17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 278
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2004

Tijdens het «Vragenuurtje» van 26 oktober jl. (Handelingen der kamer II, vergaderjaar 2004–2005, nr. 13, blz. 715–719) zijn vragen gesteld naar aanleiding van zorgelijke berichten over aanhoudende illegale arbeid in de tuinbouw. Met betrekking tot een drietal onderwerpen heb ik aangegeven hierop terug te komen. Deze onderwerpen zijn omkering bewijslast, aanpak van huisjesmelkers in het kader van integrale overheidsaanpak van illegale arbeid en van de organisatie achter constructies die in de tuinbouw worden toegepast om de Wet arbeid vreemdelingen te omzeilen. In het navolgende informeer ik u nader omtrent deze onderwerpen.

Omkering bewijslast

Tijdens het «Vragenuurtje» heb ik gezegd dat binnen het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt nagedacht over de vraag of omkering van de bewijslast voor overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen mogelijk is. Aanleiding hiervoor is dat inspecteurs van de Arbeidsinspectie bij het uitvoeren van de toezichthoudende taak (indien daarbij geen vreemdelingenpolitie aanwezig is) in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen steeds vaker worden geconfronteerd met arbeidskrachten, van wie de juiste identiteit niet aanstonds kan worden vastgesteld. Het niet kunnen of willen voldoen aan identiteitsverplichtingen bemoeilijkt de controle op de naleving van de Wet arbeid vreemdelingen in ernstige mate of wordt daardoor onmogelijk gemaakt. In een aantal gevallen is sprake van feiten en omstandigheden, op basis waarvan de Arbeidsinspectie redelijkerwijs kan vermoeden dat de Wet arbeid vreemdelingen wordt overtreden. Zolang de identiteit van de arbeidskrachten echter niet vaststaat, kan de Arbeidsinspectie geen overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen vaststellen en niet handhavend optreden.

De controle zou effectiever uitgevoerd kunnen worden indien voor de werkgever, in gevallen waarin de Arbeidsinspectie redelijkerwijs kan vermoeden dat de Wet arbeid vreemdelingen wordt overtreden, een zogenaamde omgekeerde bewijslast geldt. Met het kunnen toepassen van omgekeerde bewijslast zou de druk op de werkgever verhoogd kunnen worden en wordt door het opleggen van sancties voorkomen dat de werkgever indirect voordeel haalt uit een arbeidskracht, die zich niet wil of kan identificeren. Momenteel wordt onderzocht in hoeverre deze vorm van omgekeerde bewijslast juridisch mogelijk is en zo ja, in welke vorm en onder welke voorwaarden. Ik kom hierop terug zodra hierover meer duidelijkheid bestaat.

Huisjesmelkers

Met betrekking tot integraal overheidsoptreden tegen illegale arbeid en de aanpak van huisjesmelkers kan ik u melden dat in het kader van de repressieve aanpak door diverse interventieteams in op dit moment lopende projecten ook wordt gecontroleerd op illegale bewoning en of zich daarbij vormen van overlast voordoen. Voorts wordt gecontroleerd op misbruik van vereiste gemeentelijke vergunningen of het geheel ontbreken daarvan.

Het interventieteam in Utrecht tracht via de controle-acties in het gebied Amsterdamsestraatweg ook te komen tot beëindiging van clandestiene bewoning en onderverhuur. In Brabant-zuidoost wordt gecontroleerd op illegaal wonen, de daaruit voortvloeiende zwarte inkomsten en de met illegale bewoning gepaard gaande onveiligheid in woonomstandigheden. Er vinden huisvestingscontroles plaats waarbij met name van de zijde van de gemeenten inbreng is op het gebied van brandveiligheid, hygiène en gebruik van opstallen. Het interventieteam in de wijk Transvaal te Den Haag controleert ook op vestigingsvergunningen en het gebruik of de exploitatie van gebouwen (o.a. gebruik voor illegale kamer-verhuur, of exploitatie als belwinkel of als recreatieinrichting). In het interventieproject Sofinummer-/ID-fraude te Rotterdam wordt gecontroleerd of illegale arbeidskrachten die op vals ID/sofinummer werken een beroep doen op gemeentelijke voorzieningen en of zij illegaal gehuisvest zijn. Het Horeca Interventie team tracht via de werkplekcontroles ook illegale bewoning vast te stellen te bestrijden en de met illegale bewoning samenhangende misstanden in de horeca-branche tegen te gaan.

Aanpak organisatie achter constructie

Met betrekking tot de vragen van de heren Bruls (CDA) en de Wit (SP) of achter de constructie in de tuinbouw niet een criminele organisatie zit, die vanuit strafrechtelijke hoek fors aangepakt moet worden meld ik u het volgende.

De constructie in de tuinbouw houdt in dat agrarische producten van te voren (op papier) aan een buitenlands bedrijf worden verkocht en de koper met eigen personeel komt oogsten. Dergelijke koop/verkoop constructies zijn niet nieuw en bestaan al sinds begin jaren '90. Bij de uitvoering van de constructies maken de organisatoren zich veelal schuldig aan diverse strafbare feiten. Niet zelden worden sociale verzekeringen en belastingen ontdoken, worden werknemers illegaal tewerk gesteld tegen lonen die ver onder de marktconforme/CAO beloning liggen en worden arbeidsomstandigheden- en voorwaarden met voeten getreden. Dit geheel wordt overgoten met een geraffineerd opgezette schijnconstructie die uitsluitend in het leven is geroepen om de wettelijke regelingen te omzeilen. Om de organisatoren van dergelijke juridische constructies strafrechtelijk aan te pakken is vaak een intensief strafrechtelijk onderzoek nodig waarbij alles in het werk wordt gesteld om de schijnconstructie te ontmantelen. Hiervoor is dikwijls de inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden noodzakelijk. De SIOD is binnen het domein van SZW de organisatie die dergelijke criminele organisaties strafrechtelijk onderzoekt. Bij dergelijke onderzoeken wordt naast premie- en belastingontduiking tevens valsheid in geschrift en georganiseerde illegale tewerkstelling ook deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd.

Of de organisatoren van dergelijke constructies als criminele organisaties kunnen worden aangemerkt is afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Met betrekking tot het zogenoemde Agri 2-onderzoek heeft de arrondissementsbank in Den Bosch geconcludeerd dat er geen sprake was van een criminele constructie. Het Hof in Amsterdam daarentegen heeft in 2001 de organisatoren van een soortgelijke constructie veroordeeld tot gevangenisstraffen oplopend tot 40 maanden. Deze veroordeling was mede gebaseerd op de deelname aan een criminele organisatie.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Naar boven