24 095
Frequentiebeleid

nr. 20
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 15 december 1998

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 heeft op 7 oktober 1998 overleg gevoerd met staatssecretaris J. M. de Vries van Verkeer en Waterstaat over de brief inzake tijdelijke verdeling etherfrequenties voor niet-landelijke commerciële radio-omroep (24 095, nr. 18).

Van het gevoerde overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Van Zuijlen (PvdA) constateerde tot haar genoegen dat bij de nu voorliggende etherfrequentieverdeling de verschillende partijen nauw betrokken zijn geweest en dat er door hen eigenlijk geen noemenswaardige klachten over zijn geuit. Bijzondere aandacht vroeg zij nog wel voor de positie van New Dance Radio die in het kader van genoemde verdeling nu buiten de boot dreigt te vallen. Hoewel dit radiostation zich te laat bij de niet-commerciële tak heeft aangesloten en er derhalve formeel overwegingen zijn om de claim af te wijzen, zijn er, mede gelet op het harmoniemodel waarvoor binnen dit dossier is gekozen, wellicht toch mogelijkheden om dit station alsnog een plek te geven in de ether.

Mevrouw Van Zuijlen hechtte er aan, dat het kabinetsstandpunt over het zerobaseonderzoek zo snel mogelijk afkomt, waarbij zij ervan uitging dat daarin ook aandacht zal worden besteed aan de contra-expertise van de Vereniging van commerciële radio-exploitanten. Het is van groot belang dat alle procedures tijdig zijn afgerond, waarbij overigens wel aan twee criteria dient te worden voldaan, te weten grondigheid en zorgvuldigheid. Ten aanzien van veilingen zal er sprake dienen te zijn van een redelijke overgangstermijn. Het is onacceptabel wanneer medewerkers van partijen die vanwege de veiling onverhoopt hun frequentie kwijtraken, van de ene op de andere dag op straat komen te staan.

Ervan uitgaande dat de tijdelijke frequentieverdeling alléén niet-landelijke commerciële omroepen betreft, wekt het enige verbazing dat in de brief van 11 september 1998 (24 095, nr. 19) gesteld wordt dat ook grondig is gekeken naar verzoeken van lokale publieke omroepen met ontvangstproblemen. Waaruit vloeit deze handelwijze voort en binnen welke termijn is overigens een oplossing voorzien van genoemde problemen? Verder was mevrouw Van Zuijlen van oordeel, dat aan het verlangen van deze omroepen om voortaan in stereo uit te mogen zenden, tegemoetgekomen zou kunnen worden, op voorwaarde dat ze zich aan het programmavoorschrift houden en ze een behoorlijk aantal uren per dag uitzenden. In dat licht was zij dan ook wat kritisch over een verder versoepelen van het programmavoorschrift, zoals voorgesteld door de staatssecretaris voor mediazaken.

Ten slotte vroeg zij wat in de laatste passage van de brief d.d. 11 september precies wordt bedoeld met de zinsnede dat er zo snel mogelijk nagegaan zal worden of er nog ruimte kan worden geboden aan nieuwe ontwikkelingen op het radioterrein. Zo er behoefte is aan bijvoorbeeld een nieuwsradiostation, waarvoor de Kamer zich ook herhaaldelijk heeft uitgesproken, pleit niets ertegen om bij wijze van spreken morgen al de dubbele bedekking op te heffen.

De heer Eurlings (CDA) achtte de nu voorliggende frequentieverdeling voor niet-landelijke commerciële omroepen van belang in het kader van de beoogde diversiteit in omroepland, hetgeen overigens onverlet laat dat heel serieus moet worden gekeken naar het verzoek van de Organisatie van lokale omroepen in Nederland (OLON) om de desbetreffende frequenties mede te beoordelen op bruikbaarheid voor publieke lokale omroepen, gelet op de etherdistributieproblemen waarmee die omroepen kampen. In dit licht vroeg hij de staatssecretaris te motiveren waarom de frequentieaanvragen van een zestal van deze publieke lokale omroepen niet zijn gehonoreerd. Wat wordt bedoeld met het in de brief d.d. 31 augustus 1998 (24 095, nr. 18) gestelde, dat de problemen van deze publieke omroepen niet op een doelmatige manier kunnen worden opgelost met deze frequenties? Hebben deze omroepen niet ten principale het recht op een goede etherontvangst in hun verzorgingsgebied? Met welke oplossingen denkt de staatssecretaris in dezen op korte termijn te komen?

De heer Eurlings ging ervan uit, dat de onderhavige frequentieverdeling volledig losstaat van de uiteindelijke beslissingen die op grond van het zerobaseonderzoek worden genomen. Op die manier kan de discussie over de resultaten van genoemd onderzoek onbevangen aangegaan worden en wordt voorkomen dat verkeerde verwachtingen worden gewekt over de betekenis van de nu toegekende tijdelijke frequenties. Wanneer komt het kabinet overigens met zijn standpunt over de zerobasebevindingen?

De CDA-fractie is en blijft tegenstander van veiling van frequenties tegen flinke prijzen, aangezien dit ten koste kan gaan van de kwaliteit van programma's. Het mediabeleid en de visie daarop dienen centraal te staan bij het uitgeven van frequenties. In dit verband is het essentieel dat publieke en commerciële omroepen snel duidelijkheid krijgen over de criteria en het te volgen tijdpad in het kader van het zerobaseonderzoek.

In navolging van zijn fractievoorzitter tijdens de recente algemene beschouwingen, deed de heer Eurlings een oproep aan het kabinet om bij de verdeling van de frequenties de groei en bloei van de Nederlandse muziekindustrie hoog in het vaandel te houden, de diversiteit te stimuleren en machtsconcentraties tegen te gaan.

Wat betreft de Nozema rijst de vraag of de benodigde technische aanpassingen van het zenderpark tijdig gereed zullen zijn, opdat zero base op de geplande datum kan worden geïmplementeerd.

De heer Nicolaï (VVD) stemde in met de in de onderhavige brief voorgestelde aanpak, die nodig is gelet op de zeer onevenwichtige verhouding tussen commercie en publiek waar het de etherverdeling betreft. Hij benadrukte het belang van de rol van zowel niet-landelijke commerciële omroepen als publieke omroepen. Wat zijn op termijn overigens de gevolgen van de voorgenomen etherdistributie voor met name de publieke lokale omroepen en vloeien er voor hen extra kosten uit voort?

Essentiëler dan de verdeling van de schaarste van etherfrequenties waarvan op dit moment sprake is, is het verminderen of het wegnemen van die schaarste. In dit verband was de heer Nicolaï zeer benieuwd naar de vorderingen op het gebied van de digitale geluidsomroep.

Hij sloot zich aan bij de vragen van vorige sprekers over het zerobaseonderzoek en de veilingen.

Zoals in het regeerakkoord aangekondigd, zal een onderzoek worden gehouden naar het aantal publieke landelijke radiozenders. Tevens vindt onderzoek plaats naar het cross ownership. Gelet op het raakvlak met de etherfrequenties, laat de vraag zich hier stellen of de resultaten van die onderzoeken beschikbaar zullen zijn voordat de definitieve frequentieverdeling zal plaatsvinden.

Op welke wijze denkt de staatssecretaris te bewerkstelligen dat oneerlijke concurrentie tot een minimum wordt beperkt? Gerefereerd kan hierbij worden aan de beperkte opbouwtijd die niet-landelijke commerciële radiostations krijgen.

Ten slotte hoorde de heer Nicolaï nog graag hoe zal worden omgegaan met het aspect van de door commerciële radiostations opgebouwde goodwill in relatie tot het veilen van frequenties.

De heer Bakker (D66) was evenals mevrouw Van Zuijlen benieuwd naar het kabinetsstandpunt met betrekking tot het zerobaseonderzoek en naar de reactie van het kabinet op het oordeel van de VCR op dat onderzoek. Hoewel de frequentieverdeling in hoge mate een aangelegenheid is van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, zitten er ook tal van omroepaspecten aan, hetgeen de vraag oproept in welke mate de staatssecretaris belast met het mediabeleid, daadwerkelijk wordt betrokken bij deze verdeling. Wat is overigens de stand van zaken rond het door laatstgenoemde geëntameerde onderzoek van de commissie-Jesserun inzake het cross ownership en de machtsconcentratie? Wanneer zullen de resultaten van het in het regeerakkoord vermelde onderzoek naar het aantal publieke radiozenders voorhanden zijn en zullen de conclusies daaromtrent betrokken worden bij de verdere besluitvorming en het kabinetsstandpunt?

Verschillende commentaren wijzen erop, dat de technische aanpassingen van het zenderpark niet tijdig voor 1 september 2000 gerealiseerd zullen worden. Deelt de staatssecretaris die visie of is zij wat dit betreft optimistischer?

De heer Bakker was van oordeel, dat de tijdelijke frequentieverdeling voor niet-landelijke commerciële radio-omroep niet doorkruist mag worden door de problematiek van de publieke lokale omroepen, zoals geschetst door de OLON. Overigens was hij wel benieuwd te vernemen wat de staatssecretaris voornemens is te doen aan die gesignaleerde problematiek. Wat zal bijvoorbeeld het spectrumbeslag zijn als alle uitzendingen van publieke lokale omroepen in stereo worden gepland, respectievelijk in verschillende kleinschalige frequenties? Een veelgehoorde klacht van commerciële omroepen betreft het grote ontvangstbereik van bepaalde regionale zenders dat hun eigen regio verre overstijgt. Is het niet mogelijk om hieraan iets te doen door middel van een aantal technische voorzieningen, zodat er weer wat ruimte vrijkomt?

Ten slotte sloot hij zich aan bij de opmerkingen van mevrouw Van Zuijlen over New Dance Radio.

Antwoord van de regering

De staatssecretaris onderstreepte het grote belang van niet-landelijke commerciële omroepen naast de publieke niet-landelijke omroepen

binnen het Nederlandse omroepbestel. Dat er inmiddels frequenties beschikbaar zijn gekomen voor de niet-landelijke commerciële radio-omroep is dan ook een vanzelfsprekende ontwikkeling. Deze zomer zijn 33 kleine FM-frequenties en zeven kleine AM-frequenties ter beschikking gesteld, die zijn verdeeld onder achttien niet-landelijke commerciële radiostations. Bij de selectie van die stations is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de frequentieverdeling voor de landelijke radiostations. Reeds actieve partijen hebben voorrang gekregen boven nieuwkomers. Daarnaast is gekeken naar de gebieden waar de partijen actief waren, de marktaandelen van de stations en de door hen reeds gedane investeringen.

Naast het zerobaseonderzoek waarvan de Kamer de resultaten inmiddels heeft ontvangen, is er nog een aanvullend onderzoek gaande naar de gevolgen van het in stereo uitzenden door lokale publieke omroepen, waarvan de resultaten nog deze maand naar de Kamer zullen worden gestuurd. Overigens zullen ook de onderzoeksgegevens die door andere partijen zijn verstrekt, betrokken worden bij de totaalafweging door het kabinet. De staatssecretaris was er veel aan gelegen om het tijdpad voor de zerobase-implementatie te halen. Zij schatte in dat in februari 1999 het kabinetsstandpunt gereed zal zijn. Tussen maart en juni 1999 zou dan behandeling in de Tweede Kamer kunnen plaatsvinden, zodat de afronding nog voor het zomerreces een feit is. In de periode van 1 november 1998 en 1 september 1999 kan de internationale coördinatie van de zerobasefrequentie plaatsvinden. Per 1 september 1999 zou dan het aanvraagdocument voor de veiling gereed kunnen zijn, zodat in januari 2000 de veiling kan aanvangen. In maart van dat jaar weet elke omroep dan waar zij aan toe is, waarna per 1 september 2000 de frequenties in gebruik kunnen worden genomen. In de tussentijd wordt er hard gewerkt aan de technische aanpassingen van het zenderpark, zodat deze tijdig gereed zullen zijn. De inschatting van de Nozema terzake was naar het oordeel van de staatssecretaris dan ook wat te pessimistisch.

Met het oog op bovengenoemd tijdschema zal analoog aan de discussie over de zerobasefrequentieverdeling, de in het regeerakkoord aangekondigde discussie gevoerd moeten worden over onder meer het terugbrengen van het aantal landelijke radiozenders van vijf naar vier, gelet op het duidelijke verband dat er tussen beide zaken is. De vraag naar de voortgang en de precieze termijn waarbinnen laatstgenoemde discussie zal zijn afgerond verwees de staatssecretaris door naar haar ambtgenoot van OCW, belast met mediazaken.

Voorts deelde zij mede, dat de externe commissie die de mogelijkheden van cross ownerschip onderzoekt naar verwachting nog dit jaar met resultaten zal komen.

Gelet op het gevaar van conglomeraatvorming is als uitgangspunt gekozen dat elk station slechts één frequentie mag aanvragen.

Uit een enquête van de OLON onder haar leden kwam naar voren dat er in 104 gevallen sprake is van frequentieproblemen, terwijl daarvóór bij de Rijksdienst voor radiocommunicatie (RDR) reeds 39 problemen bekend waren, hetgeen resulteert in een aantal van 143. Naar hun eigen zeggen, waren 69 omroepen niet goed te ontvangen in het verzorgingsgebied; zes omroepen moesten tegen hun zin een frequentie met een andere lokale omroep delen; zestien omroepen gaven aan soms gestoord te worden door een buitenlandse zender of een piraat; zeven omroepen hebben liever één frequentie om het gehele verzorgingsgebied te bestrijken in plaats van twee of drie. Van 49 omroepen is nog steeds niet bekend wat hun probleem is, aangezien ze nog niet hebben gereageerd op het verzoek van de RDR om de aard van de problemen toe te lichten. Het totaal van de soorten problemen is groter dan 143, omdat sommige lokale publieke omroepen een meervoudig probleem hebben. Na nadere analyse blijkt dat 45 problemen kunnen worden opgelost door middel van het ter beschikking stellen van een of meer frequenties en dat zeventien problemen weggenomen kunnen worden door het verplaatsen van zenders. Aan oplossingen wordt gewerkt, hoewel die in sommige gevallen niet voor september 2000 in het verschiet liggen. Daarnaast kunnen achttien problemen worden verholpen door aanpassing van de zendantenne, terwijl zestien storingsproblemen nog worden onderzocht via veldmetingen. Bij veertien gevallen bleek er bij nadere analyse geen probleem te zijn. In tien gevallen is het gebruik van een andere frequentie de beste oplossing gebleken. Verder is gebleken dat twee problemen kunnen worden opgelost door het delen van een frequentie met een andere lokale omroep. Voor vijf problemen is spoedig een oplossing voorhanden. In zijn algemeenheid geldt dat de RDR aangeeft in welke gevallen technische aanpassingen nodig zijn die de desbetreffende radiostations vervolgens voor eigen rekening uitvoeren.

De staatssecretaris gaf aan dat zes publieke lokale omroepen één of meer van de 33 FM-frequenties uit de tweede doos hebben aangevraagd, hetgeen ze ook hebben toegelicht op de hoorzitting van 17 juni jl. De suggestie van de OLON als zouden deze zes aanvragers bij voorbaat zijn uitgesloten, is pertinent onjuist. De aanvragen zijn wel degelijk behandeld en zijn uiterst zorgvuldig bekeken.

Het lag in de bedoeling van de staatssecretaris om nog dit jaar met het beleidsvoornemen inzake de digitale radio te komen, inclusief tijdpad. De eerstkomende jaren zullen analoog en digitaal overigens nog naast elkaar bestaan. Op termijn zal analoog geleidelijk verdwijnen ten gunste van digitaal. Internationaal wordt gesproken over een omschakeling tegen het jaar 2010.

Een van de criteria die zijn vastgesteld ten behoeve van de verdeling van de tweede doos en die alle getoetst zijn door de landsadvocaat, is dat een niet-landelijke omroep haar programma via niet meer dan 20% van het totale aantal kabelaansluitingen mag doorgeven. Uit haar frequentieaanvraag blijkt dat New Dance Radio die norm overschrijdt en dus niet aan genoemd criterium voldoet. De staatssecretaris vond het op grond daarvan dan ook terecht dat de zender geen frequentie is toebedeeld en was derhalve niet bereid in dit geval een uitzondering te maken, nog los van de precedentwerking die dit zou kunnen hebben.

In het kader van de huidige tijdelijke verdeling van etherfrequenties voor niet-landelijke commerciële radiostations wees de staatssecretaris de heer Nicolaï erop, die het aspect van de oneerlijke concurrentie aanstipte, dat alle deelnemers, dus ook degenen die nog maar net zijn begonnen en fors hebben geïnvesteerd, van het begin af aan duidelijk gewezen is op de tijdelijkheid van de regeling. Hun is ook medegedeeld dat geen absolute zekerheid geboden kan worden voor continuatie van hun station na 1 september 2000. De staatssecretaris zegde overigens toe het punt van de opgebouwde goodwill nader te zullen beschouwen bij de verdere discussie.

Uitgangspunt van het voorstel inzake de verdeling op zero base is onder meer de huidige stand der techniek, waarbij alles op dat gebied voor het onderhavige doel gecheckt wordt op haalbaarheid en bruikbaarheid.

Gelet op de schaarste op de frequentiemarkt en met inachtneming van het feit dat de overheid in dezen geen inhoudelijke criteria voor commerciële omroepen wil hanteren, is het instrument van veilen van frequenties het eerlijkst en het meest transparant. Overigens zijn er wel degelijk criteria te formuleren om te voorkomen dat landelijke omroepen op lokale of regionale frequenties gaan bieden.

De voorzitter van de commissie,

Blaauw

De waarnemend griffier van de commissie,

Floor


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), voorzitter, Van den Berg (SGP), Reitsma (CDA), Biesheuvel (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Van Gijzel (PvdA), Valk (PvdA), Leers (CDA), ondervoorzitter, Van Heemst (PvdA), Feenstra (PvdA), Verbugt (VVD), Giskes (D66), Stellingwerf (RPF), Crone (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GroenLinks), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Van Bommel (SP), Eurlings (CDA) en Herrebrugh (PvdA).

Plv. leden: Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Th.A.M. Meijer (CDA), Stroeken (CDA), Van Gent (GroenLinks), De Boer (PvdA), Waalkens (PvdA), Atsma (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Duivesteijn (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Augusteijn-Esser (D66), Schutte (GPV), Bos (PvdA), Spoelman (PvdA), Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD), Buijs (CDA), Van Walsem (D66), M.B. Vos (GroenLinks), Weekers (VVD), Balemans (VVD), Poppe (SP), Dankers (CDA) en Dijksma (PvdA).

Naar boven