24 095
Frequentiebeleid

nr. 211
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2007

Aanleiding

Met de herindeling van de FM-band in 2003 (hierna Zero Base) is ernaar gestreefd om zoveel mogelijk ruimte te creëren voor commerciële omroep in Nederland, maar met behoud van het bereik van de landelijke en regionale publieke omroepen. Publieke omroepen hebben volgens de Telecommunicatiewet bij voorkeur recht op frequentieruimte voor het uitvoeren van hun publieke taak. Daarbij wordt gestreefd naar frequentieruimte met volledige landelijke dekking. In de praktijk is dit vrijwel niet te realiseren in verband met internationale afspraken over frequentierechten. Deze leiden ertoe dat vooral in de grensgebieden soms geen volledige dekking is te bieden. Na de Zero Base operatie zijn in een aantal gebieden ontvangstklachten ontstaan bij de regionale en landelijke publieke omroepen. Op 23 maart 20041 is aan uw Kamer toegezegd de ontvangstklachten op te lossen en de Tweede Kamer op de hoogte te stellen van de eindresultaten.

1. In deze brief ga ik, zoals toegezegd, in op de eindresultaten van de geïdentificeerde ontvangstklachten van de landelijke en regionale publieke omroepen. Daarbij ga ik in op de oorzaken en oplossingen en het gehanteerde implementatietraject.

2. Tevens geef ik mijn reactie op de petitie betreffende ontvangstklachten van het Noord-Hollands Dagblad, zoals verzocht door de Vaste Kamercommissie voor Economische Zaken (verzoek van 20 maart 2007 inzake Etherontvangst van de publieke radiozenders met kenmerk 07-EZ-B-014/EZ06000682).

3. Inmiddels is duidelijk geworden welke restfrequenties voor niet-landelijke commerciële omroepen nog beschikbaar zijn. Ik stel u bij dezen op de hoogte dat deze restfrequenties via een vergelijkende toets in 2007 verdeeld zullen worden, zoals eerder aan uw Kamer is toegezegd2. Ook wil ik reeds aankondigen dat ik voornemens ben in 2009 de FM-frequenties uit te geven voor de periode vanaf september 2011. De huidige en toekomstige vergunninghouders krijgen daarmee voldoende tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe vergunningperiode.

Ad 1. Aanpak ontvangstklachten

Zoals al eerder aan de Tweede Kamer gemeld1, onderscheid ik twee fasen in het beoordelen en waar mogelijk oplossen van de ontvangstklachten. Fase 1 betreft de ontvangstklachten die schriftelijk zijn aangemeld bij Agentschap Telecom vóór 4 juli 2003. Ontvangstklachten die ná 4 juli 2003 zijn aangemeld bij Agentschap Telecom vormen fase 2. Fase 1 betrof over het algemeen klachten waarbij in een beperkt aantal plaatsen veel luisteraars werden getroffen. Fase 2 werd gekenmerkt door het grote aantal plaatsen waar een beperkt aantal luisteraars klachten hadden. Het totale aantal getroffen luisteraars in fase 2 was daarmee groter dan in fase 1. Alle ontvangstproblemen in een plaats voor een bepaald radiokanaal werden samen genomen als één ontvangstklacht.

Fase 1 betrof in totaal 28 ontvangstklachten; hiervan zijn in de eerste fase 23 klachten opgelost en 5 nog niet opgelost. Deze laatste zijn doorgeschoven naar fase 2. De voor fase 2 ingestelde stuurgroep heeft 46 ontvangstklachten (inclusief de 5 uit fase 1) geïdentificeerd. Vervolgens zijn de gevonden oplossingen geïmplementeerd voor zover dit nodig en mogelijk was. Deze oplossingen bestaan ondermeer uit het plaatsen van steunzenders, verplaatsing van storende zenders en voorlichting over het gebruik van de radio in de nieuwe situatie aan de consument.

Voor 15 ontvangstklachten is tot op heden geen oplossing geïmplementeerd. De oplossing voor deze ontvangstklachten kan alleen worden gerealiseerd door het verplaatsen van zenders die ongestoorde ontvangst van de publieke omroepen bemoeilijken. EZ is hiervoor afhankelijk van de vrijwillige medewerking van de commerciële radiostations (en hun operator). Deze stellen ter compensatie eisen die EZ juridisch niet kan nakomen. EZ blijft in gesprek met deze partijen over een oplossing. De landelijke en regionale publieke omroepen hebben aangegeven in te stemmen met de resultaten die tot nu toe bereikt zijn, al is het niet mogelijk gebleken om aan alle verwachtingen tegemoet te komen.

Ad 2. Petitie Noord-Hollands Dagblad

Onlangs is door het Noord-Hollands Dagblad aan de Tweede Kamer een petitie aangeboden met 900 handtekeningen van burgers. Het betreft hier klachten over de ontvangst van de landelijke Publieke Omroep via de ether in sommige plaatsen in Noord-Holland, die zijn ontstaan na het inzetten van steunzenders om eerdere klachten op te lossen.

Na de verdeling van de FM frequenties in 2003 zijn er klachten rond Hoorn en Haarlem geïnventariseerd door de bovengenoemde stuurgroep. Deze klachten zijn destijds verholpen door het plaatsen van steunzenders rond Hoorn en een verplaatsing van storende zenders bij Haarlem. De huidige klachten in Noord-Holland betreffen een strook ter hoogte van Alkmaar. Dit zijn nieuwe klachten, die niet in de hierboven genoemde stuurgroep zijn aangemeld en waarvan nog niet is vastgesteld wat precies de oorzaak is. Agentschap Telecom zal deze nieuwe klachten beoordelen.

Ad 3. Vooraankondiging uitgifte restfrequenties en heruitgifte FM-frequenties

In de afgelopen jaren heeft EZ/Agentschap Telecom frequenties gebruikt voor het oplossen van de ontvangstklachten van de publieke en commerciële omroepen, dit is nu afgerond. Daarnaast is in augustus 2006 een onderzoek naar de beschikbaarheid van frequentieruimte voor niet-landelijke commerciële omroepen (NLCO) afgerond en gepubliceerd. Daarmee is nu duidelijk welke restfrequenties voor niet-landelijke commerciële omroepen nog beschikbaar zijn. Nu kan de toezegging in het aanvraagdocument van de verdeling gestand worden gedaan1. Het gaat hierbij om twaalf FM-frequenties die een relatief klein verzorgingsgebied beslaan en die zijn bedoeld voor regionale commerciële radio. Daarnaast zijn er in 2006 vier middengolffrequenties ingetrokken2 die tegelijk met de FM-restfrequenties verdeeld kunnen worden. De keuze voor een vergelijkende toets vloeit, via de Telecomwet3, juridisch voort uit de eerdere verdeling van 2003, die ook via een vergelijkende toets is verlopen.

De huidige FM-frequenties hebben een looptijd tot september 2011. Vanaf dat moment gaan de FM-vergunningen voor de nieuwe vergunningstermijn in. Om zowel de huidige vergunninghouders die geen nieuwe vergunning voor hun huidige kavel verwerven, als de nieuwkomende vergunninghouders de tijd te geven om hun voorbereidingen te treffen, ben ik voornemens om reeds in 2009 de vergunningen voor de nieuwe termijn te verlenen.

Optimaal gebruik FM-frequenties

De gehele Zero Base operatie, inclusief de nazorg, heeft ertoe geleid dat – zoals beoogd – zoveel mogelijk ruimte is gecreëerd voor de commerciële omroep, met behoud van het bereik van de landelijke en regionale publieke omroepen. Binnen de mogelijkheden die er zijn, is nu een technisch maximaal haalbare accommodatie van zowel publieke als commerciële omroepen bereikt. De consequentie hiervan is dat er naar de huidige stand van kennis geen frequentieruimte meer beschikbaar is voor nieuwe steunzenders in de FM-band.

Optimale ontvangst voor de luisteraars van zowel publieke als commerciële zenders zal voortdurend mijn aandacht en inspanning hebben.

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk


XNoot
1

Kamerstuk 24 095, vergaderjaar 2003–2004, d.d. 23-3-2004, nr. 161.

XNoot
2

Kamerstuk 24 095, vergaderjaar 2003–2004, nr. 163.

XNoot
1

Kamerstuk 24 095, vergaderjaar 2003–2004, nr. 161.

XNoot
1

Aanvraagdocument Vergelijkende toets commerciële radio-omroep frequenties.

XNoot
2

Kamerstukken 24 095, vergaderjaar 2005–2006, nr. 207.

XNoot
3

Artikel 3.3, lid 7 Telecomwet.

Naar boven