17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 273
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2004

Ingevolge mijn toezegging van hedenmiddag1 tijdens het VAO over de samenwooncriteria in het kader van de AOW, doe ik u hierbij toekomen het voorstel van de SVB om een wijziging aan te brengen in zijn beleid ten aanzien van de toets op de samenwooncriteria in het kader van de AOW en Anw, alsmede het advies van de Cliëntenraad naar aanleiding daarvan2.

In reactie op het voorstel van de SVB heeft het Openbaar Ministerie aangegeven, dat het voorstel precedentwerking heeft naar socialezekerheidswetten waarin hetzelfde begrip gezamenlijke huishouding wordt gehanteerd. Alle uitkeringsinstanties stellen op dit moment de gezamenlijke huishouding vast op basis van feitelijke omstandigheden, waarbij de op dit punt gevormde jurisprudentie handvatten biedt.

De door de SVB voorgestelde criteria zijn soepeler dan de op basis van de op jurisprudentie geënte uitvoeringspraktijk. Dat een dergelijke wijziging budgettaire gevolgen zal hebben, staat mijns inziens vast.

Het Openbaar Ministerie heeft in zijn reactie op het voorstel van de SVB voorts aangegeven problemen te zien met de handhaafbaarheid van het voorstel.

Hoewel ik het waardeer dat de SVB onderzoek heeft gedaan naar alternatieven in het uitvoeringsbeleid, heb ik vastgesteld dat genoemd voorstel gelet op het bovenstaande niet moet worden doorgevoerd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof


XNoot
1

Handelingen II nr. 10 blz. 475–479, vergaderjaar 2003–2004.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven