nr. 140
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN DE MINISTER
VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
’s-Gravenhage, 9 september 2008
Naar aanleiding van de u eerder aangeboden «notitie over meer openbaarheid
met betrekking tot de rapportage over de uitvoer van militaire goederen»
van 27 februari 1998 (Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 22 054,
nr. 30), doen wij u, mede namens de minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
hierbij een rapport met een aantal bijlagen toekomen over het Nederlandse
wapenexportbeleid in 20071.
In dit rapport, dat tevens als Engelstalige publicatie van het ministerie
van Economische Zaken zal verschijnen, wordt onder meer ingegaan op de instrumenten,
procedures en uitgangspunten van het Nederlandse wapenexportbeleid. Tevens
wordt aandacht besteed aan het karakter van de Nederlandse defensiegerelateerde
industrie en wordt een aantal internationale ontwikkelingen op het terrein
van de wapenexportcontrole beschreven.
In de bijlagen van het rapport zijn overzichten opgenomen van de waarden
van de in 2007 afgegeven uitvoervergunningen per goederen categorie en per
land van eindbestemming, alsook overzichten met betrekking tot de afgegeven
doorvoervergunningen en de afstoting van overtollig defensiematerieel in 2007.
Voorts worden overzichten van de in 2007 door Nederland in EU-verband genotificeerde
afgewezen vergunningaanvragen en van de in dat jaar beantwoorde schriftelijke
vragen van de Tweede Kamer over wapenexport geboden.
Zoals ook in de inleiding bij de cijfermatige overzichten staat, bedroeg
de totale waarde van de afgegeven vergunningen in 2007, afgerond, € 873,71
miljoen. Dat bedrag komt wat lager uit dan de pieken boven € 1,1
miljard in 2006, 2005, en 2003. Anders dan in voorgaande jaren zijn er geen
zeer grote vergunningen voor de afstoting van overtollig materieel van de
Nederlandse strijdkrachten afgegeven. Het overgrote deel van de waarde over
2007 is toe te schrijven aan uitvoertransacties van de industrie. Met name
de verkoop van radarapparatuur aan de Deense marine (circa € 165 miljoen) en de levering van radarapparatuur aan de marine van Oman
via een Britse werf (€ 101 miljoen) springen in het oog.
Met uitzondering van laatstgenoemde vergunningwaarde op Oman, is het leeuwendeel
van het bedrag aan militaire exporten in 2007 toe te schrijven aan exporten
naar de NAVO- en EU-lidstaten en daarmee gelijkgestelde landen (Australië,
Japan, Nieuw Zeeland en Zwitserland). De top tien belangrijkste bestemmingen
voor de Nederlandse uitvoer van militaire goederen in 2007, gemeten aan de
vergunningwaarden, waren Denemarken (€ 170 miljoen), de Verenigde
Staten (circa € 121 miljoen), Oman (€ 101 miljoen), de
post «overige NAVO», Duitsland, Spanje, Frankrijk, het Verenigd
Koninkrijk, Italië en Zweden.
In 2007 werden ook militaire goederen geleverd aan een aantal landen waar
in het verleden niet of nauwelijks aan werd geleverd. Aan Cyprus en Bulgarije
(totale waarde van de afgegeven vergunningen respectievelijk € 0,09
miljoen en € 0,05 miljoen) werden vizierkijkers en communicatieapparatuur
geleverd. Uruguay (€ 0,35 miljoen) ontving militaire trucks en Sri
Lanka (€ 0,09 miljoen) kocht 36 pontons. Verder ging er in 2007
voor een relatief groot bedrag aan militaire goederen naar Egypte (€ 14,69
miljoen), waar het vooral een levering toebehoren voor maritieme radarvuurleidingssystemen
betrof, en naar India (€ 21,89 miljoen), met name bepaald door de
verkoop van delen voor een maritieme rondzoekradar.
Naast de overzichten met waarden per categorie goederen en per land van
bestemming zoals die in dit jaarrapport worden gepresenteerd, zijn in het
kader van de transparantie die de regering op dit beleidsterrein voorstaat,ook
individuele gegevens over alle in 2007 afgegeven vergunningen voor de uitvoer
van militaire goederen in te zien op de website www.exportcontrole.ez.nl.
Datzelfde geldt overigens ook voor de afgegeven vergunningen voor de uitvoer
van goederen voor tweeërlei gebruik (dual use) en voor de in 2007 ontvangen
meldingen van doorvoer van militaire goederen over Nederlands grondgebied.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen