19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2087 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2015

Met deze brief informeer ik uw Kamer over het meerjarig beleidskader voor hervestiging. Bij brief van 7 februari 2012 is uw Kamer geïnformeerd over het beleidskader 2012–2015.1 Dit jaar loopt het beleidskader af en moet een beleidskader worden vastgesteld voor de periode 2016–2019. Na een inleiding op het Nederlandse hervestigingsbeleid treft u in deze brief de resultaten van het beleidskader 2012–2015 evenals het quotum voor de komende periode.

Nederlands hervestigingsbeleid

Nederland kent een lange traditie van deelname aan het hervestigingsprogramma van de Vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties (UNHCR).2 Van hervestiging is sprake als een vluchteling vanuit een gastland (meestal een land in de regio van het land van herkomst) wordt overgebracht naar een derde land (Nederland) dat ermee heeft ingestemd de vluchteling toe te laten en rechtmatig verblijf te geven.

De UNHCR hanteert hervestiging als sluitstuk van de drie duurzame oplossingen voor vermindering van de wereldwijde vluchtelingenproblematiek: 1. terugkeer naar het herkomstland, 2. lokale integratie in de regio, en 3. hervestiging in een derde land. Personen komen alleen in aanmerking voor hervestiging wanneer zij door UNHCR zijn erkend als vluchteling op grond van het Vluchtelingenverdrag en de andere twee duurzame oplossingen onmogelijk zijn. Hervestiging is (daarmee) uitsluitend voor vluchtelingen die zich elders in de wereld in een uitzonderlijk kwetsbare positie of uitzichtloze situatie bevinden en bescherming behoeven dan wel bij wie sprake is van acuut gevaar.

Slechts een heel klein deel van het wereldwijd aantal vluchtelingen – momenteel ongeveer 60 miljoen – komt voor hervestiging in aanmerking. Minder dan 1% wordt daadwerkelijk hervestigd. Het merendeel (meer dan 90%) van de vluchtelingen wordt opgevangen door (ontwikkelings)landen in de regio’s van herkomst.

Het Nederlandse hervestigingsbeleid heeft als doel om bescherming te bieden aan individuele vluchtelingen, bij te dragen aan een duurzame oplossing voor de wereldwijde vluchtelingenproblematiek, en bij te dragen aan het ontlasten van de regio’s van opvang. Nederland streeft ernaar hervestiging ook strategisch in te zetten. Zo worden de missiebestemmingen bepaald aan de hand van de jaarlijkse Projected Global Resettlement Needs van UNHCR, relevante ontwikkelingen in het Europese en multilaterale kader, evenals het bredere Nederlandse migratie- en terugkeerbeleid. Verder spelen operationele overwegingen een rol, zoals de veiligheidssituatie in het land van opvang.

De beslissing of een vluchteling in aanmerking komt voor hervestiging in Nederland is het resultaat van een weging van de voordracht van UNHCR, het nationale landgebonden asielbeleid en het integratieprofiel van de vluchteling. Er is sprake van toetsing (selectie) vooraf en gereguleerde overkomst. De termijn tussen selectie voor hervestiging en aankomst in Nederland is in beginsel niet langer dan zes maanden. Voorafgaand aan hun vertrek naar Nederland krijgen de meeste hervestigde vluchtelingen een zogenaamde Culturele Oriëntatie training waarbij ze onder meer les krijgen in de Nederlandse taal en maatschappij. Tevens wordt tijdens deze trainingen informatie verzameld om gemeenten goed voor te bereiden op hun komst. Na aankomst worden de hervestigde vluchtelingen direct in de gemeenten geplaatst en staat Vluchtelingenwerk hen gedurende een bepaalde periode bij in het proces van inburgeren en participeren.

Al vele jaren hanteert Nederland een quotum van 2.000 hervestigde vluchtelingen voor de periode van vier jaren, dat wil zeggen ongeveer 500 per jaar (inclusief nareizende gezinsleden). Van deze 500 vluchtelingen worden ongeveer 400 geselecteerd door middel van hervestigingsmissies in de opvangregio’s en ongeveer 100 personen via individuele dossiervoordrachten door UNHCR (bijvoorbeeld zogenaamde «emergency» en «high profile» zaken).

Resultaten beleidskader 2012–2015

Met het einde van deze beleidskader periode in zicht kan ik u melden dat Nederland het quotum van 2.000 hervestigde vluchtelingen volledig zal invullen. Vluchtelingen vanuit vele verschillende regio’s en achtergronden zijn in de gelegenheid gesteld om een nieuw leven te beginnen in Nederland. Het gaat om vluchtelingen afkomstig uit onder andere Pakistan, Irak, de Democratische Republiek Congo, Oeganda, Ethiopië, Eritrea, evenals Staatloze Palestijnen. Het voortduren van het conflict in Syrië heeft ertoe geleid dat door de jaren heen ook het aantal Syrische vluchtelingen dat in Nederland is hervestigd is gestegen. Conform de toezeggingen aan uw Kamer van mijn voorganger zijn zowel in 2014 als in 2015 minimaal 250 hervestigingsplaatsen ingevuld door Syrische vluchtelingen.3

De volgende tabel geeft een overzicht van het aantal hervestigde vluchtelingen in deze beleidskaderperiode (tot 1 november 2015). Het restant quotum voor 2015 zal worden ingevuld door enkele kinderen die nog in 2015 geboren zullen worden, een aantal nareizende gezinsleden en voor het overige individuele voordrachten.

Overzicht

Jaar

aantal

2012

404

2013

598

2014

546

20151

423

Total

1971

   

Syrische vluchtelingen

 

2014

278

2015

267

Total

545

X Noot
1

Tot 1 november 2015.

Beleidskader 2016–2019

Het nieuwe meerjarig beleidskader hervestiging moet worden vastgesteld in een turbulente tijd.

Enerzijds is sprake van een ongekend hoge instroom van asielzoekers die nationaal gepaard gaat met grote huisvestingsproblematiek en onrust in de samenleving. In EU verband volgen de ontwikkelingen en (aangekondigde) maatregelen elkaar in rap tempo op. Anderzijds is er de enorme druk op de landen van eerste opvang en het gevaar voor (verdere) destabilisering van de bredere regio’s.

In de brief van 8 september jongstleden aan uw Kamer (Kamerstuk 19 637, nr. 2030) evenals opvolgende brieven, waaronder de kabinetsappreciatie van de Europese Agenda voor Migratie (Kamerstuk 32 317, nr. 322), heeft het kabinet aangegeven op welke wijze het voorziet dat Nederland en de EU met deze problematiek om moeten gaan. Hervestiging maakt hier onderdeel vanuit. Aan de voorwaarden voor meer inzet op hervestiging zoals beschreven in genoemde brieven is evenwel nog niet voldaan. Vooralsnog geldt dat in het kader van de JBZ Raad van 20 juli dit jaar (Kamerstuk 32 317, nr. 320) Nederland heeft toegezegd om in twee jaar tijd 1.000 vluchtelingen te zullen hervestigen, in het bijzonder uit de regio’s Noord Afrika (inclusief Turkije), Midden-Oosten en de Hoorn van Afrika.4 Dit aantal komt overeen met het gebruikelijke quotum van ongeveer 500 per jaar.

In het licht van het vorenstaande heb ik besloten het meerjarig beleidskader als gebruikelijk te handhaven. Dit betekent dat Nederland ernaar streeft om gedurende de periode van 2016 tot en met 2019 in totaal 2.000 vluchtelingen te hervestigen, wat gelijk staat aan ongeveer 500 per jaar.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 19 637, nr. 1493.

X Noot
2

Al sinds de jaren ’70 hervestigt Nederland vluchtelingen.

X Noot
3

Brieven aan de Tweede Kamer d.d. 10 december 2014 (Kamerstuk 19 637, nr. 1935) en 15 april 2014 (Kamerstuk 19 637, nr. 1812).

X Noot
4

Brief van 8 september 2015 inzake de Europese asielproblematiek (Kamerstuk 19 637, nr. 2030).

Naar boven