21 109
Uitvoering EG-Richtlijnen

nr. 132
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juni 2004

De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken heeft bij brief van 28 oktober 2003 aan de Tweede Kamer gemeld dat met het oog op het naderende Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie een aantal maatregelen wordt getroffen in verband met de opgelopen implementatieachterstand van Europese richtlijnen (Kamerstukken II, 21 109, nr. 117). De Staatssecretaris heeft aangekondigd dat de voor een richtlijn eerstverantwoordelijke bewindspersoon een BNC-fiche zal aanbieden, alsmede een toelichting op de aard en de inhoud van voorziene formele wetswijziging. Hiermee wordt beoogd de tijdige betrokkenheid van het parlement bij de implementatie van deze richtlijnen door middel van formele wetgeving te bevorderen. De toelichting is in overleg met de Minister van Economische Zaken en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgesteld.

De Europese Commissie heeft op 18 november 2003 een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen gepresenteerd (COM(2003)703 definitief, 2003/0277 (COD)). Het BNC fiche is aan de Tweede Kamer toegezonden op 11 februari 2004 (bijgevoegd).

Het richtlijnvoorstel vloeit voort uit het Actieplan van de Europese Commissie voor de modernisering van het vennootschapsrecht en de verbetering van de corporate governance. De richtlijn heeft tot doel de juridische fusie van kapitaalvennootschappen uit verschillende lidstaten mogelijk te maken, bijvoorbeeld de juridische fusie van een Nederlandse naamloze vennootschap en een Duitse Aktiengesellschaft. Thans kent de Nederlandse wetgeving alleen de fusie van Nederlandse rechtspersonen (artikel 2:309 en volgende BW). De richtlijn regelt de procedure voor en de rechtsgevolgen van een grensoverschrijdende fusie. Het kabinet steunt het initiatief voor de totstandkoming van een richtlijn voor grensoverschrijdende fusies. Het bedrijfsleven heeft daaraan een grote behoefte. De kosten in verband met de samenwerking van bedrijven uit verschillende lidstaten kunnen daardoor dalen en de rechtszekerheid omtrent grensoverschrijdende fusies kan worden bevorderd.

Een belangrijke kwestie is de reikwijdte van de richtlijn, dat wil zeggen de vraag welke kapitaalvennootschappen uit de verschillende lidstaten met elkaar moeten kunnen fuseren. Het richtlijnvoorstel heeft als uitgangspunt dat waar een vennootschap krachtens het nationale recht tot fusie kan overgaan, ook een grensoverschrijdende fusie mogelijk moet zijn.

Voorts heeft het richtlijnvoorstel als uitgangspunt dat medezeggenschap van werknemers van een vennootschap die door een grensoverschrijdende fusie opgaat in een andere vennootschap (opgericht naar het recht van een lidstaat die geen medezeggenschap kent) moet worden beschermd. Met «medezeggenschap» wordt in het onderhavige voorstel gedoeld op eventuele rechten van werknemersvertegenwoordigers tot benoeming van bestuurders of commissarissen dan wel eventuele rechten van aanbeveling en bezwaar van werknemersvertegenwoordigers ten aanzien van die benoeming. In Nederlandse bedrijven kan medezeggenschap in de zin van de richtlijn bestaan wanneer de structuurregeling van toepassing is. Over deze kwestie heeft de raadswerkgroep vennootschapsrecht advies gevraagd aan de raadswerkgroep sociale vragen. Dat advies is nog niet beschikbaar.

De implementatie van de richtlijn in Nederlandse wetgeving zal naar verwachting met name in het Burgerlijk Wetboek geschieden.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Fiche 11: Richtlijn betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen

Titel:

Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen

Datum Raadsdocument:26 november 2003
Nr Raadsdocument:15305/03
Nr. Commissiedocument:COM(2003) 703 definitief, 2003/0277 (COD)
Eerstverantwoordelijk ministerie:JUST i.o.m. EZ. SZW en FIN

Behandelingstraject in Brussel: Raadswerkgroep vennootschapsrecht (company law), Raad Justitie en Binnenlandse Zaken

Achtergrond, korte inhoud en doelstelling van het voorstel:

Het voorstel is onderdeel van het Actieplan (Com(2003)284 def) van de Commissie voor de modernisering van het vennootschapsrecht. De richtlijn maakt de juridische fusie van kapitaalvennootschappen uit verschillende lidstaten mogelijk. De richtlijn regelt de procedure (fusievoorstel, openbaarmaking, deskundigenverslag, rechtmatigheidstoets) voor en de rechtsgevolgen van zo'n internationale fusie. Ook wordt een regeling opgenomen in verband met de medezeggenschap van werknemers van bij de fusie betrokken vennootschappen.

Vooralsnog zijn er juridische belemmeringen voor de fusie van vennootschappen die in verschillende lidstaten zijn opgericht. De richtlijn regelt de grensoverschrijdende aspecten van internationale fusies. Als de internationale fusie mogelijk wordt, kunnen de kosten in verband met de samenwerking van bedrijven uit verschillende lidstaten dalen.

Rechtsbasis van het voorstel: Art. 44 lid 1 EG-Verdrag

Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement: Co-decisie (art. 251 EG-Verdrag)

Instelling nieuw Comitologie-comité: n.v.t.

Subsidiariteit en proportionaliteit:

Subsidiariteit: positief, omdat de juridische fusie van vennootschappen uit verschillende lidstaten niet voldoende kan worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen.

Proportionaliteit: positief, aangezien de gewenste rechtszekerheid niet kan worden bereikt via een lichter middel (bijv. een aanbeveling van de Commissie). De richtlijn maakt voorts een voor het bedrijfsleven belangrijke rechtsfiguur toegankelijk zodat regulering op dit punt gerechtvaardigd is. De regeling is handhaafbaar en is niet fraudegevoelig.

Consequenties voor de EU-begroting: geen

Financiële, personele en administratieve consequenties voor de rijksoverheid, decentrale overheden en/of bedrijfsleven en burger: geen (de richtlijn maakt internationale fusies mogelijk)

Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving/beleid, (informatie over het inschakelen van nationale agentschappen / zelfstandige bestuursorganen e.d., implementatie en uitvoering, notificatie en handhaving en/of sanctionering):

Er worden geen nationale agentschappen /zbo's ingeschakeld.

De richtlijn moet worden omgezet in het nationale recht. Dit leidt tot een nieuwe regeling, aangezien internationale fusies vooralsnog onmogelijk zijn in Nederland. Het voorstel bevat geen handhavings- of sanctioneringsbepalingen die tot problemen aanleiding zullen geven.

Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen) dan wel voorgestelde datum inwerking treding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:

Voorgestelde termijn: 18 maanden. Het zal zeer moeilijk zijn om wetgeving op een termijn van 18 maanden te realiseren.

Nederlandse belangen en eerste algemene standpuntbepaling:

Nederland steunt het initiatief voor de totstandkoming van een richtlijn voor grensoverschrijdende fusies. Het bedrijfsleven heeft daaraan een grote behoefte. De richtlijn zal de rechtszekerheid omtrent grensoverschrijdende fusies bevorderen.

Naar boven