21 501-33
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

nr. 105
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juli 2006

Hierbij doe ik u toekomen het verslag van het Telecommunicatie en Energie deel van de Raad voor de Transport, Telecommunicatie en Energie (VTE-raad), welke op 8 juni 2006 te Luxemburg is gehouden.

Punten voorafgaand aan de Raad

Tijdens het diner voorafgaand aan de Raad heeft de Commissie uiteengezet hoe het komend half jaar het Groenboek energie wordt uitgewerkt tot een eerste Strategisch Energy Review voor de EU. Deze Review was aangekondigd in het Groenboek en zal op 13 december verschijnen. De Review is opgebouwd op basis van een groot aantal documenten en voorstellen op energieterrein:

1. Sector onderzoek van commissaris Kroes

2. Actieplan energiebesparing

3. Voorstellen voor een nieuwe richtlijn voor verwarming en koeling en aanpassing van de richtlijn biobrandstoffen

4. Plan voor prioritaire interconnecties

5. Uitwerking van het EU extern energiebeleid

De Review dient als input voor de Europese raad van het voorjaar van 2007 en wordt waarschijnlijk daarvoor besproken tijdens een extra VTE-raad

Belangrijkste punten tijdens de Raad

1. het debat over de interne energiemarkt leverde brede steun op voor de ontwikkeling van regionale markten op weg naar een versterkte energiemarkt van de 25 Lidstaten. Nederland heeft opgeroepen tot een Europees debat over ontvlechting als voorwaarde voor een effectieve toegang tot de markt.

2. de strategische discussie over Future challenges for the electronic regulatory framework. Dit heeft betrekking op de herziening van het wetgevend kader voor de telecom sector. Vastgesteld is dat concurrentie, investeringen en consumentenbelangen belangrijk zijn en dat regelgeving eenvoudig en snel moet zijn. Ten aanzien van het frequentiebeleid zijn de meningen in de Raad verdeeld wat betreft het toepassen van meer flexibiliteit of harmonisatie.

3. de gedachtewisseling over netwerk en informatie beveiliging. Geconstateerd is dat een goede aanpak en invulling noodzakelijk zijn om het vertrouwen van burgers en bedrijfsleven in internet te vergroten.

De Minister van Economische Zaken,

J. G. Wijn

VERSLAG VAN DE ONDERDELEN ENERGIE EN TELECOMMUNICATIE VAN DE RAAD VOOR TRANSPORT, TELECOMMUNICATIE EN ENERGIE VAN 8 JUNI 2006

AgendapuntenBesluitvorming
Energie 
A Internationale relaties op energiegebiedInformatie van het voorzitterschap en Commissie
B Interne marktPolitiek debat en raadsconclusies
C DuurzaamheidPresentatie door de Commissie Actieplan energiebesparing Raadsconclusies biomassa
Telecom 
D eGovernmentRaadsconclusies
E Future challenges for the electronic regulatory FrameworkPolitiek debat
F Network and Information SecurityGedachtewisseling, maar geen ronde tafel
G AOB: i2010Presentatie door de Commissie
H AOB: Follow-up WSISPresentatie door de Commissie

A Internationale relaties op energieterrein

– Informatie van het voorzitterschap en de Commissie

Commissaris Piebalgs gaf een toelichting op het document van de Commissie en Hoge Vertegenwoordiger over de contouren van een EU extern energiebeleid. Het document gaat in op de geopolitieke risico’s en benadrukt het belang van een coherent extern energiebeleid. De relatie met Rusland krijgt veel aandacht (met name het voorstel voor vernieuwing van het samenwerkingsverband), maar ook wordt ingegaan op de relaties met andere producerende en energieconsumerende landen en regio’s als de VS, India, China en Japan. Ook de mogelijkheden voor samenwerking in multilateraal verband (IEA, Energiehandvest en de mogelijkheden voor een mondiaal akkoord over energiebesparing) worden genoemd.

Het document is tevens gepresenteerd aan de Europese Raad van 15 en 16 juni en zal een van de bouwstenen vormen voor de voorstellen voor een Europese energiestrategie die eind dit jaar zal verschijnen.

Vervolgens meldde de voorzitter dat het verdrag voor een Zuidoost-Europese Energiegemeenschap, waarmee in de regio het energie-acquis van de EU wordt geïmplementeerd, op 1 juli 2006 in werking kan treden. Dit verdrag bevordert zowel de stabiliteit van de regio als de marktwerking met onderling als met de EU. Oekraïne en Moldavië hebben te kennen gegeven waarnemer te willen worden.

Tot slot werd kort ingegaan op de dialoog op ministerieel niveau met de OPEC van 7 juni. Gedachtewisseling vond plaats op basis van gelijkwaardigheid, waarbij niet alleen zekerheid van de voorziening maar ook zekerheid van de vraag aan de orde kwam. Zowel EU als OPEC menen dat de huidige olieprijs te hoog is. Een groot deel van de olieprijs wordt bepaald door onzekerheden. Andere onderwerpen die aan de orde kwamen waren de samenwerking op technologiegebied (EU-OPEC technology centre) en een studie naar de raffinagesector (investeringsbehoefte en rol op de oliemarkt).

De Lidstaten gaven aan een grotere betrokkenheid te wensen bij de verschillende dialogen, die voorzitterschap en Commissie voeren. Rapportage achteraf is niet voldoende. Ook werd benadrukt dat verantwoordelijkheid voor de voorzieningszekerheid ligt bij de ministers van energie.

Nederland heeft gewezen op het belang van een goede interactie tussen het intern én het extern energiebeleid. Een stevig extern energiebeleid kan alleen tot stand komen als er meer voortgang wordt geboekt bij het tot stand komen van de interne markt. Voorts heeft Nederland gewezen op het belang van de ontwikkeling van regionale energiemarkten zoals de Zuidoost-Europese Energiegemeenschap maar evenzeer die van de Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt.

B Interne Energiemarkt

– Politiek debat

– Raadsconclusies

De raadsconclusies werden zonder discussie aangenomen.

In het debat gaf Commissaris Piebalgs aan sterk te hechten aan de ontwikkeling van regionale markten om die vervolgens uit te bouwen tot de gehele EU. Het is belangrijk om de ontwikkelingen in de diverse regionale markten op elkaar af te stemmen zodat de ontwikkeling van regionale markten de markt van de 25 landen niet in de weg staat.

Om de afhankelijkheid van derden te beperken wees de Commissaris op de ontwikkeling van duurzame energie (inclusief biomassa) en energiebesparing (inclusief warmte krachtkoppeling).

Eind van het jaar verschijnen de resultaten van het sectoronderzoek van Commissaris Kroes en de analyse van de effecten van de interne marktrichtlijnen. Op basis van die bevindingen komt de Commissie met oplossingen tot versterking van de interne markt.

Lidstaten gaven aan voorstander te zijn van de ontwikkeling van regionale markten. Gewezen werd op het belang van een stapsgewijze benadering. Genoemd werden de Noordse markt en de samenwerking tussen de nieuwe Lidstaten. Wij hebben onze positieve ervaringen met de Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt geschetst. Het is een forum waarin diverse partijen met elkaar in gesprek raken en problemen oplossen. Als voorbeelden werden genoemd de overeengekomen procedures bij tekort aan transmissiecapaciteit en de verbeterde uitwisseling van informatie tussen de partners. Het forum is effectief doordat het aantal spelers beperkt is en daardoor alles bespreekbaar is. Belangrijke succesfactor is de politieke steun die aan het project verbonden is. Thans wordt uitbreiding ervan tot de gasmarkt bezien.

Nederland heeft aangegeven dat een level playing field bij de interne markt essentieel is. In dit verband heeft Nederland de wens uitgesproken dat in de toekomst in het kader van het emissiehandelssysteem een Europese allocatie zou plaats vinden. Open toegang tot de netten is evenzeer essentieel. Een Europese dialoog over ontvlechting moet gevoerd worden. Tot slot werd vermeld dat wij in Nederland werken aan het ontwikkelen van indicatoren voor voorzieningszekerheid. Belangstellende Lidstaten werden opgeroepen te participeren.

C Duurzaamheid

– Raadsconclusies actieplan biomassa

– Presentatie Commissie energiebesparing

De raadsconclusies over het actieplan biomassa werden zonder discussie aanvaard. Commissaris Piebalgs kondigde aan in het najaar te zullen komen met een nieuwe richtlijn op het gebied van verwarming en koeling, waarin een belangrijke rol is weg gelegd voor biomassa. Ook zal hij komen met een aanpassing van de richtlijn over biobrandstoffen.

Vervolgens ging de Commissie kort in op de resultaten van de consultatie van de Commissie over het Groenboek energiebesparing. Er is brede steun gekomen voor de ideeën van de Commissie, waarbij een breed scala aan maatregelen wordt aanbevolen, variërend van wettelijke, fiscale en financiële maatregelen tot voorlichting en training. Vooral het MKB zou meer aandacht moeten krijgen. Op basis van deze consultaties komt de Commissie in september met een actieplan energiebesparing. Het actieplan kent drie pijlers:

1. doorlichting en aanpassing bestaande regelgeving

2. verandering in gedrag van consumenten

3. financieel instrumentarium.

Nederland heeft aangegeven uit te zien naar het actieplan. Prioriteit heeft dat de EU actie onderneemt op het gebied van energie etikettering en normen voor huishoudelijke apparatuur en auto’s.

Tot slot meldde de Commissie dat de samenwerking met de VS op het gebied van efficiency labels voor kantoorapparatuur verlengd zal worden (Energystar). Het ligt in de bedoeling dat alleen de beste 25% in aanmerking zal komen voor een label.

D eGovernment

– Raadsconclusies

De Raad heeft de conclusies, welke in feite de instemming betekenen met het actieplan eGovernment van de Commissie, zonder discussie aanvaard. De Commissie heeft hierbij aangegeven dat eGovernment op iedereen betrekking heeft en zeer belangrijk is voor burgers, welke hierbij dan ook beter betrokken moeten worden. Zij roept op tot een actieve aanpak, zodat snel resultaten zichtbaar worden.

E Future challenges for the electronic regulatory Framework

– Politiek debat

De Raad besprak de belangrijkste zaken betreffende de herziening van het regelgevend kader. De belangrijkste punten die aan de orde zijn gebracht zijn:

1. huidige regelgevend kader is niet slecht, zodat er geen ingrijpende wijzigingen doorgevoerd hoeven te worden.

2. concurrentie, investeringen en consumentenbelangen zijn belangrijk.

3. regelgeving moet eenvoudig en snel zijn.

4. artikel 7: hier lopen de meningen over uiteen van behoud huidige situatie tot meer rekening houden met nationale situaties en minder regels en lasten.

5. ten aanzien van het frequentiebeleid zijn de meningen in de Raad verdeelt wat betreft het toepassen van meer flexibiliteit of harmonisatie.

Nederland heeft aangegeven dat Telecom een gebied is waar de burgers in Europa de voordelen van de EU kunnen merken. Roaming is bij uitstek een actueel voorbeeld hiervan en hier moet dus wat aan worden gedaan.

De Commissie gaf als reactie op het debat de volgende punten aan:

1. de sterke groei van de telecomsector draagt bij aan de EU-economie, maar de investeringen lopen nog steeds achter bij de Verenigde Staten en Azië.

2. in sommige Lidstaten zijn de markten nog niet open voor mededinging.

3. de nieuwe regelgeving dient de investeringen te bestendigen en het bedrijfsleven de kans te geven om aan innovatie te doen.

4. toepassingen moeten technologie neutraal zijn.

5. artikel 7: lasten moeten vereenvoudigd en verminderd worden.

6. consumentenbelangen zijn belangrijk

7. roaming: voor het zomerreces komt de Commissie met een ontwerp verordening «European home market», waarin zowel de groothandels- als de detailhandels prijzen gereguleerd worden. Dit omdat automatische doorwerking naar detailhandelsprijzen niet waarschijnlijk wordt geacht.

F Netwerk en Informatie Beveiliging

– Gedachtewisseling

De Raad wisselt over dit onderwerp van gedachten. Het voorzitterschap wijst op het belang, mede vanwege het te lage vertrouwen van de consument in internet. Zij wijst erop dat het belangrijk is om de doelstelling op dit gebied, welk in het i2010 programma is geformuleerd, te bereiken. Er is een strategie noodzakelijk. Het Finse voorzitterschap zal hier aan gaan werken en heeft dit als prioriteit opgenomen.

Als belangrijkste punten zijn tijdens de gedachtewisseling naar voren gekomen:

1. netwerk en Informatiebeveiliging is een belangrijke prioriteit voor de komende tijd.

2. verantwoordelijkheid ligt primair op niveau van de Lidstaten. EU moet vooral coördineren en best practices uitwisselen.

3. het is noodzakelijk het vertrouwen van de consument en bedrijven te laten toenemen. Samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en consumenten wordt gepropageerd.

4. samenwerking tussen Lidstaten is van groot belang. Met name bij het voorkomen en vervolgen van Cybercriminaliteit.

5. ENISA is een belangrijke organisatie hiervoor, die een grotere rol kan spelen en voortgang op dit traject kan bewerkstelligen.

Nederland heeft aangegeven dat het van groot belang is dat er een veiliger en betrouwbaarder internet komt, zodat het vertrouwen van de consument hierin kan groeien. Hiertoe dient bij het opstellen van toekomstig beleid, aandacht te worden besteed aan het verbeteren van online identificatie en elektronische authenticatie, actief bestrijden van spam en malware en continuïteit en betrouwbaarheid van infrastructuren.

De Commissie onderschrijft het belang van beveiliging en bewustwording hiervan op alle niveaus. Het vertrouwen van de consumenten en bedrijven moet beter worden. Zij ziet hierbij voor ENISA een belangrijke rol weggelegd.

G AOB: i2010

– Presentatie door de Commissie

De Commissie beperkt zich tot de oproep aan de Lidstaten om meer ICT-beleidslijnen in hun nationale hervormingsprogramma’s op te nemen. Acties moeten nu door de Lidstaten opgepakt worden. Het initiatief ligt niet meer bij de Commissie.

Frankrijk sluit zich hier bij aan en geeft aan een bijdrage te willen leveren door binnenkort met voorstellen te komen voor gezamenlijk aan te pakken zaken (digitale TV, TV op mobiel, eHandel, digitale bibliotheek).

H AOB: Follow-up WSIS

De Commissie beperkt zich tot het informeren van de Raad over de EU voorstellen voor de agenda van het Internet Governance Forum, dat van 30 oktober tot 2 november dit jaar zal plaats vinden. De EU heeft als onderwerpen spam, veiligheid gerelateerde aspecten en meertaligheid voorgesteld. Daarnaast roept zij de Lidstaten op concrete voorstellen uit te werken om in te brengen in het proces. De samenwerking met alle stakeholders dient te worden voortgezet.

Naar boven