17 050
Misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies

nr. 206
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 1 september 1998

Aanleiding

Naar aanleiding van het Algemeen Overleg op 16 april jl. over fraudebestrijding (17 050, nr. 205), beantwoord ik een vraag van mevrouw Noorman-Den Uijl over het aantal opsporingsfunctionarissen in de sector sociale verzekeringen.

Voorts heb ik aanvullende cijfermatige informatie toegezegd over het aantal fraudeconstateringen in de schadecategorie f 6000–f 12 000.

Daarnaast heb ik een rapportage toegezegd over de resultaten van de afhandeling van belastingsignalen door gemeenten

De beantwoording is vertraagd omdat nadere informatie moest worden opgevraagd bij de uitvoeringsorganen.

1. Verhouding opsporingsfunctionarissen en uitkerings- gerechtigden

Vraag mevrouw Noorman-Den Uijl

Voor het opsporen van bijstandsfraude zijn specifieke opsporingsbevoegde ambtenaren, de sociale rechercheurs, ingesteld. Beschikken de sociale verzekeringsorganen, nu er bij de sociale verzekeringen in toenemende mate fraude geconstateerd wordt, over functionarissen met vergelijkbare bevoegdheden? Of wordt alsnog de politie ingeschakeld?

Antwoord

Net als bij de uitvoering van de Algemene bijstandswet wordt bij de uitvoering van de sociale verzekeringen gebruik gemaakt van opsporingsfunctionarissen. Bij de uitvoerders van de werknemersverzekeringen, de Uvi's (GAK, GUO, Cadans, Sfb en USZO), zijn circa 300 opsporingsfunctionarissen werkzaam. De uitvoerder van de volksverzekeringen, de SVb, heeft circa 70 opsporingsfunctionarissen in dienst.

2. Aanvullende informatie fraudegevallen tussen f 6000 en f 12 000

Voor een cijfermatig overzicht van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren in de opgespoorde uitkerings- en werkgeversfraude en bijbehorende toelichting verwijs ik naar de Financiële Verantwoording 1997 van het ministerie van SZW, welke onlangs bij brief van de minister van Financiën aan de Tweede Kamer is aangeboden (Kamerstukken II, 1997/98, nr. 26 025).

Gegevens 1996

In aanvulling daarop merk ik specifiek over de opgespoorde uitkeringsfraude met een schadebedrag tussen f 6000 en f 12 000 het volgende op.

In 1996 was sprake van circa 3600 fraudegevallen in de categorie van f 6000 tot f 12 000. Dit was ruim 10% van alle opgespoorde fraudegevallen in 1996. In ongeveer driekwart van de gevallen in deze schadecategorie werd aangifte gedaan.

Gemeentelijke sociale diensten spoorden hiervan in 1996 ruim 2500 fraudegevallen met een schadebedrag tussen de f 6000 en f 12 000 in de sociale voorzieningen op. Bij de fraude-gevallen in de Abw werd in deze schadecategorie in 70% van de gevallen aangifte gedaan.

Bij de werknemersverzekeringen was in 1996 sprake van circa 940 fraudegevallen met een schadebedrag tussen f 6000 en f 12 000. Bij ruim 80% van deze fraudegevallen werd aangifte gedaan.

In de volksverzekeringen zijn in 1996 bijna 140 fraudegevallen opgespoord met een schadebedrag tussen f 6000 en f 12 000. In nagenoeg al deze gevallen werd aangifte gedaan.

Gegevens 1997

Over 1997 zijn nog geen gegevens over de verdelingen naar schadecategorieën en aangiftes per schadecategorieën beschikbaar. Wel is inmiddels bekend dat in de werknemersverzekeringen het aantal opgespoorde fraudegevallen is toegenomen van ruim 10 000 in 1996 naar iets meer dan 15 000 in 1997 en in de volksverzekeringen van ruim 500 naar ruim 600.

In de volksverzekeringen is het totaal aantal aangiften in 1997 iets gedaald. Voor de werknemersverzekeringen is het aantal aangiften nog niet bekend, maar gelet op de sterke daling van het gemiddelde fraudebedrag ligt het niet in de rede dat het aantal aangiften sterk is gestegen.

Afhandeling belastingsignalen

Bijgaande rapportage1 betreft de resultaten van de afhandeling van belastingsignalen door gemeenten. Belastingsignalen ontstaan uit een koppeling van uitkeringsgegevens van gemeentelijke sociale diensten met inkomensgegevens die bij de Belastingdienst bekend zijn. Een belastingsignaal wil zeggen dat in een bepaald jaar samenloop is van bijstand en ander inkomen. Indien de beide inkomens betrekking hebben op dezelfde periode en de inkomsten zijn verzwegen voor de gemeentelijke sociale dienst dan is er sprake van fraude.

Uit de rapportage blijkt dat dat het aantal fraudegevallen dat per 1 januari 1996 over de belastingjaren 1989 t/m 1992 was opgespoord via belastingsignalen circa 83 000 bedroeg. Het bedrag aan fraude dat hiermee samenhing bedroeg cumulatief f 532 mln. Het gemiddeld fraudebedrag kwam daarmee op f 6400.

Per 1 januari 1996 bedroeg het door gemeenten nog te verwerken aantal belastingsignalen 304 000. Blijkens een quick scan in het voorjaar van 1997 wordt het aantal nog af te handelen signalen per 1 januari 1997 geraamd op 100 000 à 140 000.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven