22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam–Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens

Nr. 428 BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2013

Aansluitend op de voorbereidingen die de Tweede Kamer deze week treft voor de parlementaire enquêtecommissie «Fyra» maken wij u graag attent op twee onderzoeken van onze Deense collega Rigsrevisionen.

Bijgevoegd bieden wij u de Engelse samenvattingen van haar rapporten aan:

  • a. Het in de loop van 2006 gepubliceerde onderzoek naar de aanschaf van de Deense Spoorwegen DSB in 2000 en 2002 van 83 IC4 en 23 IC2 treinstellen van AnsaldoBreda1. Contractomvang ca. DKK 5,3 miljard (ca. € 710 miljoen). Aanleiding voor het verzoek uit het Deense parlement om dit onderzoek was het feit dat in januari 2006 nog geen van de IC4 treinstellen geleverd was, terwijl contractueel de eerste trein in april 2003 geleverd zou worden en in januari 2004 operationeel zou zijn. Begin januari 2006 zouden alle treinstellen geleverd en operationeel moeten zijn.

  • b. Het in juni 2012 gepubliceerde onderzoek naar de verwerving en afbouw van de IC4 en IC2 treinstellen2. In 2009 besloot DSB om verdere vertraging van het beschikbaar komen van de treinstellen te vermijden tot afwikkeling van het contract met AnsaldoBreda. DSB kocht de treinstellen voor zover gebouwd en nam de afbouw zelf over. Voor die werkzaamheden compenseerde AnsaldoBreda DSB financieel (DKK 2,25 miljard, ca. € 300 miljoen). Rigsrevisionen constateerde dat DSB de kwaliteit van de technische staat van de treinstellen had overschat en de hoeveelheid werkzaamheden nodig voor de afbouw had onderschat. Ook was te weinig rekening gehouden met de financiële gevolgen van het organiseren van alternatief materieel op het spoor. Juni vorig jaar kon DSB nog geen schatting geven over hoe lang het afbouwen nog zou duren en hoeveel geld er nog mee gemoeid zou zijn. Al met al zijn de kosten al hoger opgelopen dan de door AnsaldoBreda geboden financiële compensatie.

Een afschrift van deze brief is gezonden aan:

  • de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

  • de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

  • de voorzitter vaste commissie voor de Rijksuitgaven

  • de voorzitter tijdelijke commissie Fyra.

Algemene Rekenkamer

drs. A.P. Visser, wnd. president

dr. Ellen M.A. van Schoten RA, secretaris


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven