24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 407 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juli 2017

In deze brief informeer ik uw Kamer over de volgende onderwerpen op het gebied van armoede- en schuldenbeleid naar aanleiding van het AO Armoede en Schulden op 21 juni 2017:

  • 1. Hulplijn schuldhulpverlening

  • 2. Schuldhulpverlening aan jongeren in Den Haag en Leiden

  • 3. Inzet gemeenten op het terrein van kinderen in armoede

  • 4. Reactie pamflet VNG, Divosa, NVVK en Sociaal Werk Nederland

  • 5. Direct verrekenen huurtoeslag met verhuurder

1. Hulplijn schuldhulpverlening

Onlangs nam uw Kamer de motie van het lid J. van Dijk (SP)1 aan die verzoekt om in overleg met de VNG over de mogelijkheden van laagdrempelige toegang tot schuldhulp te onderzoeken waaronder de instelling van een gratis landelijk telefoonnummer. Aangezien schuldhulpverlening decentraal beleid is, ben ik hierover op 6 juli jl. conform mijn toezegging in overleg getreden met de VNG. Bij deze informeer ik u over de uitkomsten hiervan.

De VNG zal het initiatief nemen om een verkenning uit te voeren en de mogelijkheden te onderzoeken. Daar betrekken zij partijen bij, zoals gerechtsdeurwaarders en incassospecialisten, die hebben aangeboden mee te willen denken. Mijn ministerie is bereid om, indien gewenst, de helpende hand te bieden. Als aandachtspunt bij de verkenning ziet de VNG dat een landelijke telefoonlijn op gespannen voet kan staan met de op lokaal niveau georganiseerde dienstverlening.

2. Schuldhulpverlening aan jongeren in Den Haag en Leiden

Tijdens het Algemeen Overleg Armoede en Schulden van 21 juni 2017 heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de jongerenaanpak van de gemeenten Den Haag en Leiden.

De gemeente Den Haag is vorig jaar zomer gestart met een zogenaamd Jongeren Perspectief Fonds. 53 Jongeren die door ernstige schulden zodanig worden beperkt in hun maatschappelijke ontwikkeling dat zij dreigen uit te vallen uit opleiding of werk (of al waren uitgevallen) krijgen een intensieve 1 op 1 begeleiding om zo hun problemen in verschillende leefgebieden, zoals wonen, sociale relaties, psychische maar ook lichamelijke gezondheid en daginvulling, in kaart te brengen, aan te pakken en te stabiliseren. Ook de sociale omgeving van de jongere wordt nauw bij het traject betrokken. Gelijktijdig wordt per jongere de schuldensituatie in kaart gebracht en de verschillende schuldeisers een saneringsvoorstel aangeboden. Na akkoord van de schuldeisers wordt individueel bepaald op welke manier en binnen welke termijn de jongere de restschuld aan de gemeente terugbetaalt. Ook alternatieve aflosmogelijkheden worden beproefd om belemmeringen weg te nemen voor jongeren die geen aflosmogelijkheden hebben om voor een schuldregeling in aanmerking te komen.

Deelname aan het Jongeren Perspectief Fonds is niet vrijblijvend. Jongeren moeten op twee terreinen een prestatie leveren.

  • Opleiding of werk. Jongeren zonder voldoende startkwalificatie, zoals een diploma, moeten hun opleiding afronden of een nieuwe opleiding beginnen. Beschikken ze wel over voldoende startkwalificatie maar hebben ze geen werk, dan gaan ze direct actief op zoek naar werk.

  • Maatschappelijke stage. Om het maatschappelijk bewustzijn te bevorderen zullen jongeren daarnaast een maatschappelijke stage volgen. Ook hier is sprake van maatwerk: de maatschappelijke stage sluit zoveel mogelijk aan bij de interesses van de jongere en de duur van de stage wordt in overleg met de jongere bepaald. De looptijd van de stage bedraagt (maximaal) 1 jaar.

Bijna alle 53 jongeren zijn nu, een jaar na start van de pilot, schuldenvrij en worden integraal begeleid op de verschillende leefdomeinen. Op basis van de ervaringen van het eerste jaar is het Jeugd Perspectief Fonds in 2017 doorontwikkeld naar een project en biedt het sinds juni dit jaar plaats voor nog eens 100 jongeren.

Binnen de gemeente Leiden speelt een gelijksoortig traject, zij het kleinschaliger, zowel qua aantal deelnemende jongeren (in Leiden maximaal 25), als breedte van de aanpak. Focus ligt op het bestendigen van een gedragsverandering op financieel vlak. In dat kader kan binnen het traject aan de jongere financiële coaching worden gegeven of begeleiding bij het vinden van een baan/opleiding. Ook in dit traject is het de gemeente die via een krediet de lopende schulden herfinanciert, waarna het aan de jongere is om de volledige schuld in maximaal 15 jaren aan de gemeente af te lossen. De gemeente heeft daarbij de mogelijkheid om de maandelijkse aflossing af te stemmen op de betalingsmogelijkheden van de jongere. Dit traject bevindt zich nog in de pilot fase en wordt in november 2017 door de gemeente geëvalueerd.

3. Inzet gemeenten op het terrein van kinderen in armoede

Zoals toegezegd tijdens het AO van 21 juni jl. neem ik in de verzamelbrief van juli een passage op over de inzet van gemeenten om kansen te bieden aan álle kinderen. Daarbij wijs ik gemeenten en gemeenteraden op het doel van de extra middelen die vanaf 2017 beschikbaar zijn gesteld en op de bestuurlijke afspraken die ik hierover met de VNG heb gemaakt. Tevens wijs ik gemeenten daarbij op het belang van het hanteren van herkenbare terminologie zoals het gebruik van het goed herkenbare woord «kindpakket». De Tweede Kamer ontvangt een afschrift van de verzamelbrief.

In mijn brief aan uw Kamer van 24 april jl.2 heb ik u geïnformeerd over de publiekscampagne die begin 2017 is gestart om zowel kinderen als ouders die met armoede te maken hebben en mensen in de omgeving van deze gezinnen te informeren over het plan Kansen voor alle kinderen. De lancering van de portal www.kansenvoorallekinderen.nl waar ik uw Kamer op 15 juni per brief3 over heb geïnformeerd is daar onderdeel van. Conform de motie van de leden Kerstens en Yücel4 is de publiekscampagne gericht op gezinnen met een laag inkomen waarvan de kinderen nu niet mee kunnen doen en op netwerken rondom het kind, zoals scholen en maatschappelijke organisaties en gemeenten.

Uw Kamer heeft onlangs twee moties aanvaard op het terrein van kinderarmoede. Het betreft in de eerste plaats de gewijzigde motie Peters c.s.5 die de regering verzoekt om met gemeenten in gesprek te gaan om te komen tot een reductiedoelstelling voor de vermindering van armoede onder kinderen. In de tweede plaats gaat het om de motie G. van Dijk6 die verzoekt om te stimuleren dat iedere gemeente kindgericht armoedebeleid voert en dat het geld ook daadwerkelijk bij kinderen terecht komt. Ook verzoekt Van Dijk te onderzoeken of een concrete doelstelling voor een daling van de kinderarmoede, zoals de SER voorstelt, haalbaar is. Ik zal n.a.v. deze moties met VNG en gemeenten overleggen en de mogelijkheden voor een dergelijke doelstelling verkennen. Het besluiten over een doelstelling is vanzelfsprekend aan een nieuw kabinet. Het streven is om u in het najaar te informeren over de verkenning n.a.v. deze moties.

4. Reactie pamflet van VNG, Divosa, NVVK en Sociaal Werk Nederland

Uw Kamer heeft een reactie gevraagd op het pamflet «Naar een betere aanpak van schulden en armoede» van de VNG, Divosa, de NVVK en Sociaal Werk Nederland. Het pamflet bevat voorstellen om de schuldhulpverlening te verbeteren. Daarom is het pamflet vorig jaar betrokken bij de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. De schuldhulpverlening kan en moet beter, dat was de uitkomst van de evaluatie. Dat vraagt inzet van gemeenten en het Rijk.

Om de doorontwikkeling van de schuldhulpverlening een stevige impuls te geven, richten de initiatiefnemers van het pamflet en de Landelijke cliëntenraad een leer- en ontwikkelprogramma in. Dit programma moet een impuls geven aan kennisontwikkeling, innovatie en professionalisering van de gemeentelijke schuldhulpverlening binnen het brede sociale domein. De door het kabinet ter beschikking gestelde incidentele middelen (€ 7,5 miljoen voor de jaren 2016, 2017 en 2018) worden onder meer hiervoor aangewend.

Het kabinet heeft zich ingezet om belangrijke randvoorwaarden die bijdragen aan een stabiele financiële positie van de schuldenaar te realiseren. Hierdoor worden de mogelijkheden van de schuldhulpverlening vergroot. Ik noem ondermeer de invoering van het breed moratorium, de wet vereenvoudiging beslagvrije voet, het beslagregister van de gerechtsdeurwaarders en de voorbereiding om ook overheidspartijen daarop aan te sluiten. Voor een uitgebreidere reactie op het pamflet wil ik u verwijzen naar de kabinetsreactie7 op de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de brief aan uw Kamer over diverse toezeggingen schuldenbeleid8.

5. Direct verrekenen huurtoeslag met verhuurder

In de motie van de leden Voortman (GroenLinks) en Van Brenk (50plus)9 wordt de regering verzocht te onderzoeken hoe huurtoeslag direct verrekend kan worden met de verhuurder en hierover uiterlijk op 1 november te rapporteren. Naar aanleiding van deze motie heb ik contact opgenomen met mijn collega’s van BZK en Financiën en met de voorzitter van Aedes. We hebben afgesproken dat onze medewerkers met elkaar om de tafel gaan om te bezien op welke wijze we invulling kunnen geven aan de motie.

Tot slot informeer ik via deze brief uw Kamer ook over het vervolg op het verzoek van SP-Kamerlid J. van Dijk. Momenteel vinden er gesprekken plaats met de ministeries van Veiligheid en Justitie en Economische Zaken om de wenselijkheid van een verbod op het opkopen en doorverkopen van schulden te verkennen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Kamerstuk 24 515, nr. 395

X Noot
2

Kamerstuk 24 515, nr. 387

X Noot
3

Kamerstuk 24 515, nr. 389

X Noot
4

Kamerstuk 34 550 XV, nr. 36

X Noot
5

Kamerstuk 24 515, nr. 390

X Noot
6

Kamerstuk 24 515, nr. 391

X Noot
7

Kamerstuk 34 509, nr. 1

X Noot
8

Kamerstuk 24 515, nr. 360

X Noot
9

Kamerstuk 24 515, nr. 401

Naar boven