24 095 Frequentiebeleid

Nr. 416 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 19 juni 2017

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken over de brief van 12 mei 2017 over kennisgeving ontwerpbesluit veiling extra digitaal spectrum in laag 4 (Kamerstuk 24 095, nr. 413).

De vragen en opmerkingen zijn op 8 juni 2017 aan de Minister van Economische Zaken voorgelegd. Bij brief van 16 juni 2017 zijn de vragen beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie, Ziengs

De griffier van de commissie, Nava

Inhoudsopgave

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II

Reactie van de Minister

4

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Economische Zaken over het ontwerpbesluit veiling extra digitaal spectrum in laag 4. Deze leden zijn verheugd dat de Minister op verzoek van de Kamer de huidige analoge vergunningen van de radio partijen heeft verlengd en dat de partijen bij hun analoge vergunningen ook een vergunning voor digitale radio verkrijgen. Op deze wijze wordt vormgegeven aan het in 2011 ingezette digitaliseringsbeleid.

De niet landelijke commerciële vergunningen, de publieke niet landelijke vergunningen en de middengolf vergunningen bevinden zich in laag 4. Na de verlenging van de huidige vergunningen blijft er nog digitale ruimte over. Deze digitale ruimte zal voor een periode voor vijf jaar (gelijk aan de verlengingsperiode van de huidige partijen) worden geveild. Deze veiling is conform eerdere brieven aan de Kamer en conform het aangekondigde beleid van de Minister dat eerder door de Kamer is vastgesteld. Inmiddels is de consultatie voor de veiling van laag 4 gesloten. De leden van de fractie van de VVD hebben nog enkele vragen.

Deze leden vragen of de gesprekken en reacties van de radiostations en hun zenderoperators over deze veiling en over de beoogde opzet van de veiling van laag 7 nog nieuwe inzichten hebben opgeleverd. Is de Minister voornemens om op basis daarvan het beleid aan te passen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Verwacht de Minister dat er investeringsbereidheid is bij kleine partijen die nog niet beschikken over digitale frequenties? Zijn ook huidige partijen geïnteresseerd om nog iets bij te kopen?

Is de Minister van mening dat bij het doorzetten van de veiling er sprake is van de meest optimale, doelmatige en bij de marktbehoefte aansluitende spectrumindeling?

Hoe verhoudt zich de samenwerking indien landelijke, regionale en lokale radiostations in een multiplex moeten samenwerken?

De leden van de VVD-fractie merken op dat laag 7 in vijf verschillende, regionale frequentieblokken zal worden uitgegeven. Klopt dit? Kan de Minister uitsluiten dat ontvangers moeten schakelen bij overgang tussen de verschillende frequentieblokken in laag 7 en dat de ontvangst van het radioprogramma in veel mobiele ontvangers daardoor voor kortere of langere tijd (10 tot 70 seconden) stil zal vallen?

Wat zijn de consequenties indien de geplande veiling niet binnen de huidige voorgestelde termijn plaatsvindt?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben de volgende vragen over het ontwerpbesluit veiling extra digitaal spectrum in laag 4. Zij hebben ten eerste vragen over de inhoud, het doorlopen proces en de effecten van de voorgestelde veiling.

Deze leden lezen in de toelichting bij het ontwerpbesluit dat een aantal partijen (zowel partijen die nog niet beschikken over digitale frequentieruimte als bestaande partijen) hebben aangegeven interesse te hebben in spectrum in laag 4. Kan de Minister in een tabel een overzichtelijke marktanalyse geven? Hoeveel partijen zullen naar verwachting mee gaan doen aan de veiling? Zijn dat voldoende partijen?

Zou de Minister nader kunnen toelichten waarom er sprake is van schaarste in het DAB-spectrum en op welke wijze dit is onderzocht? Kan de Minister uitsluiten dat er sprake is van kunstmatige schaarste als gevolg van een minder efficiënte planning en indeling van het DAB-spectrum? Welke effecten heeft deze veiling uiteindelijk voor de consumenten?

De leden van de CDA-fractie hebben daarnaast begrepen dat laag 7 zal worden uitgegeven in vijf verschillende, regionale frequentieblokken. Kan de Minister aangeven of ontvangers moeten schakelen bij de overgang tussen de verschillende frequentieblokken in laag 7 en of de ontvangst van het radioprogramma in veel mobiele ontvangers daardoor voor kortere of langere tijd stil zal vallen? Zo ja, zou de Minister dat wenselijk vinden en wat zou hiervan de invloed zijn op de aantrekkelijkheid van een overstap naar DAB?

Kan de Minister tevens aangeven of voorafgaand aan de formele consultaties technisch-inhoudelijk overleg is geweest met marktpartijen en hun zenderoperators over de voorgenomen veiling van laag 4 en de toekomstige uitgifte van laag 4 en 7? Zo ja, wat waren hun reacties hierop en wat is daarmee gedaan? Zo nee, waarom niet?

Deze leden hebben begrepen dat de consultatie voor de veiling van laag 4 is gesloten. Hebben de gesprekken en reacties van de radiostations en hun zenderoperators over deze veiling en over de boogde opzet van de veiling van laag 7 nieuwe inzichten opgeleverd? Zo ja, welke? Bent u voornemens om op basis daarvan het beleid aan te passen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

De leden van de CDA-fractie hebben ten tweede vragen over het moment van het houden van de veiling.

Op welk moment zal de veiling van extra digitaal spectrum in laag 4 plaatsvinden? Kan de Minister daarnaast aangeven wat de impact zal zijn op de ontwikkeling van DAB+ voor zowel landelijke, regionale en lokale omroepen indien de veiling volgens de huidige planning op korte termijn zal plaatsvinden?

In het ontwerpbesluit is te lezen dat er drie verschillende veilingen georganiseerd zullen worden om de beschikbare FM- en DAB+-vergunningen te verdelen. Wat is de reden om deze veilingen niet tegelijkertijd te houden?

Kent de Minister de signalen uit de markt dat er een meer efficiënte indeling van het digitale spectrum mogelijk is? Zo ja, komen deze signalen van één of meerdere marktpartijen? Indien deze signalen van één marktpartij afkomstig zijn, zijn andere marktpartijen een andere mening toegedaan? Zou het nuttig kunnen zijn om met partijen uit de markt nader te overleggen over een eventuele efficiëntere indeling? Hoe kijkt de Minister hierbij aan tegen een mogelijk uitstel van de veiling aan? Zou een eventueel uitstel van de veiling ruimte bieden om het etherspectrum efficiënter in te delen en ontvangst technisch te verbeteren? Wat zouden de negatieve consequenties zijn van een uitstel van de veiling? Welke spelers of type spelers zouden van een uitstel negatieve consequenties kunnen ondervinden? Zou uitstel van de veiling negatieve consequenties kunnen hebben voor de consument?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie vragen de Minister toe te lichten of en hoe de opzet voor de veiling in overleg met de verschillende sectoren die van Laag 4 gebruik maken of gaan maken tot stand is gekomen. Deze leden zijn benieuwd of, indien dit niet het geval is, de Minister bereid is alsnog met de verschillende sectoren in overleg te treden om tot een voor iedereen bevredigende veiling te komen.

Deze leden lezen in de toelichting bij het ontwerpbesluit dat het eenvoudig moet zijn voor deelnemers om effectief deel te nemen en dat het niet nodig moet zijn om hiervoor experts in te huren. Deze leden zijn benieuwd op welke wijze de regering van plan is het biedproces effectief te maken en te voorkomen dat experts dienen te worden ingehuurd.

II Reactie van de Minister

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie vragen of de gesprekken en reacties van de radiostations en hun zenderoperators over deze veiling en over de beoogde opzet van de veiling van laag 7 nog nieuwe inzichten hebben opgeleverd.

Het gaat bij deze veiling om de uitvoering van reeds bestaand beleid dat uitvoerig met uw Kamer is afgestemd. Sinds de vormgeving van dit beleid, inhoudende de verlenging van de commerciële radiovergunningen en de uitgifte van extra digitaal spectrum ten behoeve van commerciële radiopartijen, wordt er intensief overlegd met de radiosector over een breed scala van onderwerpen. Daarbij worden alle partijen (zowel grotere als kleinere partijen, zowel publiek als commercieel) in de gelegenheid gesteld vooraf hun wensen en opvattingen ten aanzien van de uitwerking van het beleid mee te geven. Mede op basis van deze input komen besluiten en regelingen tot stand. De conceptbesluiten worden conform de daarvoor geldende juridische procedures voor definitieve vaststelling ter inzage gelegd en een ieder kan dan (nogmaals) zienswijzen inbrengen. Partijen kunnen dus meerdere keren op informele en formele wijze meedenken over de vormgeving van de toepasselijke regels. De reacties van marktpartijen, die overigens overwegend positief zijn, hebben bij de consultatie geen nieuwe inzichten opgeleverd voor wat betreft de ingezette beleidslijn.

De leden van de VVD-fractie vragen of ik voornemens ben om op basis daarvan het beleid aan te passen. Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Het beleid in algemene zin voor de verlenging van de huidige vergunningen en het daarbij behorende beleid ten aanzien van de uitgifte van extra beschikbare frequentieruimte heb ik met uw Kamer gewisseld bij brieven van 19 mei 20161 en 30 juni 20162. Uitgangspunt bij de vaststelling van dit beleid vormde de huidige indeling van het digitaal spectrum, waarvan overigens ook andere partijen dan de commerciële radiopartijen gebruik maken3. De huidige indeling van het digitaal spectrum vormt bij een verlenging van de bestaande vergunningen het uitgangspunt en eveneens het vertrekpunt voor adviezen van (veiling)experts die hebben plaatsgevonden.

De reacties van marktpartijen hebben geen nieuwe inzichten opgeleverd en er is geen aanleiding om het beleid aan te passen. Ik ben nog wel aan het bekijken of op grond van de in het kader van de consultatie van de ontwerpregeling ontvangen reacties eventuele aanpassingen met betrekking tot de uitvoering van de veiling nodig zijn.

De leden van de VVD-fractie vragen of ik verwacht dat er investeringsbereidheid is bij kleine partijen die nog niet beschikken over digitale frequenties. De leden van de VVD-fractie vragen voorts of er ook huidige partijen geïnteresseerd zijn om iets bij te kopen.

Op dit moment is de veiling van extra digitaal spectrum in laag 4 aan de orde. Deze laag is reeds in gebruik bij regionale publieke omroepen, niet-landelijke commerciële radiostations en (hoogvermogen) middengolfpartijen. Deze bestaande partijen hebben reeds gezamenlijk een netwerk uitgerold en hebben aangegeven belangstelling te hebben voor dit extra spectrum. Gelet op de aard van de beschikbare vergunningen ((boven)regionale gebieden) ligt het in de rede dat juist de bestaande kleinere partijen en ook nieuwe kleinere partijen gebruik willen maken van dit spectrum om de kwaliteit van hun uitzendingen te verbeteren dan wel extra uitzendmogelijkheden te creëren. Hoewel het algemene uitgangspunt bij een uitgifte is dat daarbij een ieder die geïnteresseerd is de mogelijkheid moet krijgen om mee te doen aan de veiling en er geen voorrangsrecht is gecreëerd, is deze laag in eerste instantie bestemd voor kleinere partijen en niet voor de landelijke partijen.

Relevant in dit verband is om ook de bijzondere positie van een van de middengolfpartijen, Groot Nieuws Radio (GNR), te noemen. De eigenaar van de zendmast waar GNR voor haar middengolfuitzendingen gebruik van maakt, NOVEC, heeft aangegeven de mast per 1 september 2017 te willen ontmantelen. Eén van de mogelijkheden voor GNR om in een groot deel van Nederland via de ether uit te kunnen zenden, vormt deelname aan de uitgifte van extra spectrum in laag 4 of laag 7.

Ook voor andere bestaande middengolfpartijen vormt de uitgifte van dit extra spectrum een kans om hun digitaal bereik flink uit te breiden. De niet-landelijke commerciële partijen en (hoogvermogen) middengolfpartijen zullen dan ook benadeeld worden als de beschikbare ruimte in «hun» laag niet snel wordt uitgegeven.

De leden van de VVD-fractie vragen of ik van mening ben dat bij het doorzetten van de veiling er sprake is van de meest optimale, doelmatige en bij de marktbehoefte aansluitende spectrumindeling.

De huidige indeling van het digitaal spectrum is een gevolg van het ingezette digitaliseringsbeleid in 2009. Dit beleid wordt met de huidige verlenging van de commerciële radiovergunningen voortgezet. De spectrumindeling voor digitale etherradio (DAB+) kan niet los worden gezien van de verlenging van de commerciële vergunningen voor analoge radioomroep voor een periode van vijf jaren, tot en met 31 augustus 2022. Immers, door de koppeling van analoge FM- en (hoogvermogen)middengolfradio aan spectrum voor digitale radioomroep is een deel van het spectrum voor digitale radioomroep voor eenzelfde periode ook vastgezet.

Zoals hierboven is aangegeven, is het huidige beleid en de bestaande digitale spectrumindeling het vertrekpunt geweest voor de uitvoering van het beleid en de uitgifte van de extra digitale ruimte. Hiermee is tegemoet gekomen aan de wens van de Kamer om de bestaande commerciële vergunningen te verlengen4. De extra digitale ruimte wordt uiteraard zo optimaal en doelmatig mogelijk verdeeld, rekening houdend met en na afweging van de belangen van alle betrokken partijen.

De leden van de VVD-fractie vragen hoe de samenwerkingsovereenkomst vorm krijgt indien landelijke, regionale en lokale radiostations in een multiplex moeten samenwerken.

Het proces om te komen tot een samenwerkingsovereenkomst is primair aan de betrokken vergunninghouders. In de vergunningsvoorwaarden is opgenomen dat de betreffende radiopartijen een samenwerkingsovereenkomst dienen aan te gaan. Dit om de samenwerking te bespoedigen. Het kenmerk van digitale radio via DAB+ is immers dat partijen dienen samen te werken omdat zij gebruik maken van gedeeld frequentiespectrum en een gedeelde infrastructuur. Punten uit de samenwerkingsovereenkomst kunnen onder meer betrekking hebben op de keuze van en samenwerking met de netwerk operator en hoe de kosten onderling worden verdeeld.

Het toezicht door de Minister is alleen gericht op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften inclusief de vergunning.

De leden van de VVD-fractie merken op dat laag 7 in vijf verschillende, regionale frequentieblokken zal worden uitgegeven. De leden van de VVD-fractie vragen of dit klopt.

Ja, dit klopt.

De leden van de VVD-fractie vragen of ik kan uitsluiten dat ontvangers moeten schakelen bij overgang tussen de verschillende frequentieblokken in laag 7 en of het juist is dat de ontvangst van het radioprogramma in veel mobiele ontvangers daardoor voor kortere of langere tijd (10 tot 70 seconden) stil zal vallen.

In de verschillende allotments van laag 7 kunnen gelijktijdig zowel programma’s die alleen in een specifiek allotment te ontvangen zijn als programma’s die in alle allotments (of een aantal allotments) te ontvangen zijn, uitgezonden worden. Indien het netwerk op de juiste wijze geïmplementeerd is, zal een DAB+ radio die zich verplaatst van een allotment naar een ander allotment automatisch overschakelen naar de juiste DAB+ frequentie indien het betreffende programma ook in het andere allotment uitgezonden wordt of, indien dit programma niet voorhanden is in een ander DAB+ allotment, zelfs naar een FM-signaal waarop hetzelfde programma uitgezonden wordt.

Wat hierbij wel van belang is, is dat er verschillende soorten DAB+ (auto)radio’s bestaan: DAB+ radio’s met een enkele DAB+ tuner en DAB+ radio’s met een dubbele DAB+ tuner. Bij een DAB+ radio met dubbele DAB+ tuner zal de overgang van het ene naar het andere DAB+ allotment voor de luisteraar waarschijnlijk soepeler verlopen dan bij een DAB+ radio met een enkele tuner.

In de praktijk zijn er (ook) in Nederland overigens al omroepen die in twee aangrenzende allotments hetzelfde programma uitzenden. Een voorbeeld daarvan is Omroep Fryslan (RPO). Omroep Fryslan zendt in laag 4 in allotment 9D-N en in het aangrenzende allotment 6B hetzelfde programma uit. Ook uit een test in de praktijk blijkt bij de overgang van het ene naar het andere allotment een DAB+ radio automatisch om te stemmen naar de frequentie in het andere allotment. Bij een DAB+ radio met een enkele tuner zal de luisteraar in de meeste gevallen een korte onderbreking van het signaal van maximaal enkele seconden kunnen ervaren.

De leden van de VVD-fractie vragen wat de consequenties zijn indien de geplande veiling niet binnen de huidige voorgestelde termijn plaatsvindt. De leden van de VVD-fractie stellen dat in algemene zin het niet efficiënt is om spectrum braak te laten liggen indien daarvoor belangstelling bestaat.

Als het vrijstaand frequentiespectrum van laag 4 niet binnen de huidige voorgestelde termijn wordt uitgegeven, betekent dit dat voorlopig geen nieuwe partijen aantreden en de huidige gebruikers hun kosten niet naar beneden kunnen brengen aangezien het uitgangspunt is dat de kosten voor uitrol van het netwerk gedeeld worden door alle vergunninghouders van laag 4.

Bovendien nemen de kosten per 1 januari 2018 ook nog eens toe als gevolg van de nieuwe digitaliseringsverplichting die ten grondslag ligt aan de verlenging. Bestaande partijen in laag 4 moeten na 1 januari 2018 extra investeren in het digitale netwerk. Uitstel van de veiling betekent ook dat de huidige gebruikers voorlopig geen aanspraak kunnen maken op extra ruimte voor nieuwe programma’s of betere uitzendkwaliteit. Bovendien biedt de uitgifte van extra digitaal spectrum kansen voor nieuwkomers die nog niet beschikken over digitaal spectrum. Voor hen is het van belang dat zij zo snel mogelijk kunnen aansluiten bij de samenwerkingsovereenkomst in laag 4.

Voor laag 7 speelt ook dat een snelle uitgifte gewenst is aangezien daar nu twee landelijke vergunninghouders zijn die de verplichting hebben om hun vergunning uit te rollen. Deze twee vergunninghouders kunnen niet gezamenlijk de kosten voor het uitrollen van een netwerk dragen.

De snelle uitgifte van laag 7 is eveneens van belang om recht te doen aan het beleid van de overheid. Met de verlenging van de commerciële radiovergunningen wordt ook de komende jaren ingezet op het reeds in gang gezette digitaliseringsbeleid. Om de digitalisering verder te bevorderen wordt er extra digitale frequentiecapaciteit beschikbaar gesteld voor commerciële radio. Ook hier geldt dat eventuele nieuwkomers er baat bij hebben om zo snel mogelijk over dit spectrum te kunnen beschikken en niet onnodig op achterstand worden gezet ten opzichte van bestaande partijen wiens vergunningen worden verlengd. De markt voor digitale radio wordt bij uitstel langdurig op slot gezet aangezien er met de buurlanden moet worden onderhandeld over een nieuwe spectrumindeling. Uitstel is derhalve niet goed voor partijen die graag willen investeren in digitale radio en de concurrentie willen aangaan.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie lezen in de toelichting bij het ontwerpbesluit dat een aantal partijen (zowel partijen die nog niet beschikken over digitale frequentieruimte als bestaande partijen) hebben aangegeven interesse te hebben in spectrum in laag 4. De leden van de CDA-fractie vragen of ik in een tabel een overzichtelijke marktanalyse kan geven.

Het algemene uitgangspunt, zoals is vastgelegd in de Nota Frequentiebeleid 2016 (Kamerstuk 24 095, nr. 409), bij de verdeling van omroepfrequenties is dat deze schaars zijn. Dit algemene uitgangspunt is ook bevestigd in gesprekken met diverse marktpartijen. Zie ook het antwoord op de vraag van de leden van de VVD-fractie over dit onderwerp.

De leden van de CDA-fractie vragen hoeveel partijen er naar verwachting mee zullen gaan doen aan de veiling. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of er voldoende partijen zijn.

Of er daadwerkelijk sprake is van schaarste zal moeten blijken na afloop van de aanvraagperiode. Om het veilingproces niet te verstoren past het mij niet om dieper in te gaan op aantal of identiteit van eventuele belangstellende partijen. Zie ook het antwoord op de vraag van de leden van de VVD-fractie over dit onderwerp.

De leden van de CDA-fractie vragen of ik nader zou kunnen toelichten waarom er sprake is van schaarste in het DAB-spectrum en op welke wijze dit is onderzocht.

Zoals hierboven reeds is aangegeven is het algemene uitgangspunt, zoals is vastgelegd in de Nota Frequentiebeleid 2016, dat bij de verdeling van omroepfrequenties deze schaars zijn. Dit is ook het uitgangspunt bij deze veiling. Zie ook het antwoord op de vraag van de leden van de VVD-fractie over dit onderwerp.

De leden van de CDA-fractie vragen of ik kan uitsluiten dat er als gevolg van een minder efficiënte planning en indeling van het DAB-spectrum sprake is van kunstmatige schaarste

De bestaande spectrumindeling voor digitale radio is het vertrekpunt voor de uitvoering van het beleid en de uitgifte van de extra digitale (DAB+) ruimte. De indeling van het DAB-spectrum en de daarmee samenhangende gebruiksrechten vloeien voort uit internationale afspraken en onderhandelingen. Dit is onder meer nodig om storingen te voorkomen en het efficiënt gebruik van de frequenties te bevorderen. De extra digitale ruimte die niet aan de verlenging is gekoppeld of reeds in gebruik is, wordt uiteraard zo optimaal en doelmatig mogelijk verdeeld, rekening houdend met en na afweging van de belangen van alle betrokken partijen. Er is daarbij naar mijn mening geen sprake van het creëren van kunstmatige schaarste.

De vraag is overigens of een herindeling op korte termijn zal leiden tot teen efficiënter indeling van het digitale spectrum. Een voordeel van de huidige indeling van het digitale spectrum van laag 7 in regionale allotmenst is namelijk dat deze indeling aansluit bij de indeling van laag 4. Een deel van laag 4 (Randstad (allotment 8A) en Noordoost Nederland (allotment 6B) is al (bijna) volledig vergund. Niet-landelijke omroepen en (hoogvermogen)middengolfomroepen die niet (al) het gewenste spectrum hebben kunnen verwerven, kunnen dit alsnog verwerven veiling van het spectrum in laag 7. Daarnaast kunnen partijen met een landelijke ambitie ook landelijk bereik verwerven bij de uitgifte van laag 7. De indeling in vijf regionale allotments staat daar niet aan in de weg. Op deze wijze dus wordt rekening gehouden met de belangen van alle partijen.

De leden van de CDA-fractie vragen welke effecten deze veiling uiteindelijk voor de consumenten heeft.

Ik beoog met de veiling van nog beschikbare digitale ruimte in de laag 4 (maar ook in laag 7) extra frequentieruimte ter beschikking te stellen voor nieuwe programma’s en/of programma’s met een betere technische kwaliteit. Hierdoor wordt vorm gegeven aan het digitaliseringsbeleid. Hiervan zullen ook de consumenten direct profiteren.

De leden van de CDA-fractie hebben daarnaast begrepen dat laag 7 zal worden uitgegeven in vijf verschillende, regionale frequentieblokken. De leden van de CDA-fractie vragen of ik kan aangeven of ontvangers moeten schakelen bij de overgang tussen de verschillende frequentieblokken in laag 7 en of de ontvangst van het radioprogramma in veel mobiele ontvangers daardoor voor kortere of langere tijd stil zal vallen. De leden van de CDA-fractie vragen voorts of ik dat wenselijk vind en wat hiervan de invloed zou zijn op de aantrekkelijkheid van een overstap naar DAB.

Indien ontvangers al moeten schakelen tussen de vijf verschillende frequentieblokken in laag 7 heeft dit geen grote invloed op de aantrekkelijkheid van DAB. Zie ook het antwoord op de vraag van de leden van de VVD-fractie over dit onderwerp.

De leden van de CDA-fractie vragen of ik kan tevens aangeven of voorafgaand aan de formele consultaties technisch-inhoudelijk overleg is geweest met marktpartijen en hun zenderoperators over de voorgenomen veiling van laag 4 en de toekomstige uitgifte van laag 4 en 7. Zo ja, wat waren hun reacties hierop en wat is daarmee gedaan? Zo nee, waarom niet?

Er is veelvuldig overleg met de radiosector. Zie ook het antwoord op de vragen van de leden van de VVD-fractie ten aanzien van de reacties van partijen en hun zenderoperators en of deze reacties nog nieuwe inzichten hebben opgeleverd.

De leden van de CDA-fractie hebben begrepen dat de consultatie voor de veiling van laag 4 is gesloten. De leden van de CDA-fractie vragen of de gesprekken en reacties van de radiostations en hun zenderoperators over deze veiling en over de boogde opzet van de veiling van laag 7 nieuwe inzichten hebben opgeleverd. De leden van de CDA-fractie vragen of ik voornemens ben om op basis daarvan het beleid aan te passen en zo ja, op welke wijze ik dat ga doen. Zo nee, waarom niet?

De reacties van marktpartijen, die overigens overwegend positief zijn, hebben bij de consultatie geen nieuwe inzichten opgeleverd voor wat betreft de ingezette beleidslijn Zie ook het antwoord op de vragen van de leden van de VVD-fractie over dit onderwerp.

De leden van de CDA-fractie vragen op welk moment de veiling van extra digitaal spectrum in laag 4 zal plaatsvinden.

De veiling zal naar verwachting in het najaar plaatsvinden.

De leden van de CDA-fractie vragen of ik daarnaast kan aangeven wat de impact zal zijn op de ontwikkeling van DAB+ voor zowel landelijke, regionale en lokale omroepen indien de veiling volgens de huidige planning op korte termijn zal plaatsvinden.

Een veiling van laag 4 op korte termijn draagt bij aan de digitalisering van de Nederlandse etherradio. Als ook het extra digitaal spectrum verdeeld is, zal recht gedaan worden aan het door het overheid ingezette digitaliseringsbeleid. Ook draagt een snelle uitgifte bij aan lagere kosten voor bestaande vergunninghouders uit laag 4. Bij lagere kosten kunnen zij de verplichtingen uit hun vergunning voortvarend nakomen en investeren in het digitale netwerk. Zie ook het antwoord op de vraag van de leden van de VVD-fractie over wat de consequenties zijn indien de geplande veiling niet binnen de huidige voorgestelde termijn plaatsvindt.

De leden van de CDA-fractie lezen in het ontwerpbesluit dat er drie verschillende veilingen georganiseerd zullen worden om de beschikbare FM- en DAB+-vergunningen te verdelen. De leden van de CDA-fractie vragen wat de reden is om deze veilingen niet tegelijkertijd te houden.

De reden dat de veilingen niet tegelijk gehouden worden is gelegen in het feit dat de uit te geven vergunningen verschillen en niet als substitueerbaar worden beschouwd. Zo zijn de einddata voor de vergunningen in laag 4 en straks laag 7 verschillend en betreft het enerzijds de uitgifte gekoppeld spectrum (analoog en digitaal tezamen) en anderzijds alleen digital spectrum.

Daarnaast bestaat er voor de exploitatie van laag 4 al een samenwerkingsverband, waar dat er niet is in laag 7 en nog gevormd moet worden alvorens de exploitatie van start kan gaan. Ook om deze reden lijkt het digitale spectrum in laag 4 juist te beantwoorden aan de wensen van de kleinere commerciële partijen, zowel bestaande als nieuwkomers. Door eerst laag 4 te veilen wordt met name kleinere partijen (waarvoor deze laag met name voor bestemd is) de gelegenheid geboden om digitaal spectrum te verwerven. Mochten zij daarin niet in slagen, dan kunnen zij daarna bepalen of zij eveneens willen meedoen aan de veiling van het digitale spectrum in laag 7. Deze keuzemogelijkheid gaat verloren als al het spectrum tegelijk verdeeld wordt aangezien partijen dan meteen moeten bepalen welk spectrum zij willen verwerven. Op deze wijze zou het erg ingewikkeld worden voor partijen om hun biedstrategie te bepalen en zouden zij wellicht afhankelijk zijn van dure veilingexperts.

De leden van de CDA-fractie vragen of ik de signalen uit de markt ken inhoudende dat er een meer efficiënte indeling van het digitale spectrum mogelijk is. De leden van de CDA-fractie vragen of deze signalen van één of meerdere marktpartijen komen. Indien deze signalen van één marktpartij afkomstig zijn, zijn andere marktpartijen een andere mening toegedaan?

Ik heb vorig jaar ter onderbouwing van de verleningen uitvoerig onderzoek laten doen door de KWINK groep «Onderzoek naar digitale etherradio (DAB+)5». Het onderzoek van de KWINK groep bestond uit twee delen, namelijk een terugblik op het gevoerde digitaliseringsbeleid en een vooruitblik. Dit laatste betreft een analyse en advies in hoeverre de versnelling van digitalisering via DAB+ bij een verlenging van de commerciële radiovergunningen vorm zou kunnen krijgen

De KWINK groep heeft voor de totstandkoming van deze analyse ook de commerciële radiopartijen benaderd. De niet-landelijke commerciële radiostations en regionale publieke omroepen (ROOS) hebben bij de totstandkoming van het rapport aangegeven dat de huidige indeling en samenstelling in laag 4 (bovenregionaal kavel) niet optimaal is.

In het rapport is dan ook de aanbeveling opgenomen om op langere termijn, binnen de daarvoor geldende juridische randvoorwaarden6, te streven naar een betere indeling van de digitale laag 4.

Een herindeling op korte termijn is niet te realiseren, onder andere door de investeringen die in het huidige netwerk zijn gedaan, en lange onderhandelingsprocessen.

De leden van de CDA-fractie vragen of het nuttig zou kunnen zijn om met partijen uit de markt nader te overleggen over een eventuele efficiëntere indeling.

Op dit moment ben ik bezig om in samenspraak met de sector, een visie op omroepdistributie na 2022 vast te stellen. Ook een eventuele herindeling van het digitale spectrum maakt daar deel vanuit. Dit sluit ook aan bij de aanbevelingen uit het KWINK rapport. De medewerkers van het ministerie voeren daartoe reeds gesprekken met de marktpartijen, waaronder de radiosector. De gesprekken zullen in de komende maanden worden voortgezet en geïntensiveerd.

De leden van de CDA-fractie vragen hoe ik tegen een mogelijk uitstel van de veiling aankijk.

Een mogelijke oponthoud van de veiling van laag 4 heeft nadelige consequenties voor de bestaande vergunninghouders in die laag. Bovendien kunnen eventuele nieuwkomers dan pas later instappen, wordt onzekerheid gecreëerd die de investeringen in digitale radio kunnen belemmeren. Om die reden heeft uitstel niet mijn voorkeur.

De leden van de CDA-fractie vragen of een eventueel uitstel van de veiling ruimte zou bieden om het etherspectrum efficiënter in te delen en ontvangst technisch te verbeteren.

Een dergelijke herindeling van het digitale spectrum vergt een uitvoerig onderzoek en nationale standpuntbepaling alvorens internationale onderhandelingen te starten. De inzet van dergelijke onderhandelingen moet vooraf duidelijk zijn, zowel de ruimte die Nederland zou willen bemachtigen als de ruimte die daarvoor zou kunnen worden prijs gegeven. De ervaring leert dat internationale onderhandelingen langdurige processen zijn. Daarenboven is het overgrote gedeelte van het digitale spectrum in gebruik bij partijen en worden de vergunningen voor de commerciële radiopartijen verlengd. Een andere indeling van het digitale spectrum, nog los van de vraag of daartoe ruimte is bij verlenging van de bestaande vergunningen, vergt ook medewerkingen van alle partijen die gebruik maken van dit spectrum, hetgeen niet eenvoudig is. De uitkomsten van een dergelijk herindeling zijn niet te realiseren op korte termijn en een eventueel uitstel van de veiling draagt daar dan ook niet aan bij.

De leden van de CDA-fractie vragen wat de negatieve consequenties zijn van een uitstel van de veiling. De leden van de CDA-fractie vragen welke spelers of type spelers van een uitstel negatieve consequenties zouden kunnen ondervinden. De leden van de CDA-fractie vragen zich voorts af of uitstel van de veiling negatieve consequenties zou kunnen hebben voor de consument.

Er is veelvuldig overleg met de radiosector. Zie ook het antwoord op de vragen van de leden van de VVD-fractie ten aanzien van de reacties van partijen en hun zenderoperators en de vraag of deze reacties nog nieuwe inzichten hebben opgeleverd.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie vragen of ik kan toelichten of de opzet voor de veiling in overleg met de verschillende sectoren die van laag 4 gebruik maken (of gaan maken) tot stand is gekomen. Deze leden van de SP-fractie zijn benieuwd of, indien dit niet het geval is, ik bereid ben alsnog met de verschillende sectoren in overleg te treden om tot een voor iedereen bevredigende veiling te komen.

Sinds de vormgeving van het beleid met betrekking tot de verlenging van de commerciële radiovergunningen en de uitgifte van extra digitaal spectrum ten behoeve van commerciële radiopartijen wordt er intensief overlegd met de radiosector over een breed scala van onderwerpen. Daarbij worden alle partijen (zowel grotere als kleinere partijen, zowel publiek als commercieel) in de gelegenheid gesteld vooraf hun wensen en opvattingen en aanzien van de uitwerking van het beleid mee te geven. Mede op basis van deze input komen besluiten en regelingen tot stand. Zie ook het antwoord op de vragen van de leden van de VVD-fractie over dit onderwerp.

De leden van de SP-fractie lezen in de toelichting bij het ontwerpbesluit dat het eenvoudig moet zijn voor deelnemers om effectief deel te nemen en dat het niet nodig moet zijn om hiervoor experts in te huren. De leden van de SP-fractie zijn benieuwd op welke wijze de regering van plan is het biedproces effectief te maken en te voorkomen dat experts dienen te worden ingehuurd.

Voorafgaand aan de veiling worden de deelnemers in de gelegenheid gesteld te oefenen met het veilingsysteem door middel van een zogenaamde proefveiling en kunnen deelnemers nadere vragen stellen. Uit de in december 2016 gehouden veiling voor vergunningen van de niet landelijke kavels B27 en B31 is gebleken dat dit voor partijen heel goed werkt. De deelnemers waren tevreden over de procedure voorafgaande aan en tijdens de veiling. Het veilingsysteem voor laag 4 is een eenvoudige simultane meerrondenveiling, een afgeleide van het systeem dat is toegepast in december 2016.


X Noot
1

Kamerstuk 24 095, nr. 402.

X Noot
2

Kamerstuk 24 095, nr. 405.

X Noot
3

Ook de publieke omroep, de PMSE sector en MTV-NL maken gebruik van digitaal spectrum, hetgeen de complexiteit van dit dossier nog vergroot.

X Noot
4

Zie o.a. de motie Gesthuizen c.s., Kamerstuk 24 095, nr. 385.

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl. Bijlage bij Kamerstuk 24 095, nr. 402.

X Noot
6

Na afloop van de verlengingsperiode in 2022.

Naar boven