22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 211 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2013

Van 18 tot 28 maart 2013 vindt de zogenoemde slotconferentie plaats over het VN-wapenhandelsverdrag (Arms Trade Treaty, ATT). Dit verdrag beoogt de internationale wapenhandel te reguleren en wereldwijde normen vast te stellen voor de handel in militaire goederen. Het verdrag verplicht staten tot nauwkeurige toetsing van wapenexport aan verschillende criteria, waaronder de vraag of een eindgebruiker mensenrechten zal schenden met de te exporteren goederen. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de Nederlandse inzet in deze conferentie.

Nederland is een voorstander van een sterk en effectief VN-wapenhandelsverdrag. Regulering van de wapenhandel draagt bij aan het voorkomen van onverantwoorde wapentransacties en van doorvoer van wapens naar de illegale markt. Een verdrag kan bijdragen aan verdere transparantie in de wapenhandel, wat de internationale stabiliteit ten goede komt. Ook kan een verdrag bijdragen aan het vergroten van het level playing field voor de Nederlandse defensie-industrie.

In juli 2012 vond in New York de meest recente onderhandelingsronde over het wapenhandelsverdrag plaats. Zoals gemeld in de Kamerbrief van 2 augustus 2012 (Kamerstuk 22 054 nr. 202) hebben deze onderhandelingen op het laatste moment niet tot consensus over een verdragstekst geleid. In de Algemene Vergadering van de VN is op 24 december 2012 een resolutie (A/RES/67/234) aangenomen waarin het vervolgtraject is vastgelegd. In deze resolutie is, conform de Europese positie, vastgelegd dat de concept-verdragstekst zoals gepresenteerd aan het einde van de onderhandelingen in juli 2012 uitgangspunt zal zijn voor de onderhandelingen in maart 2013. De conferentie in maart wordt in deze resolutie bovendien als slotconferentie aangeduid, waarna de voorzitter van de conferentie zo spoedig mogelijk na 28 maart a.s. verslag dient uit te brengen over de behaalde resultaten aan de Algemene Vergadering.

De concept-verdragstekst, zoals deze op dit moment voorligt, vormt wat Nederland betreft een uitstekende basis waarop de onderhandelingen kunnen worden afgerond. De tekst bevat enkele essentiële elementen, zoals toetsingscriteria voor wapenexport, het opnemen van kleine en lichte wapens binnen de reikwijdte van het verdrag en controle op export van munitie.

Op een aantal punten is de verdragstekst nog voor verbetering vatbaar. Zo zal de Nederlandse delegatie zich inzetten om een artikel in de huidige concept-verdragstekst te verwijderen of aan te passen over de relatie van het verdrag tot andere (internationale) verplichtingen of instrumenten. In de huidige formulering verzwakt dit artikel de werking en effectiviteit van het verdrag. Daarnaast acht Nederland het wenselijk dat een aantal artikelen ambitieuzer worden geformuleerd. Te denken valt hierbij aan de reikwijdte van het verdrag (ook leningen en giften zouden onder exportcontrole moeten vallen) en het streven naar meer transparantie in de rapportage.

Voor een betekenisvol verdrag is het van evident belang dat de grote wapenexporterende landen zoals de VS, Rusland en China bij het onderhandelingsproces betrokken blijven. Een wapenhandelsverdrag tussen enkele kleinere exporteurs die reeds verantwoord handelen op dit terrein heeft een zeer beperkte meerwaarde. Wat Nederland betreft is het zaak om op wereldwijd niveau – inclusief grote exporteurs – overeenstemming te bereiken over regulering en normen voor de handel in wapens. Dit streven brengt met zich mee dat de Nederlandse delegatie mogelijk op bepaalde punten in moet stemmen met minder ambitieuze formuleringen.

Om tot een zo sterk mogelijk verdrag te komen zet Nederland zich in de aanloop naar de komende onderhandelingen in om tot een gecoördineerde inzet te komen met gelijkgezinde landen. In eerste instantie gebeurt dit op EU-niveau. Nederland speelt een actieve rol in de Raadswerkgroep waar de gezamenlijke inzet van de EU tijdens de onderhandelingen wordt bepaald. Daarnaast heeft Nederland contact met andere landen die een belangrijke rol spelen in de onderhandelingen. Zo zijn er op ambtelijk niveau contacten met onder meer Rusland en de VS, waarbij het belang van een sterk en effectief verdrag voor de internationale vrede en veiligheid wordt benadrukt. Nederland is opnieuw kandidaat vice-voorzitter van de conferentie.

Gezien de relatief korte duur van de afsluitende onderhandelingen, is het belangrijk om waar mogelijk voorbereidend werk te doen om tot een effectieve onderhandelingsronde te kunnen komen. Ook hieraan levert Nederland actief een bijdrage door partijen bij elkaar te brengen. Nederland faciliteert op 26 en 27 februari 2013 een seminar over het wapenhandelsverdrag op het ministerie van Buitenlandse Zaken voor een aantal gelijkgezinde landen en organisaties uit het maatschappelijk middenveld. Daarnaast draagt Nederland financieel bij aan een seminar in Addis Abbeba, georganiseerd door de VN-organisatie voor ontwapeningszaken UNODA, voor Afrikaanse landen als voorbereiding op de onderhandelingen in maart.

Het is van groot belang dat de Europese inzet in internationaal verband op brede steun kan rekenen. Hiertoe organiseert de EU, mede op aandringen van Nederland, een tweedaags seminar met de meest relevante onderhandelingsdelegaties op 28 februari en 1 maart. Dit seminar volgt de opzet en doelen van een in mei 2012 door Nederland georganiseerd seminar ter voorbereiding op de onderhandelingsronde van juli 2012.

De Nederlandse regering en de EU zullen alles doen wat binnen de mogelijkheden ligt om te komen tot een succesvolle afsluitende onderhandelingsronde over een wereldwijd wapenhandelsverdrag. Indien in maart consensus kan worden bereikt zal dit verdrag een belangrijke bijdrage leveren aan de internationale vrede en veiligheid en het tegengaan van mensenrechtenschendingen. Voorwaarde hiervoor blijft echter betrokkenheid van grote wapenexporteurs bij het verdrag. De Nederlandse inzet voor deze afsluitende onderhandelingsronde is daarom om het wenselijke zo dicht mogelijk bij het haalbare te brengen.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven