21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

H BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2018

Hierbij ontvangt u het verslag van Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 6 december 2018. Ook stuur ik u hierbij de door Nederland tijdens deze Raad ingediende stemverklaring inzake Raadsaanbeveling «Toegang tot sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen» toe.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

VERSLAG RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSBVC) 6 DECEMBER 2018

Verordening Europese Arbeidsautoriteit

De Raad is gekomen tot een algemene oriëntatie inzake de oprichting van de Europese Arbeidsautoriteit. Daarin is gekozen om de bestaande taken die uitgevoerd worden door de Administratieve Commissie buiten de reikwijdte van de ELA te houden. Dit zorgt ervoor dat de ELA haar focus op de hoofdpunten van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit behoudt.

Het Europees parlement (EP) heeft op 11 december gestemd over haar positie ten aanzien van de Europese Arbeidsautoriteit. De inzet van het EP in de triloogonderhandelingen met de Raad en de Europese Commissie zullen gericht zijn op het verscherpen van de focus van het agentschap door het schrappen van de taak van arbeidsbemiddeling, zekerheid verkrijgen dat lidstaten zullen deelnemen aan de activiteiten van het agentschap en een vergrote invloed van sociale partners. De eerste inhoudelijke triloogonderhandelingen zullen in januari starten.

Voortgangsrapportage Voorstel voor het Europees Globaliseringsfonds (EGF)

De raad heeft kennis genomen van de voortgangsrapportage van het Oostenrijkse voorzitterschap over de onderhandelingen over dit voorstel.

Aanpassing van de Carcinogenenrichtlijn (derde batch met grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen)

De Raad is gekomen tot een algemene oriëntatie inzake de aanpassing van de Carcinogenenrichtlijn door toevoeging van een derde batch met grenswaarden voor kankerverwekkende stoffen.

Frankrijk heeft, met steun van Nederland en vijf andere lidstaten een verklaring ingediend over de stof Cadmium. Deze groep lidstaten hebben ingestemd met het voorstel, maar zijn teleurgesteld dat er niet twee opties voor cadmium zijn opgenomen. Ze hadden graag gezien dat er ook een optie van een biologische grenswaarde in combinatie met een luchtgrenswaarde was opgenomen voor Cadmium.

Het EP heeft inmiddels haar positie inzake de richtlijn vastgesteld. Het EP zet onder andere in op biologische monitoring van cadmium en het faciliteren van de implementatie van de richtlijn voor kleine en middelgrote bedrijven. Verder roept het EP op om in het vierde kwartaal van 2019 de optie te overwegen om het bereik van de richtlijn uit te breiden met enkele (waar onder cytotoxische) stoffen. De triloogonderhandelingen over dit voorstel zullen begin volgend jaar starten.

Voortgangsrapportage Richtlijn gelijke behandeling buiten arbeid

De raad heeft kennis genomen van de voortgangsrapportage van het Oostenrijkse voorzitterschap over de onderhandelingen over dit voorstel.

Europees Semester 2019

De Raad heeft de verschillende rapporten in het kader van het Europees Semester aangenomen en van gedachte gewisseld over de prioriteiten van het Europees semester 2019 herfst pakket.

Raadsaanbeveling «Toegang tot sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen»

De Raad heeft de Raadsaanbeveling «Toegang tot sociale bescherming voor werknemers en zelfstandigen» aangenomen. Nederland heeft hier ook mee ingestemd en daarbij bijgaande stemverklaring ingediend. De stemverklaring licht de Nederlandse interpretatie van de aanbeveling toe. In de stemverklaring staat dat Nederland de doelen van de aanbeveling steunt, ook is opgenomen hoe Nederland een aantal artikelen interpreteert. In de stemverklaring herbevestigd Nederland dat in overeenstemming met artikel 153(4) VWEU, lidstaten zelf de fundamentele principes van hun sociale zekerheidssystemen mogen definiëren.

Raadsconclusies «gender, jeugd en digitalisering»

Omdat enkele lidstaten niet konden instemmen met een referentie naar LHBTIQ in de tekst van deze Raadsconclusies en voor dit Europese instrument «instemming op basis van unanimiteit» geldt heeft het Oostenrijkse voorzitterschap de Raadsconclusies omgezet naar Voorzitterschapsconclusies mét een referentie naar LHBTIQ. Deze Voorzitterschapsconclusies zijn aangenomen met steun van 26 lidstaten. In lijn met het Nederlandse (internationale) LHBTI-beleid heeft Nederland – met steun van 18 lidstaten – zich hard gemaakt voor behoud van de referentie naar LHBTIQ in de tekst, derhalve heeft Nederland ook kunnen instemmen met aanname van de Voorzitterschapsconclusies.

The Netherlands – Explanation of vote on the Council Recommendation Access to social protection for workers and the self-employed

The Netherlands supports the goals of the Council Recommendation to provide access to adequate social protection.

Taking into account article 153(4) TFEU which refers to the rights of Member States to define the fundamental principles of their social security systems, the government of the Netherlands interprets the recommendation as follows:

  • Article 8 of the recommendation refers to national circumstances, which entails that Member States can make exceptions in light of these circumstances, for instance with regard to the application of the recommendation to workers and self-employed. This is in line with standard treaties of the International Labour Organization (ILO) and Council of Europe (ILO 102 and European Code of Social Security) in which groups can be excluded.

  • Article 11 of the recommendation also refers to national circumstances, which entails that the elements of the article which are not applicable to the Dutch social protection system due to the fundamental distinction that is made between the level of protection needed for employees and self-employed, does not hinder the Netherlands in complying with the recommendation. The recommendation gives sufficient flexibility to take these country specific characteristics of social protection systems into account.

The Secretariat General of the Council is kindly requested to include this statement to the respective minutes of the EPSCO.

Naar boven