26 049
Indonesië

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 25 mei 1999

Inleiding

In een aantal brieven aan uw Kamer en in het recente Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken op 20 april jl. (26 049, nr. 11) informeerde ik u over de ontwikkelingen aangaande de kwestie Oost-Timor (OT). Hierna ga ik in op de recent afgesloten akkoorden inzake Oost-Timor en de Nederlandse opstelling terzake. In dat verband zal ik, conform uw verzoek, expliciet aandacht besteden aan een VN-politiemacht.

Akkoorden inzake Oost-Timor/VN-Trustfund/VN-politiemacht

Op 5 mei jl. is te New York door de ministers van Buitenlandse Zaken van Portugal en Indonesië, respectievelijk Gama en Alatas en de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties een drietal tripartiete akkoorden getekend inzake Oost-Timor. Genoemde akkoorden hebben betrekking op de toekomstige status, het consultatiemechanisme en de veiligheidsaspecten.

Kern van de akkoorden is dat de Oost-Timorezen (binnen OT en daarbuiten) zullen worden geconsulteerd over de vraag of zij een speciale autonome status binnen Indonesië aanvaarden of niet. Indien de Oost-Timorezen genoemde status afwijzen zullen de Indonesische autoriteiten de noodzakelijke maatregelen nemen om de banden met Oost-Timor te verbreken. De regeringen van Indonesië en Portugal en de Secretaris-Generaal van de VN zullen alsdan maatregelen treffen voor een vreedzame en ordelijke autoriteitsoverdracht.

Genoemde consultatie is voorzien voor 8 augustus a.s.

De Indonesische regering is verantwoordelijk voor de handhaving van de veiligheid op Oost-Timor zodat de consultatie op een rustige en eerlijke wijze kan verlopen in een stabiel en vreedzaam klimaat, waarbij ook de veiligheid van onder andere de VN staf gewaarborgd is.

De Secretaris-Generaal van de VN is voornemens zo snel mogelijk een VN-missie naar Oost-Timor te zenden met het oog op de implementatie van voornoemde akkoorden. De VN zal belast zijn met het uitvoeren van de raadpleging en zal voorts civiele politie leveren die de Indonesische politie zal adviseren bij het uitoefenen van zijn taken op Oost-Timor. Tevens zal de civiele politie ten tijde van de raadpleging toezicht houden op de escorte van de stembiljetten en stembussen van en naar de stemlokalen.

De internationale staf voor het raadplegingsproces zal mogelijk uit circa 600 personen bestaan. Het aantal civiele politiefunctionarissen zal worden vastgesteld na terugkeer van de zgn. politie «advance party» die op dit moment op Oost-Timor verblijft. De gehele VN-missie, inclusief civiele politie, zou medio juni op Oost-Timor aanwezig moeten zijn.

De Secretaris-Generaal heeft een VN Trust-Fund opgericht waaruit, op basis van vrijwillige financiële bijdragen van de lidstaten, de VN-aanwezigheid in Oost-Timor zal worden gefinancierd.

De Veiligheidsraad heeft één en ander verwelkomd per resolutie van 7 mei jl. (S/RES/1236 (1999)).

Nederlandse opstelling

Nederland is verheugd over de ondertekening van genoemde akkoorden en heeft veel waardering voor de opstelling van betrokkenen in het onderhandelingsproces.

Zo is de Indonesische opstelling niet zonder binnenlandse politieke risico's.

Ik sprak daar reeds over in het Algemeen Overleg met uw Commissie op 20 april jl.

Ik heb mijn oprechte waardering dan ook overgebracht aan mijn Indonesische en Portugese collega's.

Het komt nu aan op de implementatie van de akkoorden.

De VN moet naar mijn mening dan ook in de gelegenheid worden gesteld de haar toebedeelde rol bij de consultaties optimaal te vervullen, zeker gezien het feit dat de implementatie met zorg omkleed is (zie ook EU-verklaring d.d. 7 mei jl.). De EU zal zich inzetten voor een substantiële financiële bijdrage aan genoemd VN Trust-Fund.

Ik zal bezien of ik middelen kan vinden voor een additionele Nederlandse bijdrage. Waar het betreft de eventuele inzet van Nederlandse waarnemers of civiel politiepersoneel reageer ik vooralsnog terughoudend en wens de resultaten van genoemde VN advance party terzake af te wachten.

Ik zal u van de verdere ontwikkelingen op de hoogte houden.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. J. van Aartsen

Naar boven