25 657 Persoonsgebonden Budgetten

A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 24 maart 2015

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft kennisgenomen van de recente problematiek bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) rond de invoering van pgb-trekkingsrechten.

Naar aanleiding daarvan heeft zij de Staatssecretaris op 25 februari 2015 een brief gestuurd.

De Staatssecretaris heeft op 24 maart 2015 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 25 februari 2015

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft kennisgenomen van de recente problematiek bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) rond de invoering van pgb-trekkingsrechten en het debat2 dat u daarover op 4 februari jl. heeft gevoerd met de Tweede Kamer.

In dat licht ontvangt de commissie voor VWS graag nadere informatie met betrekking tot de bij de plenaire behandeling van het wetsvoorstel langdurige zorg3 op 25 november 2014 in de Eerste Kamer door u gegeven antwoorden op vragen over de mogelijke invoeringsproblematiek.

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel langdurige zorg stelde u bijvoorbeeld er van overtuigd te zijn «dat de Wet langdurige zorg in 2015 op een goede en verantwoorde manier kan worden ingevoerd.»4 en dat een verantwoorde invoering niet alleen maar betekent «formele wetten en regels, maar ook dat bij de uitvoering de betrokken partijen in staat zijn om die gewenste veranderingen in te voeren."5 U meldde voorts intensief met de verzekeraars en de SVB bezig te zijn «om ervoor te zorgen dat de betaling van pgb’s op 1 januari zo ongestoord mogelijk plaatsvindt."6 Daarbij gaf u aan termijnen af te spreken, binnen welke er betaald moet worden.7

Met het oog op de bewaking van de kwaliteit van het wetgevingsproces en de rollen die regering en Kamer daarin vervullen, verzoekt de commissie u aan te geven waarop het vertrouwen gebaseerd was dat de invoering van pgb-trekkingsrechten verantwoord was en dat uitbetaling van de pgb’s «zo ongestoord mogelijk» zou plaatsvinden. Bent u terugkijkend van oordeel dat uw antwoorden op vragen van de Kamer een zo goed mogelijk beeld hebben geschetst van de risico’s bij de invoering?

Kunt u aangeven welke lessen de regering uit deze reflectie trekt voor toekomstige wetgevingsprocessen?

De leden van de vaste commissie voor VWS zien uw reactie met belangstelling tegemoet en vragen u de antwoorden uiterlijk vrijdag 20 maart 2015 aan de Kamer te doen toekomen.

Voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, T.M. Slagter-Roukema

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2015

In uw brief van 25 februari 2015 (kenmerk 156856u) vraagt u mij hoe de ontstane uitvoeringsproblemen bij het trekkingsrecht pgb zich verhouden tot mijn uitspraken tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wlz in uw Kamer op 25 november 2014. Hieronder worden uw vragen beantwoord.

1.

Waarop was het vertrouwen gebaseerd dat de invoering van pgb-trekkingsrechten verantwoord was en dat uitbetaling van de pgb’s «zo ongestoord mogelijk» zou plaatsvinden?

Conform de afspraken binnen de overheid over grote en risicovolle ICT-projecten heeft er een onafhankelijke toetsing van de haalbaarheid plaatsgevonden. Het Bureau Gateway van het Ministerie van BZK heeft deze toetsing uitgevoerd.

In maart 2014 hebben zij een Gateway Review uitgevoerd en daarover gerapporteerd. Op basis van dit rapport hebben de bij uitvoering betrokken partijen (VNG, ZN, SVB) en ik besloten de invoering (oorspronkelijk: 1 juli 2014 voor nieuwe budgethouders en 1 januari 2015 voor alle budgethouders) uit te stellen tot 1 januari 2015. Tevens is op basis van de aanbevelingen uit dit rapport het programmamanagement bij VWS versterkt, is het ambitieniveau van het ICT-systeem zoals dat op 1 januari 2015 operationeel zou moeten zijn, vastgesteld (inclusief een planning om dit te realiseren) en zijn afspraken gemaakt over ieders rol bij het trekkingsrecht. Tevens is afgesproken in het najaar opnieuw een Gateway Review uit te voeren.

In de tweede Gateway Review, die in september 2014 is uitgevoerd, is geconcludeerd dat de invoering op 1 januari 2015 haalbaar was, mits er aantal aanvullende maatregelen (vooral op gebied van communicatie en aansturing) zouden worden genomen. Ook deze aanbevelingen zijn opgevolgd. In aanvulling op deze beide rapporten heb ik aan de SVB gevraagd om onafhankelijk te onderbouwen of de ICT op 1 januari 2015 adequaat zou functioneren. Ook op basis van dit rapport zijn verbeteringen opgepakt.

Op basis van de inzichten uit deze rapporten8 en de gemaakte afspraken over verbeterpunten is in het bestuurlijk overleg met de betrokken partners (VNG, ZN en SVB) in november 2014 gezamenlijk geconcludeerd dat het verantwoord was om het systeem van trekkingsrechten op 1 januari 2015 in te voeren. Tevens is in dit bestuurlijke overleg een terugvalscenario vastgesteld, mocht de situatie daartoe aanleiding geven. Daarmee had ik voldoende vertrouwen dat uitbetaling van pgb’s zo ongestoord mogelijk zou plaatsvinden.

2.

Bent u terugkijkend van oordeel dat uw antwoorden op vragen van de Kamer een zo goed mogelijk beeld hebben geschetst van de risico’s bij de invoering?

Ik heb tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wlz op 25 november 2014 een risico-inschatting gegeven die was gebaseerd op de beschikbare inzichten en overleggen met betrokken partijen van dat moment.

3.

Kunt u aangeven welke lessen de regering uit deze reflectie trekt voor toekomstige wetgevingsprocessen?

Op verzoek van de Tweede Kamer zal ik een onafhankelijke evaluatie laten uitvoeren naar de oorzaken van de ontstane situatie. Op basis van deze evaluatie zal duidelijk worden welke lessen zijn te trekken. Daarvan zal ik u op de hoogte stellen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Dupuis (VVD) (vice-voorzitter), Linthorst (PvdA), Slagter-Roukema (SP) (voorzitter), Thissen (GL), Nagel (50PLUS), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), Quik-Schuijt (SP), Reuten (SP), De Vries-Leggedoor (CDA), Flierman (CDA), Barth (PvdA), Martens (CDA), vac. (CDA), Scholten (D66), Backer (D66), Ganzevoort (GL), De Lange (OSF), Ter Horst (PvdA), Beuving (PvdA), Frijters-Klijnen (PVV), Van Dijk (PVV), De Grave (VVD), Bröcker (VVD), Beckers (VVD), Van Beek (PVV), Bruijn (VVD), Koning (PvdA)

X Noot
2

Handelingen II, 4 februari 2015, nr. 50, item 8

X Noot
3

33 891

X Noot
4

Handelingen I, 25 november 2014, nr. 9, item 8, blz. 25

X Noot
5

Handelingen I, 25 november 2014, nr. 9, item 8, blz. 25

X Noot
6

Handelingen I, 25 november 2014, nr. 9, item 8, blz. 27

X Noot
7

Handelingen I, 25 november 2014, nr. 9, item 8, blz. 27

X Noot
8

Aangeboden aan de Tweede Kamer d.d. 4 februari 2015 (25 657, nr. 125).

Naar boven