Vergaderjaar 2010-2011
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Kamerstukken
23 645
Openbaar vervoer
28 165
Deelnemingenbeleid Rijksoverheid
Nr. 416
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 maart 2011
Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Financiën, de reactie op het verzoek van het lid Bashir ten aanzien de motie Bashir c.s. inzake het blokkeren van de fusie tussen de vervoerbedrijven Veolia Transport en Transdev (kamerstuk 23 645, nr. 407).
Het Kabinet heeft niet de mogelijkheid om een fusie tussen de twee genoemde bedrijven te blokkeren. Zoals ik in de brief van 7 februari 2011 (kamerstuk 23 645/28 165, nr. 408) heb geschreven, heeft de Staat bij de verkoop van aandelen van Connexxion een aantal vetorechten contractueel vastgelegd. Deze vetorechten bieden de Staat echter geen mogelijkheid om de fusie tussen Veolia en Transdev te blokkeren. De Europese Commissie en de NMa hebben die bevoegdheid wel. Beiden hebben echter geconstateerd dat er geen belemmeringen zijn voor een fusie.
De hiervoor genoemde vetorechten van de Staat hebben, zoals in de genoemde brief is beschreven, betrekking op de vennootschap Connexxion. We zien echter vooralsnog geen reden om een fusie tussen Connexxion en Veolia Nederland te blokkeren, integendeel. De fusie biedt beide ondernemingen namelijk de kans om ook in de toekomst te blijven investeren en hun diensten verder te ontwikkelen.
Ik kom daarmee tot de conclusie dat de Staat een fusie van Transdev en Veolia Transport niet tegen kan houden. Daarnaast hebben zowel de Europese Commissie als de NMa geconstateerd dat er geen belemmeringen zijn voor een fusie. Alles overziend acht ik de motie Bashir niet uitvoerbaar.
De minister van Infrastructuur en Milieu,
M. H.
Schultz van Haegen-Maas Geesteranus