRO enkele zekerheden in zich heeft, die voor de reguliere trajecten niet gelden:

• over het algemeen zullen juist de meest gemotiveerde cliënten voor een IRO kiezen;

• het reïntegratiebedrijf heeft de kans om de cliënt te leren kennen voordat er een offerte wordt uitgebracht. Bij reguliere trajecten kent het reïntegratiebedrijf de cliënten waarvoor het een offerte uitbrengt niet, maar moet het bedrijf afwachten wie het UWV doorstuurt.

Met het voorgaande is verenigbaar dat voor een IRO dezelfde financieringseisen en ook dezelfde mogelijkheden voor differentiatie gelden als voor de reguliere contracten. Teneinde te waarborgen dat de (mogelijkheid en mate van) differentiatie steeds gelijk is voor zowel de reguliere trajecten als de IRO, zal de conceptregeling IRO op één punt aangepast worden: waar nu nog wordt gesproken over een mate van resultaatfinanciering van tenminste 50%, zal de tekst zó worden veralgemeniseerd dat steeds wordt aangesloten bij de mate van resultaatfinanciering die bij de reguliere trajecten aan de orde is.

Zoals ieder jaar evalueert TNO de UWV aanbestedingsprocedure. In het eerste kwartaal van 2004 worden de resultaten verwacht van de evaluatie over de aanbestedingsprocedure 2003. De gevolgen van de mate van resultaatfinanciering die in 2003 is gehanteerd, maakt uitdrukkelijk onderdeel uit van deze evaluatie. Zouden er eerder signalen optreden dat de gehanteerde percentages of bandbreedtes tot ongewenste situaties leiden, dan zal ik u daar zo spoedig mogelijk over informeren.

Naar mijn overtuiging is het een goede zaak als de IRO op de kortst mogelijke termijn van start gaat. Evaluatie-uitkomsten alsmede conjuncturele ontwikkelingen maken dat de IRO geen statisch product is.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

BIJLAGE

Mate van resultaatfinanciering bij de UWV-aanbestedingsprocedure 2003 naar doelgroep

 resultaat financiering
Arbeidsgehandicapten met lichte lichamelijke klachten100%
Arbeidsgehandicapten met zware lichamelijke klachten50%
Arbeidsgehandicapten met lichamelijke klachten ouder dan 50jr.50%
Nierpatiënten50%
  
Ontslagwerklozen fase 2100%
Ontslagwerklozen fase 3 en 450%
Werklozen ouder dan 50 jaar50%
  
Arbeidsgehandicapten met psychische klachten fase 250%
Arbeidsgehandicapten met psychische klachten fase 3/450%
Visueel/auditief arbeidsgehandicapten50%
Jong(arbeids)gehandicapten schoolverlaters van SVO/MLK en praktijkscholen50%
Jong(arbeids)gehandicapten schoolverlaters van SVO/ZMLK en Mytyl-Tyltylscholen50%
Jong(arbeids)gehandicapten ROC-leerlingen50%
Jong(arbeids)gehandicapten uit zorginstellingen50%
  
Ontslagwerklozen van allochtone afkomst50%
Arbeidsgehandicapten van allochtone afkomst50%
Tweede kans reïntegratie ontslagwerklozen50%
Tweede kans reïntegratie arbeidsgehandicapten50%
Naar boven