17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 291
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2005

Tijdens het Algemeen Overleg op 2 maart jl. met de leden van de Vaste Commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën betreffende de bestrijding van fraude en illegaliteit in de uitzendbranche, heeft mevrouw Bussemaker (PvdA) mij verzocht de commissieleden nader te informeren over de voldoening van een waarborgsom alvorens personeel te mogen uitlenen. Het betreft de navolgende vragen:

– Welke ervaringen zijn in Vlaanderen opgedaan met de waarborgsom en heeft dat geleid tot het terugdringen van de fraude?

– Kunt u het voorbeeld inzake de proportionaliteit van de waarborgsom nader toelichten?

Welke ervaringen zijn in Vlaanderen opgedaan met de waarborgsom en heeft dat geleid tot het terugdringen van de fraude?

Uit informatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is het volgende gebleken:

• er zijn geen concrete cijfers beschikbaar aan de hand waarvan kan worden aangetoond dat de waarborgsom heeft geleid tot minder misbruik binnen de uitzendsector;

• de waarborgsom blijkt echter een drempel te zijn voor degenen die de uitzendsector als een lucratief gat in de markt zien waar snel geld te verdienen valt. Het ministerie merkt daarbij op dat het veel verzoeken om informatie krijgt over het starten van een uitzendbureau, maar dat veel van die verzoekers afhaken zodra de waarborgsom ter sprake wordt gebracht;

• de sector zelf heeft gevraagd de erkenningsregeling – inclusief de waarborgsom – te behouden omdat dit bijdraagt aan het positieve imago van de sector;

• de waarborgsom kán een hindernis zijn voor de bonafide startende ondernemer maar dat is een – ook binnen de uitzendsector – bewuste afweging geweest.

Bij het vorenstaande merk ik op dat het doel van het Nederlandse voorstel tot invoering van een waarborgsom in Vlaanderen lijkt te worden gerealiseerd: het van de markt weren van bedrijven die snel geld willen verdienen door malafide praktijken, zoals het werken met illegalen en het niet afdragen van belasting en premies.

Kunt u het voorbeeld inzake de proportionaliteit van de waarborgsom nader toelichten?

Zoals uit het vorenstaande blijkt, dient het instellen van een waarborgsom een tweeledig doel:

• het van de markt weren van bedrijven die snel geld willen verdienen door malafide gedrag;

• het beperken van het financiële nadeel van de Staat door een verrekeningsmogelijkheid van de waarborgsom met de openstaande belasting- en premieschuld.

Bij de vaststelling van de hoogte van de waarborgsom gaat het om het vinden van een evenwicht tussen proportionaliteit enerzijds en effectiviteit anderzijds.

De proportionaliteit van de waarborgsom is een aandachtspunt omdat:

• een te hoge waarborgsom belemmerend werkt op de exploitatie van bonafide uitzendbureaus zeker waar het startende ondernemers betreft;

• het instellen van een waarborgsom is op zichzelf niet strijdig met EU-regelgeving, maar een te hoog vastgestelde waarborgsom zou dat wel kunnen zijn. In dit verband zij opgemerkt dat de in Vlaanderen toegepaste waarborgsom – die € 75 000 bedraagt – geen conflict met de Europese Commissie heeft opgeleverd.

De effectiviteit van de waarborgsom is gelegen in het uitstellen van door malafide gedrag te behalen voordeel tot het moment waarop de (malafide) inkomsten het gestorte bedrag van de waarborgsom gaan overtreffen. Met andere woorden: de uitlener moet eerst zijn investering (= waarborgsom) «terugverdienen». Naarmate de waarborgsom op een lager bedrag wordt vastgesteld, zal het moment waarop de op malafide wijze behaalde voordelen de waarborgsom gaan overtreffen eerder zijn bereikt. Vooral ten aanzien van malafide uitzendbureaus die zich kenmerken door een korte bestaansduur (meestal gevolgd door een faillissement) leent de waarborgsom zich er goed voor het moment waarop het voordeel genoten gaat worden, zo lang mogelijk uit te stellen.

Een voorbeeld moge dit illustreren.

Een uitzendbureau heeft 10 illegale werknemers in dienst. Uitgaande van een werkweek van 40 uur wordt per kwartaal 5 200 uur gewerkt. Aan de inlener van de illegale arbeidskrachten wordt € 15 per uur in rekening gebracht. Aan de illegale arbeidskrachten wordt een uurloon vergoed van € 8. De kosten voor de uitlener worden gesteld op 20% van de brutowinst.

NB. Uit praktijkgegevens blijkt dat een winstopslag van 60 à 70% in de (malafide) branche gebruikelijk is.

Omzet uitzendbureau per kwartaal:5 200 x € 15 =€ 78 000
Loonkosten:5 200 x €  8=€ 41 600
 -/- 
Brutowinst per kwartaal € 36 400
Kosten 20% €  7 280
 -/- 
Nettowinst per kwartaal € 29 120

In bovenvermeld voorbeeld heeft de malafide uitlener zijn waarborgsom na ongeveer 7 à 8 maanden terugverdiend. Daardoor creëert de Belastingdienst meer ruimte voor zichzelf om in actie te komen. Voor een malafide uitzendbureau – dat zijn winst moet halen gedurende de relatief korte levensduur van de onderneming – is het dan niet of minder lucratief om een uitzendbureau te starten.

Uit het vorenstaande voorbeeld blijkt tevens dat een lagere waarborgsom het «terugverdien» effect voor de malafide uitlener zal versnellen.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Naar boven