25 615
Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 1998

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 13 februari 1998

In het nota-overleg inzake het HOOP 1998 heb ik u toegezegd te bezien op welke wijze de Onderwijsraad een rol kan vervullen in de gedachtenvorming rondom de ontwikkeling van de lerarenopleidingen, de arbeidsmarktpositie en de werkomstandigheden van leraren.

Naar aanleiding van deze toezegging deel ik u mee dat ik de Onderwijsraad hierover een advies zal vragen. Ik zal haar vragen daarbij de voortgangsrapportage «Verder met Vitaal leraarschap» te betrekken, die ik op korte termijn aan de Kamer zal toezenden. Zodra de nota over «de leraar van de toekomst», die ik in april naar aanleiding van de motie-Cornielje aan de Kamer zal sturen, gereed is, kan deze ook betrokken worden bij het advies. Een nadere uitwerking van de adviesaanvrage zal ik in de komende weken tot stand brengen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen

Naar boven