17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

29 407
Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten

nr. 344
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 4 december 2007

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 en de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties2 hebben op 31 oktober 2007 overleg gevoerd met staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over:

– de brief d.d. 12 juni 2007 over de rapportage Fraude in beeld (17 050, nr. 339);

– de brief d.d. 31 augustus 2007 over integrale rapportage handhaving 2006, POROSZ en het jaarverslag 2006 SIOD (17 050, nr. 340);

– de brief d.d. 27 september 2007 houdende het rapport samenloopsignalen raadsleden (17 050, nr. 341);

– de brief d.d. 19 oktober 2007 over het onderzoek «Naleving van de Wet arbeid vreemdelingen 2006» (29 407, nr. 74).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand samenvattend verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Jan Jacob van Dijk (CDA) benadrukt dat er heldere en eenduidige regels moeten zijn om te voorkomen dat uit onwetendheid misbruik wordt gemaakt van voorzieningen. Er moet verder goede voorlichting worden gegevens over die regels. De volgende fase is die van de repressie. Met een zekere regelmaat moet er worden gecontroleerd om de pakkans te vergroten.

– Is al eens onderzocht hoeveel mensen oneigenlijk handelen omdat de regels niet eenduidig en onduidelijk zijn?

– Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat er heldere risicoprofielen worden opgezet op grond waarvan gericht misbruik van regels kan worden opgespoord?

– Zijn er nog lessen te trekken uit het jaarverslag 2006 voor het programma 2007–2010?

– De IWI wijst erop dat heel vaak niet is vast te stellen wat handhavingsactiviteiten opleveren. De reactie van de staatssecretaris dat dit een verbeterpunt is, is wel erg mager.

– Wil de staatssecretaris nagaan hoe op het terrein van handhaving ketenverantwoordelijkheid beter vorm en inhoud kan worden gegeven? Wat waren de knelpunten in de samenwerking binnen het landelijke netwerk van interventieteams en hoe staat het met de oplossing daarvan? Zijn er al lessen te trekken uit enkele projecten van de interventieteams (o.a. de schijn-zzp’ers en de faillissementsfraude)?

– Merkwaardig is dat in het kader van fraudebestrijding de preventiequote van het CWI als betrouwbare indicator ten tonele wordt gevoerd.

– Hoe kunnen de juridische procedures in geval van fraude worden versneld?

– Hoeveel heeft de extra inzet bij identiteitsfraude opgeleverd? Waarom zijn de MRZ-scans niet ingevoerd, maar de retrocheckapparatuur wel?

– Wil de staatssecretaris erop aandringen dat overal in den lande huisbezoekprotocollen worden opgesteld?

– Hoe staat het met het flankerend beleid ten aanzien van het vrij verkeer van werknemers?

– Bij gemeenten staat momenteel 600 mln. aan vorderingen uit bij uitkeringsgerechtigden. Hoe kan ervoor worden gezorgd dat dit bedrag substantieel kan worden teruggebracht?

De heer Nicolaï (VVD) vindt bestrijding van fraude met uitkeringen van uitermate groot belang, al was het maar om het draagvlak voor die uitkeringen zo groot mogelijk te doen zijn. Bij fraude moet een lik-op-stukbeleid worden gevoerd en ook moet het terugvorderdingsbeleid worden aangescherpt.

– Hoe wordt opgetreden tegen raadsleden die oneigenlijk gebruik maken van UWV- en bijstandsuitkeringen?

– Hoe kan de forse toename van de bijstandsfraude in 2006 worden verklaard?

– Hoe denkt de staatssecretaris het misbruik van WAO-uitkeringen in het buitenland aan te pakken?

– Waar blijven de strategische beleidskeuzes van het kabinet naar aanleiding van de rapportage Fraude in beeld?

Ook de heer Spekman (PvdA) mist de strategische beleidskeuzes van het kabinet naar aanleiding van Fraude in beeld. Gaat de staatssecretaris een vervolgonderzoek instellen, vooral ook om de preventie te versterken?

– De staatssecretaris kan geen beleidsmatige conclusies verbinden aan het onderzoek naar overtreding van WW-, WAO- en WWB-regels. Wel wil hij beleidsmatig relevante informatie over het niveau van naleving van verplichtingen genereren. Wanneer gaat dat gebeuren zodat de Kamer haar controlerende taak kan vervullen?

– De controlerende rol van de Kamer is ook in het geding bij de rapportage Fraude in beeld. De indicatoren zijn immers niet helder, waardoor controle op sturing moeilijk is.

– Wil de staatssecretaris waar nodig mogelijk maken dat nog meer opsporingsonderzoeken worden verricht bij vermoeden van fraude?

– Is de staatssecretaris voornemens, het aantal inspecties in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen verder te verhogen? Deze inspecties hebben een preventieve werking en een aanzienlijk terugverdieneffect. Zijn de boeten momenteel kostendekkend?

– Bij het directoraat fraudepreventie en opsporing verdwijnt de functie van senior-opsporingsfunctionaris per 1 januari 2008; van de 100 fte’s blijven slechts 9 over, de rest gaat naar de SIOD. Dit gaat veel te snel. De staatssecretaris moet de Kamer op de hoogte stellen voordat hij onomkeerbare beslissingen neemt.

– Hoe staat het met de vervolging van de Marokkaanse parlementariër, die verdacht wordt van fraude?

Mevrouw Karabulut (SP) benadrukt het belang van fraudebestrijding op alle fronten. Het rapport Fraude in beeld biedt aanknopingspunten voor een integrale aanpak. Jammer genoeg geeft het kabinet niet aan wat het op grond van dit rapport gaat doen. De indicatoren van andere rapporten zijn veelal onvoldoende duidelijk, waardoor de Kamer de resultaten niet kan afzetten tegen de doelstellingen.

– Klokkenluiders moeten beter worden beschermd. De regeling «Meld misdaad anoniem» biedt onvoldoende soelaas.

– In de uitzendbranche overtreden koppelbazen alle regels. Het kaf moet van het koren worden gescheiden en mensen moeten worden beschermd tegen uitbuiting. Het is nog steeds te aantrekkelijk om illegalen in dienst te hebben. Komt er extra capaciteit voor de inspectie en zullen de boetes worden verhoogd?

– Waarom zijn de inspecties in land- en tuinbouw gedaald en die in de bouwsector gelijk gebleven terwijl het nalevingsniveau nog niet is gehaald?

– Raadsleden hebben een voorbeeldfunctie en moeten te allen tijde voldoen aan de inlichtingenplicht. Is de informatievoorziening inmiddels op peil?

Antwoord van de staatssecretaris

Staatssecretaris Aboutaleb merkt op dat handhaving het maatschappelijk normbesef ondersteunt en het draagvlak voor de inkomensoverdrachten die via de sociale zekerheid plaatsvinden verbreedt. In het handhavingsprogramma wordt vastgehouden aan de uitgangspunten dat preventie belangrijker is dan bestrijding, dat signalering en onderzoek naar overtredingen effectief moeten zijn en dat het overtreden van regels niet mag lonen. De rechtmatige situatie moet worden hersteld en de overtreder moet een sanctie krijgen. In de eerstvolgende rapportage zal apart aandacht worden geschonken aan communicatie, samenwerking en informatie-uitwisseling.

– De capaciteit van de Arbeidsinspectie is van 65 fte’s in 2003 gestegen tot 177 fte’s in 2007. het aantal inspecties steeg van 3900 naar 11 000 in 2006.

– De laatste jaren is veel geïnvesteerd in multidisciplinaire interventieteams en risicogestuurd inspecteren.

– Het bedrag aan opgelegde boetes is gestegen van 3 mln. naar 43 mln. Het percentage werkgevers dat voor de tweede keer de wet overtreedt, is gedaald van 31 in 2004 naar 26 in 2006. Het aantal inspecties waarbij beboetbare feiten worden geconstateerd, is afgenomen van 25% in 2005 naar 23% in 2006. Nu werknemers uit de MOE-landen zich vrij mogen bewegen op de arbeidsmarkt zet de dalende tendens door.

– Omdat de Arbeidsinspectie nog maar net op volle sterkte is, is het voorbarig nu al om een uitbreiding te vragen. De Kamer zal worden geïnformeerd over de kosten van de uitbreiding van de inspectie en over de baten die daar tegenover staan.

– Het is aan gemeenten zelf om ervoor te zorgen dat in geval van fraude de vorderingen op bijstandsgerechtigden worden teruggeïnd, maar dat is niet in alle gevallen mogelijk. Goede fraudebestrijding loont en heeft daarom hoge prioriteit bij de gemeenten. De staatssecretaris zegt toe de Kamer hierover nader te informeren.

– Het kabinet heeft nog geen besluiten genomen naar aanleiding van het rapport-De Galan. Het kan niet de bedoeling zijn om vooruitlopend daarop de UWV-organisatie anders in te richten. Zodra het kabinet een besluit heeft genomen, zal de Kamer worden geïnformeerd.

– Er is inmiddels een document opgesteld met specifieke informatie voor raadsleden over UWV-uitkeringen. Er is geen reden om het onderzoek uit te breiden naar bijstandsuitkeringen aan raadsleden. Het is aan gemeenten zelf om bijstandsgerechtigden te informeren.

– Het POROSZ-onderzoek en de rapportage Fraude in beeld zijn onderdeel van een permanente zoektocht naar een slimmere manier van werken en een effectieve inzet van het inspectiepersoneel. In het werkprogramma van de SIOD wordt al een vertaling gegeven van de meer strategische aspecten van laatstgenoemd rapport. Opsporingsdiensten van andere ministeries zullen ongetwijfeld hetzelfde doen. De handtekeningen van andere bewindslieden zijn natuurlijk niet voor niets gezet. Uiteraard wordt met het oog op een zekere samenhang het nodige overleg gevoerd. De staatssecretaris voelt weinig voor het ontwikkelen van een nieuwe visie. Die is immers al terug te vinden in het handhavingsprogramma 2007–2010. Als het kabinet aanleiding ziet voor vervolgstappen, zal de Kamer uiteraard worden geïnformeerd. De minister van Justitie draagt de algehele verantwoordelijkheid voor fraudebestrijding.

– Dat het POROSZ-onderzoek geen goede indicatoren heeft opgeleverd, hoeft geen gevolgen te hebben voor verder onderzoek. Zoals altijd maakt het ministerie gebruik van risicoanalyses uit de praktijk. Eventueel kunnen ook andere onderzoeken worden gebruikt voor het verkrijgen van meer betrouwbare gegevens.

– De kwestie van het Marokkaanse parlementslid is bestuursrechtelijk afgerond. Het terugvorderingsbesluit is onherroepelijk en de gemeente Utrecht heeft beslag gelegd op de volledige AOW-uitkering, waarmee de schuld tussen nu en 2014 volledig wordt voldaan. De strafrechtelijke procedure is nog niet afgerond.

– De MRZ-scans hadden een te hoge foutenmarge. Bovendien waren er te weinig werkgevers die in de proeffase gebruik maakten van dit instrument.

– De uitvoeringsorganisaties doen met een zekere regelmaat onderzoek naar de eenduidigheid van de regels. Daar wordt de voorlichting op aangepast.

– Het probleem van de schijn-zzp’ers is met toepassing van de Wet arbeid vreemdelingen een stuk minder geworden sinds de openstelling van de EU-grenzen. De Belastingdienst draait mee in de interventieteams. Het is van groot belang dat interventieteams elkaar met een zekere regelmaat informeren over beleidsrelevante zaken.

– De lessen uit het Handhavingprogramma 2003–2006 zijn verwerkt in het programma 2007–2010: meer aandacht voor preventie, voor de oorzaken van niet-naleving van de regels en voor een betere samenwerking tussen de partijen.

– Bij werknemersverzekeringen en bij de WWB komt identiteitsfraude nauwelijks voor, maar wel bij arbeidsmarktfraude. Als een werkgever niet meewerkt aan de controle, volgt er een boete. Justitie schat de maatschappelijke kosten van identiteitsfraude op € 36 000 per geval. De Kamer wordt hierover nader geïnformeerd.

– Kritiek van de IWI wordt altijd doorgesproken met de uitvoeringsorganisaties en in de rapportages staat wat er met die kritiek is gedaan.

– Als fraudezaken worden aangebracht, is het aan het OM om vervolgstappen te nemen. Het OM bepaalt ook het tempo van die vervolgstappen. Een uitzondering is de SIOD die strakke afspraken heeft gemaakt met het functioneel parket. Nagegaan zal worden welke mogelijkheden er zijn voor een lik-op-stukbeleid.

– De Kamer zal worden geïnformeerd over de mogelijkheden van gemeenten om uitstaande vorderingen op uitkeringsgerechtigden te incasseren en over de omvang van de problematiek. Hierbij zal niet worden gewacht op de Integrale Rapportage Handhaving.

– Er wordt goed samengewerkt om het flankerend beleid ten aanzien van het vrij verkeer van werknemers vorm en inhoud te geven.

– Als iemand zich inschrijft bij het CWI wordt meteen nagegaan of de persoon in kwestie recht heeft op een uitkering. Dat werkt als een filter en bovendien hoeft hij niet naar een ander loket.

– 470 huisbezoeken in het buitenland leverden 100 potentiële overtreders op. Daarnaar wordt verder onderzoek gedaan. De Kamer krijgt de resultaten daarvan toegestuurd. Er is vooralsnog geen reden om het gehele systeem van export van uitkeringen te wijzigen.

– Er is geen reden om af te wijken van het beleid ten aanzien van uitzendbureaus. De sector is onlangs begonnen met een systeem van interne regulering.

– De naleving van de regels in de land- en tuinbouw voldoet aan de gestelde normen. De geconstateerde overtredingen zijn niet representatief voor de sector.

Toezeggingen

– De Tweede Kamer wordt geïnformeerd over het misbruik van de WAO in het buitenland (o.a. aantal overtredingen in relatie tot huisbezoeken).

– De staatssecretaris zal in beeld brengen welke problemen gemeenten hebben om opgespoorde fraudebedragen te incasseren en wat de oorzaken voor de problemen kunnen zijn.

– De Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de verkenning van de mogelijkheid voor het voeren van lik-op-stukbeleid bij fraudegevallen.

– De Tweede Kamer ontvangt resultaten en cijfers over de aanpak van identiteitsfraude.

– De reactie op het rapport-De Galan wordt toegezonden vóór de begrotingsbehandeling SZW.

– De Tweede Kamer wordt geïnformeerd over de opbrengsten bij een uitbreiding van de capaciteit van de Arbeidsinspectie (met 1 fte).

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Wit

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leerdam

Adjunct-griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Van de Wiel


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), De Wit (SP), voorzitter, Van Gent (GroenLinks), Hamer (PvdA), Blok (VVD), Nicolaï (VVD), Jan Jacob van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), ondervoorzitter, Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Tony van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Thieme (PvdD), Karabulut (SP) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Gerkens (SP), Vendrik (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), De Krom (VVD), Weekers (VVD), De Rouwe (CDA), Depla (PvdA), Aptroot (VVD), Sterk (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Irrgang (SP), Lempens (SP), Cramer (ChristenUnie), Biskop (CDA), Kamp (VVD), Joldersma (CDA), Fritsma (PVV), Tang (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gesthuizen (SP) en Heijnen (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (ChristenUnie).

Naar boven