22 026
Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam–Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens

22 589
Betuweroute

nr. 258
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2006

Tijdens het overleg met uw Kamer op 4 oktober (Kamerstuk 22 026/29 984, nr. 257) heb ik u gemeld dat ik met coördinerend burgemeester Van Belzen van Barendrecht, als vertegenwoordiger van de burgemeesters van alle gemeenten langs de Betuweroute en de HSL-Zuid, in overleg was over de publieke veiligheid bij beide spoorlijnen. Op verzoek van mevrouw Gerkens heb ik toegezegd uw Kamer per brief te informeren zodra overeenstemming over de publieke veiligheid was bereikt. Conform deze toezegging stuur ik u bijgaand de twee bestuurlijke akkoorden die vrijdag 15 december door ondertekening zijn bekrachtigd1.

Bij de HSL zijn alle 8 betrokken burgemeesters akkoord gegaan. Bij de Betuweroute hebben 3 van de 22 burgemeesters aangegeven meer tijd nodig te hebben voordat zij willen gaan tot ondertekening van het bestuurlijk akkoord. Coördinerend burgemeester van Belzen zet de dialoog met de betreffende burgemeesters voort.

Desondanks is met het bereiken van het bestuurlijk akkoord over de Betuweroute inzake de publieke veiligheid de ingebruikname van de spoorlijn veilig gesteld.

Bij de HSL is overeenstemming bereikt over het verkrijgen van de benodigde gebruiksvergunningen voor de tunnels.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven