25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

Nr. 170 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN EN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2017

In de regeling van werkzaamheden op 20 juni jl. is door uw Kamer gevraagd om een debat over de NRC-publicaties inzake chemiebedrijf ICL (Handelingen II 2016/17, nr. 89, Regeling van werkzaamheden). Daarbij is gevraagd om informatie over de bemoeienis van «het ministerie dan wel de Minister-President». In deze brief geven wij enige achtergrond over de contacten van de Minister-President met het bedrijf, evenals de contacten van verschillende ministeries met ICL.

Uit publieke informatie valt op te maken dat ICL (Israel Chemicals Limited) wereldwijd actief is in onder andere fosfaat (kunstmest) en broom (voor bijvoorbeeld brandwering). In Nederland werken op dit moment ongeveer 700 mensen voor ICL, onder meer in het Europees hoofdkantoor en een fosfaatfabriek in Amsterdam en in een fabriek voor broomverwerking in Terneuzen.

Eind 2013 is de Minister-President op handelsreis geweest in Israël. Bij deze handelsreis is er contact gelegd tussen ICL en de Minister-President. Na de handelsreis heeft ICL het Ministerie van Algemene Zaken gedurende 2014 geïnformeerd over de ontwikkelingen op het gebied van uitbreidingsplannen van ICL in Nederland, waar veel werkgelegenheid mee gemoeid is. Uiteindelijk heeft ICL de uitbreiding in Nederland doorgezet en is de Minister-President aanwezig geweest bij de officiële opening van het nieuwe Europese hoofdkantoor van ICL in Amsterdam. De Minister-President heeft nooit enige bemoeienis gehad met de fiscale aspecten van de vestiging van ICL in Nederland.

Al sinds eind 2010 heeft de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken, contact gehad met ICL over de mogelijke uitbreidingsplannen in Nederland. De NFIA heeft in dit kader onder meer ICL geholpen met informatie over Nederland en de Nederlandse wet- en regelgeving op allerlei gebieden. De NFIA heeft bijvoorbeeld feitelijke informatie gegeven over de algemene kenmerken van de Nederlandse fiscale wet- en regelgeving. Daarnaast heeft de NFIA bijvoorbeeld geholpen met het zoeken van geschikte vestigingslocaties voor het hoofdkantoor en het leggen van contacten met relevante zakelijke partners, overheidsinstanties waaronder de Belastingdienst en (internationale) scholen.

De contacten van de NFIA met ICL passen binnen het beleidsdoel van de NFIA om buitenlandse investeerders aan te trekken door de betrokkenen wegwijs te maken in Nederland en bij hen de voordelen van het vestigingsklimaat onder de aandacht te brengen. De NFIA werkt louter aan reële economische activiteiten met concreet uitzicht op investeringen en werkgelegenheid, waarbij de concurrentie met de ons omringende landen groot is. Het gaat dus uitsluitend om activiteiten die een significante bijdrage leveren aan de Nederlandse economie. Met ondersteuning van de NFIA kwamen in 2016 in Nederland 7.570 extra banen en € 1,47 miljard aan investeringen in onze economie bij dankzij buitenlandse bedrijven. In de afgelopen vijf jaar waren daarmee circa 35.000 banen en € 9 miljard aan investeringen in de Nederlandse economie gemoeid.

Wat betreft de Belastingdienst kunnen wij in het algemeen zeggen dat iedere belastingplichtige vooroverleg kan plegen met de Belastingdienst over voorgenomen fiscale rechtshandelingen. De inspecteur bekijkt dan wat de fiscale gevolgen in Nederland zijn. In een aantal gevallen dient hij een bindend advies te vragen aan het APA-/ATR-team van de Belastingdienst. De fiscale gevolgen zijn gebaseerd op de voorgenomen rechtshandelingen en het wettelijk toetsingskader dat van toepassing is. Dit toetsingskader wijkt niet af van het toetsingskader dat van toepassing is indien geen zekerheid vooraf wordt gevraagd. In een ruling wordt opgenomen wat het fiscale gevolg is van de voorgenomen rechtshandelingen. Hierbij wordt nooit onderhandeld over de hoogte van het belastingpercentage. Belastingpercentages volgen immers uit de wet. Ook schrijft de wet voor hoe de grondslag waarover de belastingheffing plaatsvindt moet worden berekend, hierover wordt ook niet onderhandeld. Belastingpercentage en grondslag zijn voor iedere belastingplichtige – met of zonder ruling – gelijk. Bovenstaande geldt voor alle belastingplichtigen, dus ook voor ICL. Vanwege de geheimhoudingsplicht van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen kunnen wij echter niet specifiek ingaan op ICL.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven