29 291
Uitvoering van internationale regelgeving ter bestrijding van mensensmokkel en mensenhandel

E
MOTIE VAN HET LID MIDDEL C.S.

Voorgesteld 7 december 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel, die (nog) niet in het bezit zijn van een zelfstandige verblijfstitel, doorgaans niet bereid zijn om aangifte te doen uit vrees dat zij daarmee hun voorlopige verblijfsrecht verspelen en vervolgens uit Nederland verwijderd zullen worden;

verzoekt de regering te bezien in hoeverre het mogelijk is om deze slachtoffers uit voorzorg van een verblijfstitel te voorzien, in het geval zij bereid zijn om zowel aangifte te doen van mensenhandel en mensensmokkel als vervolgens te getuigen in een eventueel strafproces, en hieromtrent binnen een termijn van zes maanden te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Middel

Kox

De Wolff

Van Raak

Leijnse

Naar boven