17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 357
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2008

De vaste commissie voor Justitie (08-Just-B-018) heeft mij verzocht om uw Kamer schriftelijk te informeren over de gebeurtenissen rondom de Stichting Huisvesting Alleenstaanden en Meerpersoonshuishoudens (hierna: SHAM), in relatie tot mogelijk misbruik van subsidiegelden die bestemd waren voor de huisvesting van asielzoekers.

Met deze brief verstrek ik u nadere informatie, met inachtneming van het feit dat er thans een strafrechtelijk onderzoek loopt naar mogelijk misbruik van subsidiegelden.

Inleiding

Onder leiding van het Functioneel Parket heeft de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het ministerie van VROM op 22 januari 2008 op diverse locaties in Den Haag doorzoekingen verricht in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar mogelijke fraude bij SHAM. Er zijn vijf verdachten aangehouden en er is administratie in beslag genomen.

Het onderhavige onderzoek richt zich op de periode 2002 tot heden.

De Stichting verricht onder andere werkzaamheden met betrekking tot de huisvesting van asielzoekers. Hiervoor ontvangt zij financiële vergoedingen van de overheid.

Relatie Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) – SHAM

Het COA en de gemeente Den Haag hebben in de periode vanaf eind jaren ’90 tot op heden afspraken gemaakt over de opvang van asielzoekers in diverse (kleinschalige) opvangmodaliteiten.

De gemeente Den Haag heeft de uitvoering van de opvang uitbesteed aan SHAM. Het COA gaf de voorkeur aan een directe contractrelatie met de gemeente. Gezien de destijds bestaande capaciteitstekorten is het COA akkoord gegaan met de wens van de gemeente om een contract met SHAM af te sluiten.

De eis van de gemeente om de capaciteit bij SHAM te huren in combinatie met de druk om capaciteit te verwerven maakte het op dat moment voor het COA helaas niet mogelijk om optimaal te onderhandelen over de contractsvoorwaarden.

Hieronder volgt een kort overzicht van de diverse bij SHAM gecontracteerde opvangmodaliteiten.

Aanvullende opvang (AVO)

Als gevolg van de eind jaren ’90 bestaande tekorten aan capaciteit ten behoeve van de huisvesting van asielzoekers, is de opvangvorm AVO ontstaan. Deze opvangvorm is ten tijde van de afname van het aantal op te vangen asielzoekers door het COA weer opgeheven. Een aantal panden dat bij SHAM werd gehuurd, is vervolgens als COW/KCO-modaliteit voortgezet.

Centrale Opvang in Woningen (COW/KCO)

In 1998 is, eveneens als gevolg van tekorten aan opvangcapaciteit, de opvangmodaliteit «Centrale Opvang in Woningen» (COW) of «Kleinschalige Centrale Opvang» (KCO) in het leven geroepen. Het COA huurde in het gehele land woningen om asielzoekers in procedure te huisvesten en verplichtte zich daarbij om vooraf te overleggen met de gemeente waar één of meer COW-locaties werden verworven. Het COA maakte ook afspraken met de gemeente Den Haag over het aantal op te vangen asielzoekers. De gemeente Den Haag toonde zich bereid om mee te werken, zoals hierboven reeds aangegeven onder de voorwaarde dat het COA de woningen betrok bij de Stichting SHAM, waaraan de gemeente de uitvoering had uitbesteed.

Op 3 mei 2000 is door het COA, na goedkeuring door het college van B&W van de gemeente Den Haag, een contract afgesloten met SHAM, met als doel het verzorgen van huisvesting in kleinschalige voorzieningen. Het contract uit 2000 geldt tot op heden als grondslag voor de dagvergoedingen voor de COW-capaciteit. De Stichting SHAM verhuurt de woningen, die door woningcorporaties beschikbaar zijn gesteld, door aan het COA. Het totaal aantal opvangplaatsen is in de loop der jaren afgenomen en wordt verder afgebouwd.

Overgenomen ROA/VVTV

In de jaren 2002/2003 werd aan alle gemeenten de mogelijkheid geboden om de verantwoordelijkheid voor woningen van de «oude» ROA-regeling1 over te dragen aan het COA. De gemeente Den Haag maakte gebruik van dit aanbod. Het betrof woningen die reeds door SHAM werden beheerd.

Opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in kleinschalige wooneenheden

SHAM verzorgde eveneens opvang voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Hiertoe was een contract afgesloten met de voogdijorganisatie Nidos.

Het COA heeft in 2007 de opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) in kleinschalige wooneenheden overgenomen van de Stichting Nidos.

In verband met de dalende capaciteitsbehoefte was een groot aantal van de bij SHAM ingekochte opvangplaatsen al door Nidos afgestoten. Het contract voor wat betreft het resterende deel werd door het COA per 15 augustus 2007 beëindigd. SHAM heeft niet deelgenomen aan de Europese aanbesteding voor nieuwe opvangcapaciteit voor amv’s.

Aanvullende tijdelijke capaciteit (ATC)

Van 1 maart 2007 tot 31 december 2007 werd door het COA, in verband met de stijgende capaciteitsbehoefte, tijdelijk aanvullende capaciteit ingehuurd bij SHAM. Het betrof 122 plaatsen.

Betrokkenheid COA bij onderzoek

Op 4 december 2007 is door de Inlichtingen- en opsporingsdienst van het ministerie van VROM aan het COA verzocht om medewerking te verlenen aan het onderzoek inzake SHAM. COA heeft daarop volledige medewerking toegezegd en in de daarop volgende periode in dat kader de benodigde informatie verstrekt. Dit betreft met name een overzicht van de betalingen van het COA aan SHAM over de periode 2000 tot en met 2006 en een afschrift van het contract met SHAM. Tevens is een aantal gesprekken gevoerd met COA-medewerkers.

Controle van de rechtmatigheid van de betalingen aan SHAM.

De afgesproken betalingsprocedure tussen COA en SHAM hield in dat er door SHAM bij het COA een voorschotnota werd ingediend van 80% van de maximaal te verwachten declaraties.

SHAM diende maandelijks een gespecificeerde factuur in bij het COA met de gerealiseerde capaciteitsdagen, vermenigvuldigd met het tarief. COA voerde een controle uit van de capaciteitsgegevens met de gegevens uit de eigen COA-systemen. De factuur werd betaalbaar gesteld nadat was vastgesteld dat de gegevens overeenkwamen.

In de managementletter van 2003, waarin de resultaten van een tussentijdse controle zijn opgenomen, heeft de accountant vastgesteld dat op de declaraties die fluctueren door wisselende opvangcapaciteit (o.a. Sham) «weliswaar adequate factuurcontrole plaatsvindt, maar niet in alle gevallen de juiste bedragen in het standenregister zijn opgenomen». Volgens de accountant liep het COA hierdoor «het risico op onjuiste of onrechtmatige betaling» en «dienden ter ondervanging van dit risico aanvullende (gegevensgerichte) werkzaamheden te worden uitgevoerd». Het COA heeft hierop de interne procedures nader aangescherpt met maandelijkse analyses en nacalculaties. Daarmee is het risico beheerst en hebben geen onrechtmatige betalingen door het COA plaatsgevonden.

Op peildatum 11 februari 2008 stond nog een bedrag van € 301 000 aan facturen open bij het COA. Rekeningen die al betaalbaar waren gesteld, ter hoogte van een bedrag van € 80 000, werden geblokkeerd na het nieuws over mogelijke fraude.

Voorlopige conclusie

Op basis van de bovengeschetste werkwijze en de beschikbare informatie leid ik af dat de bij betalingen te volgen procedures in de relatie tussen het COA en SHAM juist zijn uitgevoerd. Mijn voorlopig oordeel houdt in dat de SHAM in voldoende mate heeft voldaan aan de door het COA gestelde voorwaarden en prestaties geleverd conform de gemaakte afspraken.

Los van de interne procedures loopt het strafrechtelijk traject onder leiding van het Functioneel Parket van het openbaar ministerie. Op 29 april 2008 heeft een pro forma zitting plaatsgevonden bij de rechtbank te Den Haag. De rechtbank heeft de zaak terug verwezen naar de rechter-commissaris voor het horen van getuigen. Een datum waarop de zaak inhoudelijk zal worden behandeld door de rechtbank is nog niet bekend.

Eerst na afronding van deze strafrechtelijke procedure kan een definitief oordeel worden geveld over de rechtmatigheid van de handelswijze van SHAM.

Verbetermaatregelen

Los van bovenstaande conclusie zal ik in overleg met het COA nader bezien of er aanleiding is de controles op de beoordeling van bestaande en nog af te sluiten contractrelaties aan te scherpen. Hierbij wil ik met name aandacht besteden aan een periodieke evaluatie van bestaande contracten alsmede aan de wijze waarop de prijs/kwaliteit verhouding van nieuwe contracten wordt beoordeeld. Deze prijs/kwaliteit verhouding kan dan tevens worden meegenomen bij de besluitvorming omtrent beëindiging in situaties van afnemende capaciteitsbehoefte of een beslissing over het al dan niet verlengen van aflopende contracten, dit in combinatie met een inhoudelijke beoordeling van de geleverde prestaties.

Ik wijs u er op dat het onvermijdelijk is dat exogene factoren, met name gelegen in een onverwacht hoge instroom van asielzoekers, er toe kunnen leiden dat op korte termijn capaciteit moet worden geregeld. Hierdoor kunnen de onderhandelingen over het verwerven van capaciteit onder druk komen te staan en kan een onderhandelingsresultaat ontstaan dat minder gunstig is dan onder normale omstandigheden kan worden bereikt.

Dit doet er echter niet aan af dat bij het afsluiten van contracten altijd wordt gestreefd naar de meest doelmatige bestedingen.

Ten slotte ben ik in afwachting van de resultaten van de strafrechtelijke procedure. Of hieruit nadere acties zullen voortvloeien kan ik op dit moment nog niet beoordelen.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak


XNoot
1

ROA: Regeling Opvang Asielzoekers (Stcrt. 1987, 75).

Naar boven