25 657
Persoonsgebonden budgetten

nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rijswijk, 19 mei 1998

Tijdens het algemeen overleg over de thuiszorg op 1 april 1998 heb ik toegezegd dat ik de Kamer in mei zou informeren over de stand van zaken rond de administratieve uitvoering van de PGB-regelingen door de SVB.

In de antwoorden op de vragen van de heer Marijnissen, die ik u bij brief van 8 april1 heb gezonden is het navolgende overzicht per 26 maart 1998 opgenomen:

vastgelegde budgetovereenkomsten 9 542

actieve budgethouders 7 634

geregistreerde zorgcontracten 11 120

declaraties over januari en februari 7 928

Blijkens gegevens die ik op 14 mei van de SVB heb ontvangen, kan het vorenstaande overzicht per 12 mei op de navolgende wijze worden geactualiseerd:

vastgelegde budgetovereenkomsten 11 825

actieve budgethouders 8 426

geregistreerde zorgcontracten 14 458

declaraties verwerkt t/m 12 mei 21 726

Van de verwerkte declaraties zijn er 19 064 betaald voor een totaal bedrag van f 33 241 112 en 2 404 declaraties nog niet betaald wegens het ontbreken van een geldige budgetovereenkomst of wegens onvoldoende saldo, terwijl 197 declaraties definitief niet betaalbaar zijn gesteld. Enkele declaraties zijn nog in behandeling.

Van de binnenkomende declaraties worden er wekelijks circa 300 door het geautomatiseerde systeem geweigerd, bijna altijd omdat er sprake is van een onjuiste wijze van declareren door de budgethouder of omdat de declaratie een voorafgaande aanpassing vergt van het geregistreerde zorgcontract. Deze declaraties worden teruggestuurd met een begeleidend schrijven of vormen aanleiding om met de budgethouder telefonisch contact op te nemen.

Per 12 mei was er bij de SVB een werkvoorraad van ongeveer 1500 klantvragen. Die vragen hebben betrekking op diverse onderwerpen: betalingen, vragen over werkgeverschap, toegezonden stukken. De SVB is van mening dat de responstijd op die vragen nog te lang is en onderneemt stappen om die tijd zoveel mogelijk terug te brengen. Bovengenoemde werkvoorraad is de belangrijkste oorzaak van het feit dat de telefonische bereikbaarheid nog niet op het door de SVB gewenste serviceniveau is aanbeland. Wel neemt de gemiddelde wachttijd en het aantal wachtenden af en zijn er inmiddels op diverse momenten van de dag telefoonlijnen vrij. De verwachting is dat de stappen die worden ondernomen om de liggende werkvoorraad te reduceren de beheersbaarheid van het telefoonverkeer verder zal doen verbeteren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. G. Terpstra


XNoot
1

Aanhangsel Handelingen II, nr. 1062, vergaderjaar 1997–1998.

Naar boven