25 910
Wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer)

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 28 mei 1999

Op 11 mei 1999 heb ik met de grote taxicentrales van de vier grote steden en KNV Taxi over het wetsvoorstel deregulering taxivervoer gesproken. Ik heb daarin toegezegd u op de hoogte te brengen van het verloop ervan. In deze brief zal in het kort worden aangegeven wat besproken is en waarover de taxicentrales en ik het eens dan wel oneens zijn. Ook de door KNV Taxi aangedragen aandachtspunten worden weergegeven.

Ik heb het wetsvoorstel toegelicht waarin op meerdere punten aan de bezwaren van de branche tegemoet is gekomen. Zo is er voorzien in een verdubbeling van de overgangstermijn waarin de branche geleidelijk aan kan wennen aan het nieuwe beleid. Oude regelgeving wordt afgebouwd en landelijk uniforme regels worden gesteld aan de kwaliteit van taxiondernemer, voertuig en chauffeur. De controle en handhaving worden geïntensiveerd en flankerende maatregelen zijn getroffen dan wel in voorbereiding. In het wetsvoorstel is een gefaseerde afbouw van het capaciteitsbeleid opgenomen en de mogelijkheid van tussentijds ingrijpen gecreëerd indien de gewenste effecten niet optreden. Belangrijk hierbij is de jaarlijkse evaluatie, op basis van een van te voren gedefinieerde monitor.

In het vorige wetsvoorstel (1998) had de minister geen ruimte om na 2002 maatregelen te nemen. Het eindbeeld zou vanaf dat moment zijn gerealiseerd. Nu is er ruimte gecreëerd om maatregelen te nemen op het gebied van vervoergebieden, capaciteits- en tariefbeleid tot het eindbeeld in 2004 is bereikt. Afschaffing van het capaciteitsbeleid is een essentieel onderdeel van de voorgestelde deregulering van het taxivervoer. De in te voeren maatregelen hangen immers met elkaar samen, en er is gekozen voor een duidelijk eindbeeld zodat belanghebbenden tijdig kunnen inspelen op de toekomstige situatie.

Hiermee is mijns inziens het juiste midden van belangen van consument, zittende en nieuwe vervoerders bereikt. De jaarlijkse evaluatie moet aantonen of de geformuleerde verwachtingen ook daadwerkelijk uitkomen.

Ik heb in het gesprek alle onderwerpen genoemd waarbij het wetsvoorstel aan de bezwaren van de branche over de deregulering van het taxivervoer tegemoet komt (zie bijlage). De kern van het bezwaar van de grote taxicentrales is de afschaffing van het capaciteitsbeleid. Zij hebben aangeboden loyaal mee te werken aan de volledige totstandkoming van de wetswijziging met daarbij als enige voorwaarde, dat hierin het voeren van een capaciteitsbeleid wordt vastgelegd. Voor hen is essentieel dat niet een eindbeeld in de wet wordt vastgelegd. Mijn voorstel om het eindbeeld te handhaven, en via het evaluatie traject de ontwikkelingen op de voet te volgen, is door hen afgewezen. De taxicentrales hebben heel nadrukkelijk gesteld dat het wetsvoorstel op geen enkel wezenlijk punt tegemoet komt aan de bezwaren van de branche. Zij formuleren als hoofdbezwaar dat beleidswijziging na 2004 slechts kan plaatsvinden door middel van een wetswijziging.

Inhoudelijk zijn er verschillende argumenten gewisseld over het capaciteitsbeleid. Maar waar ik kansen en mogelijkheden zie om te komen tot groei van de taxisector, ziet de branche slechts bedreigingen. De grote taxicentrales kunnen niet akkoord gaan met de thans voorgestelde deregulering. Zij vrezen een onaanvaardbaar en onevenredig grote schade door een – wat zij noemen – ongezonde concurrentie (vrees voor overcapaciteit) en het verloren gaan van de waarde van de taxibedrijven.

De taxicentrales voeren een breed scala aan argumenten aan vanuit vergelijkingen met buitenlands taxibeleid, om het capaciteitsbeleid niet af te schaffen. Zij beroepen zich daarbij op zes onderzoeken, afkomstig uit Zweden, Denemarken, de Verenigde Staten, Australië, Nieuw Zeeland en Japan. Deregulering van de taxibranches aldaar heeft volgens de taxicentrales vrijwel uitsluitend negatieve effecten voor zowel de klant als de taxiondernemer. Ik heb er van mijn kant op gewezen dat het Nederlandse voorstel het meest overeenkomt met het Zweeds, geherreguleerde systeem. Vergelijkingen zeker internationale, zijn echter zeer lastig te maken. Nagenoeg nergens zijn de omstandigheden ongeveer gelijk qua regelgeving, marktsituatie en/of -indeling, aandeel in modal split, wel of geen handel in vergunningen of kwaliteitsniveau. Bovendien presenteert het wetsvoorstel een hybride model, waarin zowel deregulering als herregulering van taxivervoer een rol speelt.

Volgens het bestuur van KNV Taxi brengt deregulering niet wat het kabinet ervan verwacht. KNV Taxi blijft, ondanks de aangebrachte wijzigingen, tegen de dereguleringsplannen. Het taxikenteken en de subsidie boordcomputer lijken goede zaken. De uitsluiting voor taxivervoer van de accijnscompensatie in verband met fraudegevoeligheid moet zijns inziens opgeheven worden als de boordcomputer er is. KNV Taxi voorziet ernstige capaciteitsproblemen bij het Nederlands Meet Instituut (NMI), zowel bij de invoering van de boordcomputer als bij de jaarlijkse herkeuring. KNV Taxi heeft aangedrongen op adequate fiscale maatregelen, opheffing van de monopoliepositie van het NMI met betrekking tot de keuring van boordcomputers, een werkelijk vrije toegang tot Schiphol en een goede aanpak van de openbare orde (inzake de veiligheid van de taxichauffeurs).

Tot slot

Er zijn geen vervolgafspraken met de taxicentrales gemaakt. Zij verlieten na een tweede schorsing voortijdig het overleg. Het overleg met de leden van KNV Taxi is wel op normale wijze beëindigd; zij deelden mee deelname aan de monitoring niet op voorhand uit te sluiten.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

BIJLAGE

 OnderwerpVoorheen in WetsvoorstelHuidig kabinetsvoorstel
1.Evaluatiebinnen 18 maandenbinnen drie jaar
 Monitoringom de twee jaarjaarlijks
 Inrichting en uitwerkingintern VenWKlankbordgroep met o.m. participatie van branche en bedrijfstak
 Vaststelling parametersintern VenWKlankbordgroep
2.Bijstelling beleidniet mogelijktot 2004 mogelijk
3.Eindbeeld in wetja, in 2002ja, in 2004
 Capaciteitsbeleidin eindbeeldblijft in eindbeeld
4.Chauffeurspasgeldigheid 3 jaargeldigheid 5 jaar
5.Opleidingen chauffeurstaak voor brancheconform mening branche: taak branche
6.Personele zorg taxibranche overleg VenW en gemeenten
7.Controle & handhavinguniform door heel Nederlandprioriteit en gebiedspecifieke inzet m.n. grote steden; aan burgemeesters gevraagd om extra inzet politie
8.Verklaring omtrent het gedragWijziging Wet op de Justitiële documentatieidem, maar zal aandringen op spoedig voorleggen aan Tweede Kamer
9.InfrastructuurOnderzoek taxistandplaatsenidem indien wenselijk, uniformering regels gebruik busbanen
10.Ondernemers-vergunningLeges voor zittende ondernemersovergangsregeling
  intrekking mogelijkidem, maar toegevoegd: schorsing
12.Franchise-formule uitwerking hiervan met suggesties van de branche/bedrijfstak
13.Openbare orde overleg met betrokken ministeries aparte monitoring congres met participatie branche
14.Kosten branche bezien na monitoring
Naar boven