Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1999-2000
KST45836
1999-2000
25 928
Navo helikopterproject NH-90
Nr.
6
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 22 mei 2000
Inleiding
Het Europese samenwerkingsproject NH-90 behelst de ontwikkeling en productie
van een middelzware helikopter in een maritieme variant (de «Nato Frigate
Helicopter», NFH) en in een tactische transport-variant (de «Tactical
Transport Helicopter», TTH). Met de brief van 1 oktober 1990 (Kamerstuk
19 282, nr. 7) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de resultaten
van de studiefase van dit project.
Nederland neemt sinds 7 januari 1991, na het sluiten van het «General
Memorandum of Understanding» (General MOU) en het «Design and
Development MOU» (D&D MOU), samen met Frankrijk, Duitsland en Italië
deel aan dit Europese samenwerkingsproject. Voor Nederland gaat het hierbij
om de vervanging van de Lynx-helikopters door twintig NFH's. De Tweede Kamer
wordt jaarlijks over dit project geïnformeerd. Daarnaast bent u tussentijds
bij diverse gelegenheden zowel schriftelijk als mondeling geïnformeerd
over relevante ontwikkelingen binnen het project. Op 21 april 2000 heb ik
u voor de laatste maal een tussenrapportage aangeboden, waarin ik u onder
meer heb geïnformeerd over de stand van zaken van het productie-MOU,
de contractonderhandelingen, het alternatieven-onderzoek en de tijdsdruk op
de besluitvorming. Inmiddels zijn de onderhandelingen tussen het «Nato
Helicopter Management Agency» (Nahema) en de «Nato Helicopter
Industries» (NHI) over het contract betreffende de productie-investering
en de productie, kortweg het productiecontract, afgerond. Met deze brief informeer
ik u over de resultaten van de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) van
het NH-90 project. Tevens ga ik in op de resultaten van het alternatievenonderzoek.
Behoeftestelling
Maritieme helikopters kunnen op vele manieren binnen een maritiem verband
worden ingezet. Daarbij gaat het om de uitvoering van taken op het gebied
van onderzeebootbestrijding, oppervlakte-oorlogvoering, «surveillance»,
transport en «search and rescue» (SAR). Voorts moeten maritieme
helikopters meer dan in het verleden in staat zijn operaties te land te ondersteunen,
bijvoorbeeld door personeel vanaf een amfibisch transportschip aan land te
brengen. De maritieme helikopter vormt een integraal onderdeel van het wapensysteem
van zowel een fregat als van een amfibisch transportschip. Daarnaast kan een
maritieme helikopter vanaf ieder geschikt vliegdek opereren.
De huidige Lynx-helikopters zijn vanaf 1975 in gebruik bij de Koninklijke
marine. Nu al voldoet de Lynx niet meer aan de inzeteisen op het gebied van
vliegbereik, transportvermogen en sensoren en wapens. In de huidige planperiode,
tot 2010, komt het eind van de technische levensduur van deze helikopters
in zicht. Voor de vervanging van de Lynx bestaat behoefte aan een flexibele,
middelzware maritieme helikopter. In de Defensienota 2000 is voorzien dat
vanaf 2007 de huidige Lynx-helikopters worden vervangen door twintig
NH-90 helikopters in de maritieme variant. Naast de uitvoering van de hoofdtaken
in een maritiem verband, te weten «surveillance» en bestrijding
van oppervlakteschepen en onderzeeboten, zullen uit het totale bestand van
twintig NH-90's helikopters worden gebruikt voor amfibische operaties vanaf
de amfibische transportschepen, voor SAR-taken en voor opleidingen. Daarnaast
zullen steeds enkele helikopters in onderhoud zijn. Van de twintig helikopters
worden veertien uitgerust met een volledig missiesysteem voor de hoofdtaken.
In de resterende zes helikopters worden de voorzieningen aangebracht voor
de inbouw van een dergelijk systeem. Deze toestellen kunnen, naar gelang de
operationele omstandigheden, alsnog van missieapparatuur worden voorzien.
Op deze wijze kan optimaal en flexibel invulling worden gegeven aan de uitvoering
van alle operationele taken.
Invulling van de behoefte
Op 1 september 1992 hebben Nahema en NHI het contract voor de «Design
& Development» (D&D)-fase van het NH-90 project gesloten. Tijdens
deze fase ontwerpt en ontwikkelt de industrie een helikopter die voldoet aan
de geharmoniseerde eisen van de aan het project deelnemende landen. Het gaat
daarbij om een tweemotorige helikopter van maximaal tien ton, een maximale
vluchtduur van ongeveer vier uur en een kruissnelheid van 120 knopen.
De NFH beschikt over een «Avionica System» dat bestaat uit
het «Core system» voor de uitvoering en bewaking van de basisfuncties
van de vliegtuigsystemen, het «Flight Control System» dat tevens
de vlieger ondersteunt bij de uitvoering van het tactische gedeelte van de
missie en het missiesysteem voor het managen van de sensoren en wapens. Het
gaat daarbij om de radar, het passief en actief akoestisch subsysteem, de
tactische «Forward Looking Infra Red» en een systeem voor «Electronic
Support Measures»/ «Electronic Counter Measures». De systeemintegratie
van de NFH wordt zo uitgevoerd dat de werkbelasting van de bemanning minimaal
is. De bemanning kan uit slechts drie personen bestaan: een vlieger, een «tactical
coordinator» en een sensoroperator.
De helikopter wordt verder uitgerust met een geïntegreerd «stores
management system» voor sonoboeien en wapens. Om de torpedo's die bij
de Koninklijke marine in gebruik zijn te kunnen handhaven, wordt de MK46-torpedo
geïntegreerd. Ook wordt de helikopter uitgerust met de voorzieningen
voor een in het missiesysteem geïntegreerd «Helicopter Air to Surface
Missile» systeem.
Alternatievenonderzoek
Nederland heeft in 1990/1991 bewust gekozen voor een volwaardig partnerschap
in het NH-90 project. Door vanaf het begin aan het project deel te nemen heeft
Nederland goed invloed kunnen uitoefenen op het ontwerp van de NFH. Een belangrijk
voorbeeld van de Nederlandse inbreng in het ontwerp is de keuze voor het hiervoor
al omschreven «driemans bemanningsconcept». Bovendien zijn er
mogelijkheden tot samenwerking op het gebied van opleidingen en logistieke
ondersteuning en is de Nederlandse industrie vroegtijdig betrokken bij de
ontwikkeling van deelsystemen.
Zowel nationaal als internationaal is, met behulp van expertise van Nahema,
de controle-organen van de deelnemende landen en het Nederlands Instituut
voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR), bij diverse gelegenheden
nagegaan of er sprake was van een marktconform eindproduct. De resultaten
van deze onderzoeken zijn ook gebruikt bij de onderhandelingen over het productiecontract.
Naar aanleiding van de wijziging van de Duitse positie in het NH-90 project
vorig jaar is een onderzoek uitgevoerd naar mogelijke alternatieven voor de
NH-90. Zoals ik meldde in mijn brief van 9 november 1999 (nr. M99 005 641)
is daartoe een uitgebreide «Request for Information» (RFI) opgesteld
voor een maritieme helikopter. De RFI is 26 oktober 1999 verstuurd aan de
firma's Kaman Aerospace International Corporation, Sikorsky Aircraft Corporation
en GKN Westland Helicopters. Eind januari 2000 hebben deze firma's informatie
verstrekt. Vervolgens zijn de verstrekte gegevens geëvalueerd, waarbij
voor de operationeel-technische en logistieke aspecten het Nationaal Lucht-
en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) is ingeschakeld.
In de evaluatie zijn de helikopters van deze firma's vergeleken met de
minimale eisen die worden gesteld aan de NH-90, in het bijzonder de flexibiliteit
van de inzet, de capaciteit van het missiesysteem, de beladingscapaciteit,
de omvang van de bemanning, de maximale vliegduur en de capaciteit voor personentransport.
Op grond van een vergelijking van deze factoren en de geoffreerde prijzen
blijkt de prijs-kwaliteitverhouding van geen van de alternatieven beter dan
die van de NH-90. Vanwege het commercieel-vertrouwelijke karakter informeer
ik u over deze evaluatie in de vertrouwelijke bijlage bij deze brief.
Deelneming Nederlandse industrie
Het NH-90 project is een groot Europees samenwerkingsprogramma waarin
de Nederlandse industrie vanaf het begin participeert. Het project is belangrijk
voor het luchtvaartcluster en het biedt de mogelijkheid op hoogwaardig niveau
deel te nemen aan het ontwerp en de bouw van een nieuwe generatie helikopters.
Voor zover nu kan worden voorzien, zal de productie doorlopen tot 2022. De
logistieke ondersteuning van dit product en de export van de NH-90 varianten
zullen naar verwachting tot na het jaar 2022 ook in Nederland industriële
activiteiten met zich brengen.
In de D&D-fase van het NH-90 project participeren Fokker Aerostructures
als hoofdaannemer, Special Products, NLR en enige toeleveranciers voor ongeveer
6,5 procent van de totale D&D-kosten. Deze fase zal doorlopen tot en met
2003. Het D&D-percentage en het aandeel in de waarde van de door Nederland
af te nemen helikopters (4,5 procent van het totaal) leidt overeenkomstig
het General MOU tot een Nederlands werkaandeel van 5,5 procent in de voorgenomen
productie van de 595 helikopters. Daardoor is er sprake van een zeer gunstige
industriële positie voor de Nederlandse bedrijven in verhouding
tot de waarde van de door Nederland af te nemen helikopters. Daarnaast hebben
de Noordse landen (Noorwegen, Zweden, Finland en Denemarken) en Portugal serieuze
belangstelling getoond voor de NH-90 helikopter.
Exploitatievoorbereiding
Om de exploitatiekosten van de NH-90 zo laag mogelijk te houden zijn zware
eisen gesteld aan de onderhoudbaarheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid
van het materieel. Op deze manier wordt al tijdens de ontwerpfase alles in
het werk gesteld voor een goede beheersing tijdens de exploitatie. Daarnaast
zal ook tijdens de exploitatiefase een optimale beheersing van de personele
en materiële exploitatiekosten worden nagestreefd. Door gebruik te maken
van een «Monitoring and Diagnostic System» (MDS) kan het onderhoud
zo goed mogelijk worden afgestemd op de toestand van de verschillende onderdelen
van de helikopter.
Met behulp van het door Nahema en de partnerlanden bewaakte proces van
«Integrated Logistic Support» (ILS) worden de nationale instandhoudings-
en opleidingsplannen gedefinieerd. Hieruit wordt vervolgens – rekening
houdend met het voorziene gebruik van de helikopter en de reeds bestaande
voorzieningen – mede de behoefte afgeleid aan de middelen voor de eerste
drie jaar van opereren, de «Initial In-Service Support» (IISS).
Het productiecontract biedt mogelijkheden om ten behoeve van dit IISS deelcontracten
af te sluiten. In het productie-MOU zijn hiervoor plafondbedragen vastgelegd.
Gezien de levering van de helikopters vanaf 2007 kan Nederland wachten
tot eind 2004 met het verwerven van het benodigde ondersteuningspakket, bestaande
uit reservedelen, testapparatuur en trainingshulpmiddelen.
Een speciale internationale werkgroep onder leiding van Nahema inventariseert
de behoefte aan trainingshulpmiddelen, waaronder een «Full Mission Flight
Trainer» (FMFT), alsmede de mogelijkheden van internationale samenwerking
bij de definitie, verwerving en exploitatie van deze hulpmiddelen. Nederland
onderzoekt thans de mogelijkheden om samen met de partners deel te nemen aan
een geplande operationele evaluatie van de NFH in 2005.
Het proces van de exploitatievoorbereiding is nog niet voltooid. Daarom
zal ik u in de jaarrapportages over de NH-90 nader informeren over de personele
en materiële exploitatie van de helikopter en over de wijze waarop de
daarmee verbonden uitgaven zo goed mogelijk worden beheerst.
Projectplanning
Op dit moment is de ontwerpfase voltooid, met uitzondering van het missiesysteem.
De D&D-fase zal uiteindelijk in 2003 worden voltooid. De projectplanning
voorziet in ondertekening van het productie-MOU en het productiecontract op
8 juni 2000. Deze datum is van belang vanwege de gewenste levering van de
eerste TTH in 2004 aan Duitsland en de gewenste levering van de eerste NFH's
in 2005 aan Italië en Frankrijk. Om die reden is ook de offerte van de
industrie geldig tot 8 juni 2000. Daarnaast is ondertekening van het contract
een belangrijk signaal aan de Noordse landen en Portugal die, zoals eerder
aangegeven, belangstelling hebben voor de NH-90.
De onderhandelingen hebben geleid tot het voornemen van de deelnemende
landen 595 helikopters af te nemen. Voor een totaal van 366 helikopters gaan
deze landen een verplichting aan en voor 229 toestellen hebben
zij het vaste voornemen, een «firm intention», tot aanschaf. Van
de helikopters waarvoor een verplichting wordt aangegaan, worden er 244 (151
TTH's en 93 NFH's) als eerste productieserie in het contract aanbesteed. Contractueel
is vastgelegd dat er geen herberekening van de prijs van de eerste productieserie
zal plaatsvinden indien onverhoopt minder helikopters dan voorzien worden
afgenomen in latere productieseries. Nederland heeft voorgesteld een verklaring
van dezelfde strekking bij het productie-MOU te voegen. Het overleg hierover
is nog gaande. Hierdoor wordt Nederland gevrijwaard van een kostenverhoging
achteraf. Volgens het met NHI overeengekomen afleverschema komen de twintig
NFH's voor de Koninklijke marine in de periode 2007 tot en met 2012 beschikbaar.
Milieu
In het ontwerp van de NH-90 is rekening gehouden met de meest recente
eisen op milieugebied.
Financiële planning
Voor het NH-90 project is in totaal een bedrag van f 1 736,6
miljoen gereserveerd (prijspeil 1999) overeenkomstig de uitgangspunten die
ten grondslag hebben gelegen aan het opstellen van de Defensienota. Van dit
bedrag is tot op heden f 324,3 miljoen verplicht ten behoeve van de pre-D&D-fase
en de D&D-fase van het project. Hiervan is tot dusver f 302,1 miljoen
betaald. Het projectbudget zal besteed worden aan de productie-investering,
de verwerving van 20 NFH's en de hieraan gerelateerde initiële ondersteuning
(IISS). In het IISS-budget is de ontwikkeling en verwerving in internationaal
verband van een simulator, de FMFT, opgenomen. Ook is in het projectbudget
een risicoreservering opgenomen. Het productiecontract is, op enkele uitzonderingen
na, een «fixed price» contract met daarin een formule ter verrekening
van de ontwikkeling van de lonen en materiaalprijzen in de deelnemende landen.
De betalingen zullen worden verricht op basis van in het contract overeengekomen
mijlpalen. Het project kan binnen het gestelde budget worden uitgevoerd.
Aan de M-fregatten zullen nog de nodige aanpassingen moeten worden verricht,
ter waarde van naar schatting enkele tientallen miljoenen guldens. Deze aanpassingen,
die buiten de planperiode van de Defensienota vallen, zullen deel uitmaken
van het geplande moderniseringsprogramma van de M-fregatten. De LCF-fregatten
worden al ingericht voor de NH-90. Het ATS en de AOR zullen slechts minimale
aanpassingen moeten ondergaan.
Risicobeheersing
In het productiecontract is een garantie opgenomen als overkoepelende
zekerstelling dat de helikopter voldoet aan de in het contract opgenomen minimale
prestaties, voor zover nog niet aan de D&D-eisen is voldaan. De belangrijkste
minimale prestaties zijn inclusief extra boeteclausules ook apart vastgelegd.
Enkele van deze «gegarandeerde waarden» worden door de landen
zo belangrijk gevonden, dat niet-nakoming daarvan kan leiden tot ontbinding
van het contract. Tot dan toe gedane uitgaven zullen dan echter niet worden
terugbetaald. Het betreft hier vooral garanties ten aanzien van het maximale
gewicht van de helikopter, het trillingsniveau en de mogelijkheid tot het
opereren met een driekoppige bemanning. De eisen aan het missiesysteem en
aan het MDS zijn afgedekt door de eerdergenoemde «gegarandeerde waarden».
Voorts is bepaald dat de uiteindelijke resultaten van de D&D-fase, voor
zover beter dan de eerdergenoemde minimale prestaties, alsnog
zullen worden opgenomen in het productiecontract.
Tenslotte
Het is mijn intentie, eventueel na overleg met u, op 8 juni aanstaande
tijdens de Berlin Airshow, samen met de andere landen van het NH-90 project
het productie-MOU te tekenen en vervolgens gezamenlijk de General Manager
van Nahema te machtigen het productiecontract voor de NH-90 te tekenen.
De Staatssecretaris van Defensie,
H. A. L. van Hoof
Ter vertrouwelijke inzage, alleen voor de leden, gelegd bij de afdeling
Parlementaire Documentatie.