26 800 VI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2000

nr. 66c
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 april 2000

Tijdens de behandeling van de justitiebegroting in de Eerste Kamer in februari 2000, heb ik toegezegd dat ik de eerstvolgende voortgangsnotitie over de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van het geweld op straat ook aan uw Kamer zal doen toekomen.

Echter bij de bespreking van de voortgangsnotitie Geweld op Straat in de Ministerraad is afgesproken dat na de voortgangsnotitie Geweld op Straat van juli 1999 er geen behoefte is aan nieuwe voortgangsnotities over Geweld op Straat.

Bijgaand treft u aan de voortgangsnotitie zoals deze in juli 1999 aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is aangeboden1. In deze notitie wordt een stand van zaken weergegeven van de aangekondigde maatregelen ter voorkoming en bestrijding van het geweld op straat, zoals aangegeven in de kabinetsnotitie van februari 1998.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Is ter inzage gelegd op het Centraal Informatiepunt onder griffienr. 125 481.

Naar boven