17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 340
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 augustus 2007

Hierbij ontvangt u de Integrale Rapportage Handhaving 2006, het Jaarverslag 2006 van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) en het onderzoek Regelovertreding in de WAO, WW en WWB 2006 (POROSZ)1.2

Het POROSZ-onderzoek wordt sinds 2000 tweejaarlijks uitgevoerd. Bij de in augustus 2006 toegezonden methodenstudie naar de meting van nalevingsniveaus heeft mijn ambtsvoorganger aangegeven dat het POROSZ-onderzoek de nodige beperkingen kent die samenhangen met zowel de opzet van het onderzoek als de gehanteerde randomized response methode. Hij kondigde aan dat het onderzoek in 2006 in een gewijzigde opzet zou worden herhaald (TK 2005–2006, 17 050, nr. 329). Ik moet thans constateren dat de in POROSZ 2006 doorgevoerde verbetering van het steekproefkader niet heeft geleid tot de beoogde verbetering van de kwaliteit van het onderzoek. In dat licht acht ik het niet verantwoord beleidsmatige conclusies aan de uitkomsten te verbinden. De komende tijd zal ik mij beraden op alternatieve mogelijkheden om beleidsmatig relevante informatie ten aanzien van het niveau van naleving van verplichtingen te genereren. Ik zal uw Kamer daarover informeren.

De Integrale Rapportage Handhaving geeft weer welke inspanningen in het jaar 2006 door de uitvoerende instanties zijn geleverd om de regelgeving op het terrein van sociale zaken en werkgelegenheid te handhaven en welke resultaten daarbij zijn geboekt. Hoofdstuk 2 geeft een totaalbeeld van de handhavingsketen, die wordt gevormd door de schakels preventie, controle, opsporing en afdoening. In de hoofdstukken 3 tot en met 9 wordt een beschrijving gegeven per uitvoerende instantie. De activiteiten waarover wordt gerapporteerd hebben betrekking op het laatste jaar van de uitvoering van het Handhavingsprogramma 2003–2006. Het nieuwe Handhavingsprogramma 2007–2010 is besproken in het algemeen overleg van 28 maart 2007. De volgende integrale rapportage zal langs de lijnen van dat programma worden ingericht.

In 2006 is door de gemeenten, UWV en SVB in totaal een bedrag van € 179 miljoen aan uitkeringsfraude geconstateerd; in 2005 ging het om een bedrag van € 166 miljoen. De stijging is met name een gevolg van een toename van door gemeenten geconstateerde fraude in de bijstand. Ook de geconstateerde fraudes bij het UWV lieten een stijging zien. Bij de SVB was sprake van een daling. Met ingang van 2006 is de premieheffing en -inning voor de werknemersverzekeringen overgegaan van het UWV naar de Belastingdienst.

De voorliggende rapportage laat zien dat in 2006 de samenwerking tussen de uitvoerende instanties bij controles verder is geïntensiveerd. In toenemende mate wordt gebruik gemaakt van risicoanalyse en risicoselectie. In 2006 zijn tien interventieteamprojecten afgerond en 26 nieuwe projecten gestart. In totaal hebben de afgeronde projecten ruim 24 miljoen euro aan uitstaande boetes, opgelegde naheffingen en bespaarde en beëindigde uitkeringen opgeleverd. Ook zijn ruim 300 illegaal tewerkgestelden aangetroffen.

De Arbeidinspectie heeft in 2006 in totaal ruim 11 000 inspecties in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) uitgevoerd, waaronder die in het kader van de interventieteams. Dat zijn er bijna 1000 meer dan was gepland en bijna 2 400 meer dan in 2005. De toename van het aantal inspecties is mede veroorzaakt doordat in 2006 de geplande formatie aan inspecteurs is gerealiseerd (179 fte), waarmee volledig en volgens planning invulling is gegeven aan het amendement-Verburg op de SZW-begroting 2003. Bij 2 500 inspecties zijn overtredingen van de WAV geconstateerd en zijn ruim 3 500 boeterapporten aangezegd. Er werden in totaal bijna 5 500 illegaal tewerkgestelden aangetroffen. Voor de Arbowet zijn 35 inspectieprojecten uitgevoerd met ruim 20 000 inspecties. Bij 51% van de inspecties zijn overtredingen geconstateerd waarbij bijna 15 000 afdoeningsinstrumenten zijn ingezet.

In 2006 is tevens een begin gemaakt met het ontwikkelen van een nieuwe inspectieaanpak die past bij de herziene Arbowet en de ontwikkeling naar meer verantwoordelijkheid voor sociale partners. Elementen van die aanpak zijn branchebrochures die de wettelijke normen en verplichtingen verduidelijken waarop wordt geïnspecteerd en een terughoudende aanpak in branches waar sociale partners zelf merkbaar actief zijn bij de verbetering van de arbeidsomstandigheden op de werkvloer.

Het Internationaal Bureau Fraude-informatie van het UWV heeft ook in 2006 ten behoeve van gemeenten onderzoek verricht naar buitenlands vermogen. Het getraceerde bedrag aan buitenlands vermogen verdubbelde tot bijna € 13 miljoen. Het ontving circa 1 800 verzoeken voor onderzoek uit binnen- en buitenland, twintig procent meer dan voorzien. Het Interventieteam Buitenland heeft voor de controle op misbruik van WAO-uitkeringen in het buitenland verspreid over diverse landen in totaal 460 huisbezoeken afgelegd, waarbij ruim 100 mogelijke overtredingen zijn geconstateerd.

Het Jaarverslag 2006 van de SIOD vermeldt dat deze opsporingsdienst vorig jaar 88 complexe fraudezaken heeft onderzocht op het gebied van sociale zekerheid en arbeidsmarkt. Hiermee was een schadebedrag gemoeid van € 35,1 miljoen euro. Daarvan heeft € 15,6 miljoen betrekking op ontduiking van premies en belastingen; 4,3 miljoen op uitkeringsfraude; 1,0 miljoen of fraude met reïntegratiesubsidies en 14,2 miljoen op maatschappelijke schade (bijvoorbeeld als gevolg van het gebruik van valse identiteitsbewijzen). De SIOD stelde zijn kennis over digitale fraude en de opsporing daarvan ook beschikbaar aan anderen, zoals uitkeringsinstantie UWV, de gemeentelijke sociale recherches en de politieorganisaties.

In 2006 besteedde de dienst bijzondere aandacht aan de tuinbouw en fruitteelt, de levensmiddelenindustrie, de re-integratiesector, de schoonmaakbranche en het beroepsgoederenvervoer op de weg. Bij de opsporingsonderzoeken van de SIOD werden vorig jaar in totaal 100 bedrijven en 216 personen als verdachte aangemerkt. Meer dan de helft van de verdachte bedrijven waren uitzendbureaus en loonbedrijven. In 2006 was de SIOD extra alert op uitbuiting in de arbeid. Onderzoeken waarbij sprake was van verdenking van mensensmokkel of arbeid onder dwang kregen daarbij een hogere prioriteit.

In 2006 heeft het Openbaar Ministerie (OM) ten aanzien van 90% van de verdachten die op basis van processen-verbaal die door het UWV, de SVB, de AI en de SIOD in 2006 zijn ingediend, een vervolgingsbeslissing genomen. Het aantal onvoorwaardelijke sepots ligt op 10%, hetgeen overeenkomt met het landelijk gemiddelde. Bij de terechtzittingen die in 2006 plaatsvonden heeft de rechter heeft in slechts 2% van de uitspraken besloten tot vrijspraak besloten. Het OM is dus vaak succesvol is geweest in het overleggen van het wettig bewijs dat de ten laste gelegde strafbare feiten inderdaad zijn gepleegd.

Als gevolg van de op preventie gerichte maatregelen in het primaire proces van UWV en SVB, zoals de toegenomen fraudealertheid van de medewerkers, zal het aantal processen-verbaal in 2007 en volgende jaren naar verwachting verminderen. Fraudes worden eerder ontdekt en kunnen bestuursrechtelijk worden afgehandeld omdat het schadebedrag over het algemeen blijft beneden de aangiftegrens van € 6 000.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb


XNoot
1

Met het uitvoeren van het onderzoek, bestaande uit enerzijds dataverzameling en anderzijds de analyse van de data is in totaal een bedrag gemoeid van € 228 115 (ex. BTW).

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven